beslissing
______________________________________________________________________ _ _
afdeling civiel recht en belastingrecht
zaaknummer : 200.105.574/01 NOT
zaaknummer eerste aanleg : 11-08
beslissing van de notaris- en gerechtsdeurwaarderskamer van 16 juli 2013
1.[klager 1],
wonende te [woonplaats] (Frankrijk),
2.[klaagster 2],
wonende te [woonplaats],
appellanten,
gemachtigde: P.H. Admiraal,
[de notaris],
notaris te [vestigingsplaats],
geïntimeerde,
gemachtigde: mr. P. Wanders, advocaat te Amsterdam.
1 Het geding in hoger beroep
1.1.
Van de zijde van appellanten, verder klagers, is bij een op 18 april 2012 ter griffie van het hof ingekomen verzoekschrift - met bijlagen - tijdig hoger beroep ingesteld tegen de aan deze beslissing gehechte beslissing van de kamer van toezicht over de notarissen en kandidaat-notarissen te ‘s-Gravenhage, verder de kamer, van 21 maart 2012, waarbij de kamer de klacht van klagers tegen geïntimeerde, verder de notaris, op alle onderdelen ongegrond heeft verklaard.
1.2.
Van de zijde van klagers is op 29 mei 2012 een aanvullend beroepschrift - met bijlagen - en zijn op 6 juni 2012 nadere stukken ter griffie van het hof ingekomen.
1.3.
Van de zijde van de notaris is op 16 augustus 2012 een verweerschrift - met een bijlage - ter griffie van het hof ingekomen.
1.4.
De zaak is behandeld ter openbare terechtzitting van het hof van 28 februari 2013. Klager sub 1. is - hoewel daartoe behoorlijk opgeroepen - niet verschenen. Klaagster sub 2., bijgestaan door genoemde gemachtigde, en de notaris bijgestaan door mr. D. Gondrie, advocaat te Amsterdam zijn verschenen. Allen hebben het woord gevoerd; de gemachtigden aan de hand van aan het hof overgelegde pleitnotities.
5 Het standpunt van de notaris
De notaris heeft de stellingen van klagers betwist en zich als volgt verweerd.
5.1.1.
De leden van de vereniging waren al sinds 2005 bekend met het probleem van leegstand in de serviceflat omdat de flats moeilijk verkoopbaar waren in verband met de hoge servicekosten en de moeilijke financierbaarheid van de woonrechten. In de jaren erna is binnen de vereniging - op vergaderingen en presentaties - onder meer de mogelijkheid van liquidatie van de Woonvereniging en de omzetting van de lidmaatschapsrechten van de leden in appartementsrechten regelmatig als oplossing van het probleem aan de orde gesteld. De gevolgen van de omzetting zijn tevens uitvoerig omschreven in de agenda van de algemene ledenvergadering van 28 oktober 2010, waarin het onderhavige besluit aan de orde was, in het notarieel proces-verbaal van die vergadering en in de aanbevelingsbrieven van het bestuur van de vereniging. Voorts zijn de voor de omzetting relevante stukken drie dagen voor de informatiebijeenkomst door het bestuur aan de leden ter beschikking gesteld. Die stukken zijn vervolgens op de informatiebijeenkomst door de notaris besproken en toegelicht. Hierbij heeft de notaris de leden medegedeeld dat zij vragen, opmerkingen en wijzigingsvoorstellen tot 7 februari 2011 konden indienen. Op alle vragen, ook die na voornoemde datum zijn gesteld, heeft de notaris geantwoord. Op geen enkele wijze heeft de notaris tijdens of na de informatiebijeenkomst de indruk gekregen of signalen ontvangen dat er sprake zou zijn van tijdsdruk of dat de leden anderszins niet in staat of gelegenheid waren geweest om de stukken door te nemen, deze te bespreken met derden en/of vragen te stellen aan hem of zijn medewerkers. In de algemene ledenvergadering is bijna unaniem besloten tot vereffening van het vermogen van de vereniging, waarbij een lidmaatschaprecht van de vereniging - als liquidatie-uitkering - in een appartementsrecht zou worden omgezet. De verkoop van niet bewoonde appartementen behoorde, gezien het revitaliseringsproces waartoe de leden van de vereniging hadden besloten en het tekort in het onderhoudsfonds, tot de taak van de vereffenaren. Overigens is het een gebruikelijk proces om op die manier de reorganisatie en een tekort in het reservefonds te financieren.
