Uitspraken

Een deel van alle rechterlijke uitspraken wordt gepubliceerd op rechtspraak.nl. Dit gebeurt gepseudonimiseerd.

Deze uitspraak is gepseudonimiseerd volgens de pseudonimiseringsrichtlijn

ECLI:NL:CRVB:2016:2482

Centrale Raad van Beroep
01-07-2016
04-07-2016
13/3816 WIA
Socialezekerheidsrecht
Hoger beroep

Maatregel. Tijdelijke verlaging WIA-uitkering van appellante door eigenrisicodrager [B.V.]. Na tussenuitspraak (ECLI:NL:CRVB:2016:277) is het geconstateerde gebrek niet hersteld. Omdat uit de brief van de curator blijkt dat [BV] niet tot afstemming van de maatregel wenst over te gaan, bestaat aanleiding de maatregel te herroepen. [BV] dient de aan appellante toekomende WIA-uitkering betaalbaar dient te stellen.

Rechtspraak.nl
SZR-Updates.nl 2016-0707

Uitspraak

13/3816 WIA

Datum uitspraak: 1 juli 2016

Centrale Raad van Beroep

Meervoudige kamer

Uitspraak op het hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag van 5 juni 2013, 12/7723 (aangevallen uitspraak)

Partijen:

[appellante] te [woonplaats] (appellante)

[BV] te [vestigingsplaats] ( [BV] )

PROCESVERLOOP

Bij tussenuitspraak van 22 januari 2016, ECLI:NL:CRVB:2016:277, (tussenuitspraak) heeft de Raad [BV] opgedragen het gebrek in de beslissing op bezwaar van 29 juni 2012 (bestreden besluit) te herstellen met inachtneming van zijn tussenuitspraak.

Bij brief van 7 april 2016 heeft mr. L. Martens namens mr. A.P.G. Gielen, curator van [BV] , gereageerd op een rappel in verband met de uitvoering van de tussenuitspraak.

Met toepassing van artikel 8:57, tweede lid, aanhef en onder b, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), gelezen in verbinding met artikel 8:108, eerste lid, van de Awb, is een nader onderzoek ter zitting achterwege gelaten, waarna het onderzoek is gesloten.

OVERWEGINGEN

1. De Raad verwijst naar de tussenuitspraak voor een uiteenzetting van de feiten waarvan hij uitgaat bij zijn oordeelsvorming. Hij volstaat hier met het volgende.

2. De Raad heeft in de tussenuitspraak geoordeeld dat het door [BV] , als eigenrisicodrager, genomen besluit van 29 juni 2012 (bestreden besluit), op een onvoldoende onderzoek en op een gebrekkige motivering berust. Dit besluit betreft een na heroverweging in stand gelaten maatregel, waarbij de WIA-uitkering van appellante, tijdelijk geheel geweigerd is in de periode van 24 februari 2012 tot 24 april 2012. De Raad heeft geoordeeld dat niet is gebleken dat [BV] zich er rekenschap van heeft gegeven dat een opgelegde maatregel in overeenstemming dient te zijn met de ernst van de gedraging en de mate waarin appellante de gedraging verweten kan worden. Aldus is het bestreden besluit genomen in strijd met de artikelen 3:2 en 7:12 van de Awb en is bij tussenuitspraak van

22 januari 2016 [BV] opgedragen dit motiveringsgebrek in het bestreden besluit te herstellen.

3. In reactie op deze opdracht in de tussenuitspraak heeft de curator namens, inmiddels gefailleerde, [BV] bij brief van 7 april 2016 meegedeeld dat verwerende partij geen uitvoering wenst te geven aan de opdracht in de tussenuitspraak, omdat in verband met het faillissement van [BV] daartoe geen belang bestaat voor de boedel.

4. Omdat uit de brief van de curator van 7 april 2016 blijkt dat [BV] niet tot afstemming van de maatregel wenst over te gaan, bestaat aanleiding de maatregel te herroepen. Dit leidt tot de slotsom dat het hoger beroep slaagt en dat de aangevallen uitspraak, waarbij het beroep tegen het bestreden besluit ongegrond is verklaard, moet worden vernietigd. Het besluit van 31 januari 2012 zal worden herroepen. Het voorgaande leidt er toe dat [BV] de aan appellante toekomende WIA-uitkering over de periode van

24 februari 2012 tot 24 april 2012 betaalbaar dient te stellen.

5. Er bestaat aanleiding [BV] te veroordelen in de kosten die appellante in verband met de behandeling van het bezwaar, het beroep en het hoger beroep redelijkerwijs heeft moeten maken. Ingevolge het Besluit proceskosten bestuursrecht worden de kosten in bezwaar begroot op € 496,-. In beroep worden de proceskosten begroot op € 992,-, en in hoger beroep op € 992,-.

BESLISSING

De Centrale Raad van Beroep

- vernietigt de aangevallen uitspraak;

- verklaart het beroep gegrond en vernietigt het besluit van 29 juni 2012;

- herroept het besluit van 31 januari 2012;

- bepaalt dat [BV] de aan appellante toekomende WIA-uitkering over de periode van 24 februari 2012 tot 24 april 2012 betaalbaar stelt;

- bepaalt dat deze uitspraak in de plaats treedt van het besluit van 31 januari 2012;

- veroordeelt [BV] in de kosten van appellante tot een bedrag van in totaal

€ 2.480,-;

- bepaalt dat Vochtwering B.V aan appellante het in beroep en hoger beroep betaalde

griffierecht van in totaal € 160,- vergoedt.

Deze uitspraak is gedaan door R.E. Bakker als voorzitter en E. Dijt en L. Koper als leden, in tegenwoordigheid van P. Boer als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op

1 juli 2016.

(getekend) R.E. Bakker

(getekend) P. Boer

JL

De gegevens worden opgehaald

Hulp bij zoeken

Er is een uitgebreide handleiding beschikbaar voor het zoeken naar uitspraken, met onder andere uitleg over:

Selectiecriteria

De Rechtspraak, Hoge Raad der Nederlanden en Raad van State publiceren uitspraken op basis van selectiecriteria:

  • Uitspraken zaken meervoudige kamers
  • Uitspraken Hoge Raad en appelcolleges
  • Uitspraken met media-aandacht
  • Uitspraken in strafzaken
  • Europees recht
  • Richtinggevende uitspraken
  • Wraking

Weekoverzicht

Selecteer een week en bekijk welke uitspraken er in die week aan het uitsprakenregister zijn toegevoegd.