Aan het schorsingsbesluit heeft het Uwv artikel 47a, tweede lid, onder c, van de ZW juncto artikel 45, eerste lid, onder r, van de ZW ten grondslag gelegd. Dat appellant zich ernstig heeft misdragen wordt onderschreven. Aan het schorsingsbesluit kleeft echter een gebrek. Ingevolge artikel 2, tweede lid, van de Beleidsregels schorsing, opschorting, intrekking en herziening uitkeringen 2006 (Beleidsregels) wordt, indien de uitkering wordt geschorst, een termijn gesteld waarbinnen een verzekerde alsnog de noodzakelijke medewerking kan verlenen. In het geval van appellant is een dergelijke termijn niet gesteld. Desgevraagd heeft het Uwv, bij brief van 12 september 2019, zich op het standpunt gesteld dat de misdragingen van appellant al hebben plaatsgevonden en niet zijn terug te draaien. Mede gelet op de tweede volzin van artikel 2, tweede lid, van de Beleidsregels, dat een hersteltermijn niet van toepassing is indien de niet of niet behoorlijke nakoming onherstelbaar is, heeft een herstelmogelijkheid dan geen zin meer. Dit standpunt is niet in overeenstemming met de inhoud van het schorsingsbesluit, waarin appellant is verzocht contact op te nemen met werkgeefster om de schorsing ongedaan te maken. Dit is ook niet in overeenstemming met informatie over de verzuimbegeleiding, waaruit blijkt dat appellant per brief van
5 november 2015 een laatste kans is geboden om op een positieve manier mee te werken aan de verzuimbegeleiding. In het aanvullende verweerschrift is bevestigd dat het middel van schorsing is aangewend om appellant ertoe aan te zetten alsnog tot een voortzetting van de verzuimbegeleiding te komen. Hieruit volgt dat het schorsingsbesluit kennelijk was bedoeld om nakoming van de verplichtingen van appellant te bewerkstelligen. Indien verplichtingen niet worden nagekomen, is een schorsingsbesluit met een daaraan gekoppelde termijn bij uitstek het middel om die verplichtingen voor de toekomst wel af te dwingen. In zijn uitspraak van 12 juli 2017 (ECLI:NL:CRVB:2017:2560) heeft de Raad overwogen dat een dergelijke termijnstelling een essentieel element is in een schorsingsbesluit, dat er toe dient een betrokkene te bewegen alsnog binnen de gestelde termijn aan zijn verplichtingen te voldoen. Dat een termijnstelling hier niet aan de orde was wordt, gelet op het samenstel van beschikbare gegevens, niet gevolgd. Het bestreden besluit kan, voor zover het ziet op het schorsingsbesluit, dan ook niet in stand blijven, omdat er een ernstig gebrek aan kleeft.