5.1.2.
In de algemene ledenvergadering zijn de vereffenaren bij bijna unaniem besluit door de leden gemachtigd om alles te doen wat zij noodzakelijk achtten om de liquidatie van de vereniging te bewerkstelligen. Ook in de volmachten die door bijna alle leden zijn getekend, zijn de vereffenaren hiervoor gemachtigd. Daarbij was het voornemen om tot verkoop van een aantal appartementen over te gaan al in eerdere vergaderingen aan de orde gesteld. Voorts is in de uitnodiging voor de informatiebijeenkomst door de vereffenaren melding gemaakt van de voorgenomen verkoop van de desbetreffende appartementsrechten.
5.1.3.
Na publicatie van de concepten van de akten heeft het bestuur voorgesteld artikel 52 van het modelreglement in de splitsingsakte te wijzigen. Vervolgens is de voorgestelde wijziging op verzoek van een meerderheid van de leden komen te vervallen en is vorenbedoeld artikel (alsnog) in overeenstemming gebracht met de oorspronkelijke tekst van het modelreglement.
5.1.4.
Het legaliseren van handtekeningen is niet exclusief aan een notaris opgedragen. De personen die de volmachten in casu (mede) hebben gelegaliseerd, hebben dat onder de verantwoordelijkheid van de notaris gedaan aan de hand van een door hem gegeven schriftelijke en mondelinge instructie.
5.2.
In hoger beroep heeft de notaris erkend dat hij aan de bewoners had moeten melden dat artikel 52 van het modelreglement in de splitsingsakte ten opzichte van het eerdere concept was aangepast. De notaris heeft aangevoerd dat bij omzettingen van dergelijke omvang onzorgvuldigheden onvermijdelijk zijn en dat hij de fout heeft hersteld.
5.3.
Ter gelegenheid van de mondelinge behandeling van het hoger beroep heeft de notaris op vragen van het hof - voor zover van belang - het volgende verklaard. Hij heeft met het bestuur gesproken over de wijze waarop de volmachten dienden te worden gelegaliseerd, waarbij hij het bestuur verschillende alternatieven heeft voorgelegd. Deze werkzaamheden vielen namelijk buiten zijn opdracht. In de praktijk blijkt dat mensen bij de legalisatie nauwelijks inhoudelijke opmerkingen of vragen hebben. Bovendien is in de algemene ledenvergadering aan de bewoners gezegd dat zij de gelegenheid hadden om via de website van de notaris inhoudelijk op een en ander te reageren, hetgeen een aantal bewoners ook heeft gedaan. Voorts is in verschillende presentaties aan de orde gekomen dat de belegger, in verband met de onderhoudsachterstand van door deze aan te kopen appartementsrechten, de voorwaarde had gesteld dat het batig saldo van de vereniging zou worden overgebracht naar het reservefonds van de vereniging van eigenaars en met die voorwaarde is ook rekening gehouden bij het bepalen van de koopprijzen van de appartementsrechten.
6 De beoordeling
6.1.
Het hof behandelt de zaak in hoger beroep opnieuw in volle omvang. Daarbij worden evenwel alleen in beschouwing genomen klachten die ook in de procedure in eerste aanleg aan de orde zijn geweest. Aan een beoordeling van het voor het eerst in hoger beroep door klagers geuite verwijt dat de notaris begin januari 2012 met de wetenschap dat de vereffenaren inmiddels waren ontslagen in opdracht van die vereffenaren twee akten van levering heeft gepasseerd, komt het hof derhalve niet toe. Klagers zullen in dit klachtonderdeel niet ontvankelijk worden verklaard.
6.2.
Met betrekking tot het hiervoor onder 4.2. sub i. weergegeven klachtonderdeel heeft het onderzoek in hoger beroep niet geleid tot de vaststelling van andere beschouwingen en gevolgtrekkingen dan die zijn vervat in de beslissing van de kamer, waarmee het hof zich verenigt. Het hof voegt daaraan nog het volgende toe.
