18 1820 PW-PV
Centrale Raad van Beroep
Enkelvoudige kamer
Proces-verbaal van de mondelinge uitspraak op het hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Zeeland-West-Brabant van 27 februari 2018, 17/7026 (aangevallen uitspraak)
[appellante] te [woonplaats] (appellante)
het college van burgemeester en wethouders van Tilburg (college)
Datum uitspraak: 19 maart 2019
Zitting heeft: W.F. Claessens als lid van de enkelvoudige kamer
Griffier: S.A. de Graaff
Appellante is ter zitting niet verschenen:. Namens het college is verschenen
M.H.H. Ligtenberg.
BESLISSING
De Centrale Raad van Beroep bevestigt de aangevallen uitspraak.
Deze beslissing is uitgesproken in het openbaar. Zij is gebaseerd op de volgende overwegingen.
1. Het college heeft de aanvraag om bijstand van appellante van 3 juli 2017 met toepassing van artikel 4:5, eerste lid, aanhef en onder c, van de Algemene wet bestuursrecht buiten behandeling gesteld. De grondslag van dat besluit is dat appellante de door het college gevraagde gegevens, waaronder bankgegevens van haarzelf en van haar minderjarige kinderen, niet heeft verstrekt, ook niet nadat haar daartoe een nadere termijn was gegeven.
2. Vaststaat dat appellante geen bankafschriften heeft overgelegd van de laatste drie maanden van haar spaarrekening en de spaarrekening van haar minderjarige kinderen en ook niet alle bankafschriften van haar betaalrekening over de maanden mei 2017 tot en met juli 2017.
3. De gevraagde gegevens waren, anders dan appellante stelt, van belang voor de beoordeling van de aanvraag. Deze bankgegevens zijn immers van belang voor de beoordeling van de financiƫle situatie van appellante en daarmee voor haar recht op bijstand.
4. De beroepsgrond van appellante dat haar bankgegevens kunnen worden geraadpleegd via SUWI-net, slaagt niet. Het college heeft er in zijn verweerschrift terecht op gewezen dat bankafschriften geen bij wettelijk voorschrift als authentiek aangemerkte gegevens zijn en dus niet kunnen worden verkregen uit bij ministeriƫle regeling aangewezen administraties.
5. Het hoger beroep slaagt dus niet. De aangevallen uitspraak wordt daarom bevestigd. Dit betekent dat de buiten behandelingstelling van de aanvraag om bijstand in stand blijft.
6. Voor een veroordeling in de proceskosten bestaat geen aanleiding.
De griffier Het lid van de enkelvoudige kamer
(getekend) S.A. de Graaff (getekend) W.F. Claessens