Bij verzoek van 22 augustus 2019, ECLI:NL:CRVB:2019:2782 (verzoek), heeft de Raad het Hof van Justitie van de Europese Unie (Hof) verzocht om een prejudiciële beslissing als bedoeld in artikel 267 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie. Het Hof heeft arrest gewezen op 28 oktober 2021, C-636/19, Y tegen CAK, ECLI:EU:C:2021:885. Appellante heeft een reactie op dit arrest toegezonden.
Naar aanleiding van het arrest heeft CAK het standpunt ingenomen dat de door appellante op 1 juli 2015 gedeclareerde zorgkosten van in totaal € 16.853,13, volgens de Nederlandse voorwaarden en tarieven kunnen worden vergoed tot een bedrag van € 16.744,-. Ter zitting hebben de gemachtigden van appellante meegedeeld akkoord te gaan met deze vergoeding. Gevraagd is wel om vergoeding van de wettelijke rente en om vergoeding van de proceskosten in beroep en in hoger beroep. Het gaat daarbij om de vergoeding van proceshandelingen die door mr. [naam] zijn verricht en de reiskosten die zijn gemaakt door mr. [naam] en de echtgenoot.
Doende wat de rechtbank zou behoren te doen, zal de Raad het beroep gegrond verklaren, het bestreden besluit vernietigen, het besluit van 20 juli 2015 herroepen en zelf in de zaak voorzien door aan appellante een bedrag van € 16.744,- toe kennen als vergoeding van de gedeclareerde kosten van verleende zorg in Duitsland, te betalen door CAK. CAK wordt veroordeeld tot betaling aan appellante van een vergoeding van schade bestaande uit de wettelijke rente over de aan appellante na te betalen vergoeding van € 16.744,- met toepassing van artikel 4:102, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
Desgevraagd heeft mr. [naam] ter zitting toegelicht dat hij wel vaker juridische adviezen geeft, maar dat hij geen professioneel rechtshulpverlener is en voor die adviezen in beginsel geen vergoeding vraagt. In deze omstandigheden is naar het oordeel van de Raad niet aan het in vaste rechtspraak van de Raad neergelegde criterium voldaan en is daarom geen sprake van beroepsmatig verleende rechtsbijstand. De kosten van rechtsbijstand komen dan ook niet voor vergoeding in aanmerking. In beginsel komen alleen de reiskosten van appellante zelf voor vergoeding in aanmerking. Nu zij zelf niet is verschenen, maar zich heeft laten vertegenwoordigen door een niet-professionele gemachtigde zal CAK tot vergoeding van de reiskosten van mr. [naam] worden veroordeeld.