De notaris heeft ter zitting onweersproken gesteld dat in verschillende aan de leden van de vereniging gegeven presentaties aan de orde is gekomen dat de belegger in het kader van de door haar aan te kopen appartementsrechten de voorwaarde had gesteld dat het batig saldo van de vereniging zou worden overgeboekt naar het reservefonds van de vereniging van eigenaars (in verband met de onderhoudsachterstand van het flatgebouw) en dat met die voorwaarde rekening is gehouden bij het bepalen van de koopprijzen van de appartementsrechten. In de akte houdende wijziging splitsing, waarvan alle leden van de vereniging, derhalve ook klagers, een concept hebben ontvangen, is onder het kopje “8. Nieuw splitsingsreglement”, onder “A. Definities en algemene bepalingen” in artikel 10 - kort samengevat - opgenomen dat er een reservefonds moet worden gevormd ter voldoening van de kosten die zijn voorzien in het onderhoudsplan dat het bestuur verplicht is op te (laten) maken, waarin zijn opgenomen de onderhouds- en herstelwerkzaamheden en de vernieuwingen die op meer jaren betrekking hebben. Uit het proces-verbaal van de algemene ledenvergadering blijkt dat de notaris heeft uitgelegd dat het vermogen van de vereniging met de leden moest worden vereffend en dat een rapporteur van het bestuur van de vereniging heeft medegedeeld dat het vermogen zou overgaan naar de vereniging van eigenaars.
Hoewel de leden op grond van het vorenoverwogene bekend konden worden geacht met het feit dat het batig saldo van de vereniging niet conform artikel 55 van de statuten van de vereniging met hen zou worden vereffend, in die zin dat dit aan hen zou worden uitbetaald – mede bezien het feit dat de leden op de hoogte waren van het probleem van leegstand en de onderhoudsachterstand van de flat - , ware het naar het oordeel van het hof beter geweest als de notaris met betrekking tot dit specifieke financiële gevolg van de liquidatie van de vereniging in het kader van de omzetting (nog) meer uitleg had gegeven aan de leden. Het risico bestond dat de leden, voor het overgrote deel oudere mensen, de financiële gevolgen van de ingewikkelde omzetting en liquidatie van de vereniging op basis van de conceptakten en mededelingen tijdens de bijeenkomsten niet voldoende konden overzien. Het hof acht het achterwege laten van meer voorlichting door de notaris niet tuchtrechtelijk verwijtbaar. Het voorgaande leidt ertoe dat de klacht op dit punt ongegrond zal worden verklaard.
6.3.
Ten aanzien van het hiervoor onder 4.2. sub ii. weergegeven klachtonderdeel overweegt het hof het volgende. Uit artikel 2:44 lid 2 Burgerlijk Wetboek volgt dat het bestuur van een vereniging slechts indien dit uit de statuten voortvloeit, bevoegd is te besluiten tot - onder meer - het aangaan van overeenkomsten tot vervreemding van registergoederen. Uit artikel 44 aanhef en sub a. van de statuten van de vereniging blijkt dat het bestuur van de vereniging voor het aangaan van overeenkomsten strekkende tot het verwerven, vervreemden of bezwaren van registergoederen de voorafgaande toestemming van de algemene vergadering nodig had. Anders dan de kamer heeft overwogen, betekent dit dat het in de algemene ledenvergadering genomen besluit de vereffenaren (de voormalige leden van het bestuur) te machtigen om (verder) alles te doen dat de vereffenaren nuttig of noodzakelijk achtten om de liquidatie van de vereniging te bewerkstelligen, de vereffenaars niet machtigde tot verkoop en levering van twee appartementsrechten en een aantal algemene ruimten over te gaan. Daarvoor was afzonderlijke expliciete toestemming van de algemene ledenvergadering vereist. Op de rechtspersoon in liquidatie blijven immers de statutaire regels zoals die voor de ontbinding golden, voor zover mogelijk van toepassing.
