Het beoordelingskader van dit beroep wordt gevormd door de artikelen 47 en 48 Wmg.
AMM wordt gedefinieerd in artikel 47 Wmg. Het houdt in: de positie van, in dit geval, de ziektekostenverzekeraar om de ontwikkeling van daadwerkelijke concurrentie op de Nederlandse markt of een deel daarvan te kunnen belemmeren door de mogelijkheid zich in belangrijke mate onafhankelijk te gedragen van andere verzekeraars, zorgaanbieders of consumenten.
Artikel 48 wijst een aantal verplichtingen aan, die verweerster aan een houder van AMM kan opleggen om eventuele negatieve gevolgen van die AMM te voorkomen of weg te nemen, waaronder, voor zover hier van belang, de verplichting om onder redelijke voorwaarden te voldoen aan een redelijk verzoek van – in dit geval – de zorgaanbieder tot het sluiten van een overeenkomst op of ten behoeve van de zorginkoopmarkt. .
Volgens het wettelijk systeem moet dus eerst door verweerster worden vastgesteld of UVIT AMM heeft. Bij bevestigende beantwoording zou daarna de vraag aan de orde moeten komen of het opleggen van een verplichting (en zo ja, welke) gewenst wordt geacht.
Verweerster voert een prioriteringsbeleid, dat is neergelegd in de Beleidsregel.
De Beleidsregel houdt in dat verweerster zich, voordat zij een ambtshalve onderzoek naar AMM instelt, afvraagt of er een redelijk vermoeden bestaat dat sprake is van een individuele of gezamenlijke AMM-positie op de relevante markt en zich rekenschap geeft van – onder meer – het algemeen consumentenbelang, van de ernst van de situatie en van de vraag of haar optreden doelmatig en doeltreffend is, met andere woorden, of met de inzet van het AMM-instrument een gewenste situatie kan worden bereikt of in voldoende mate worden benaderd en, ten slotte, of uitvoering van het onderzoek mogelijk is met de beschikbare menskracht en middelen van verweerster. Deze criteria zijn niet cumulatief. In het bestreden besluit heeft verweerster benadrukt, dat zij op basis van de beantwoording van één of een aantal van deze vragen, reeds kan concluderen dat een inhoudelijke behandeling van de klacht niet aangewezen is.