Uit hetgeen in 4.1 tot en met 4.12.2 is overwogen volgt dat het Uwv bij de vaststelling van het dagloon de nabetalingen van juni, augustus en oktober 2015 had moeten meenemen.
Zoals partijen ter zitting hebben beaamd, blijkt uit een van de salarisspecificaties van juni 2015, namelijk salarisspecificatie 6.2, dat in de nabetaling van € 90.238,14 een bedrag van € 36.289,41 aan wettelijke verhoging is begrepen. De wettelijke verhoging is geen loon, zodat uiteindelijk een bedrag van € 53.948,73 aan loon moet worden meegenomen bij de dagloonberekening. In zoverre is er aanleiding om af te wijken van de loonopgave van [werkgever]. Het Uwv heeft in juni 2015 € 3.315,62 (het reguliere loon per maand) in aanmerking genomen, dus € 50.633,11 te weinig. Uit de salarisspecificatie van augustus 2015 blijkt dat in de nabetaling van € 5.954,39 in augustus 2015 een bedrag van € 1.082,99 aan wettelijke verhoging is begrepen. De wettelijke verhoging is, zoals gezegd, geen loon, zodat van het bedrag van € 5.954,39 een bedrag van € 4.871,40 in aanmerking had moeten worden genomen. Het Uwv heeft € 3.315,62 in aanmerking genomen, dus € 1.555,78 te weinig. Van de nabetaling in oktober 2015 van € 3.627,40 heeft het Uwv evenals van de betaling in augustus slechts € 3.315,62 in aanmerking genomen. Niet gebleken is dat in het bedrag van
€ 3.315,62 een buiten aanmerking te laten wettelijke verhoging was opgenomen. Dat betekent dat het Uwv het gehele bedrag van € 3.627,40 in aanmerking had moeten nemen. Het Uwv heeft derhalve € 311,78 te weinig in aanmerking genomen. In totaal heeft het Uwv op deze wijze € 52.500,67 te weinig aan loon over de referteperiode in aanmerking genomen. Het bedrag van € 52.500,67 komt overeen met een bedrag van € 203,36 per dag (€ 52.500,67 : 261 uitkeringsdagen x 1,011 indexatie). Het dagloon bedraagt dan in plaats van € 177,35, zoals door het Uwv vastgesteld, € 380,71 (€ 177,35 plus € 203,36). Dit bedrag is hoger dan het maximumdagloon van € 202,17. Daarom dient het dagloon te worden vastgesteld op € 202,17.