Het valt de notaris aan te rekenen dat hij de vereffenaren niet erop heeft gewezen dat hiervoor een rechtsgeldig genomen besluit van de algemene vergadering nodig was en dat hij in strijd met de statuten van de vereniging aan de verkoop en levering van bedoelde zaken op 15 februari 2011 heeft meegewerkt. Het behoort immers tot de taak van de notaris in het kader van het opmaken van een akte van koop en levering deugdelijk onderzoek te doen naar - onder meer - de bevoegdheid tot levering van het desbetreffende registergoed door de verkoper(s) en in dit geval in het bijzonder de bevoegdheid van de vereffenaren. Het argument van de notaris dat het voornemen tot verkoop verschillende keren aan de orde is gesteld, maakt niet dat de beperking in de bestuursbevoegdheid daarmee is weg genomen. Het hof acht de handelwijze van de notaris op dit punt tuchtrechtelijk laakbaar. Het voorgaande brengt met zich dat dit klachtonderdeel gegrond zal worden verklaard.
6.4.
Ten aanzien van het hiervoor onder 4.2. sub iii. weergegeven klachtonderdeel is het hof - met de kamer - van oordeel dat klagers geruime tijd voor de geplande passeerdatum hebben kunnen kennisnemen van het concept van de akte houdende wijziging splitsing en dat zij voldoende tijd hebben gehad om wijzigingen in die akte voor te stellen.
Met betrekking tot de gewijzigde tekst van artikel 52 van het modelreglement in die akte overweegt het hof het volgende. De notaris heeft de tekst van voornoemd artikel op verzoek van het bestuur gewijzigd. De door het bestuur gewenste wijziging betrof in de kern het opnemen van het zwaardere vereiste van een absolute meerderheidseis in plaats van een gekwalificeerde meerderheidseis en quorumeis met betrekking tot het nemen van financiële besluiten. Weliswaar heeft de notaris de wijziging hersteld, maar eerst nadat hiertoe door een lid een verzoek was gedaan.
Het had op de weg van de notaris gelegen om de leden van de vereniging over deze door het bestuur gewenste en voor hen verstrekkende wijziging te informeren, alsmede hen te wijzen op de gevolgen van deze wijziging, hetgeen de notaris in hoger beroep ook heeft erkend. Door dit na te laten heeft de notaris onzorgvuldig gehandeld en de belangen van klagers (en de overige leden) veronachtzaamd. Dit betekent dat dit klachtonderdeel eveneens gegrond zal worden verklaard.
6.5.
Met betrekking tot het hiervoor onder 4.2. sub iv. weergegeven klachtonderdeel heeft het onderzoek in hoger beroep ertoe geleid dat het hof zich verenigt met de beschouwingen en gevolgtrekkingen die zijn vervat in de beslissing van de kamer.
Het hof voegt daaraan nog toe dat gesteld noch gebleken is dat het proces van de identificatie van de leden van de vereniging en de legalisatie van de handtekeningen, dat niet door de notaris maar door derden - die de leden kenden - heeft plaatsgevonden, een valse handtekening heeft opgeleverd. Voorts is het hof van oordeel dat de notaris de wilscontrole van de leden van de vereniging met betrekking tot de inhoud van de verschillende akten voldoende heeft getoetst door hen in de algemene ledenvergadering van 28 oktober 2010, in de informatiebijeenkomst alsook in de door hen van de notaris ontvangen brief van 12 januari 2011 de gelegenheid te bieden inhoudelijk op de verschillende concepten te reageren, hetgeen een aantal leden ook heeft gedaan,De door klagers geponeerde stelling dat de door de notaris gekozen wijze van identificatie en legalisatie onvoldoende recht heeft gedaan aan de wilscontrole van de leden, wordt verworpen.
6.6.
Wat betreft de op te leggen maatregel overweegt het hof als volgt. De notaris heeft ter zake van de onder 4.2. sub ii. en iii. genoemde klachtonderdelen niet gehandeld zoals een zorgvuldig notaris betaamt en daardoor de belangen van klagers veronachtzaamd. Gezien de aard en de ernst van de handelwijze van de notaris is het hof van oordeel dat de maatregel van berisping passend en geboden is.
6.7.
Nu het hof deels tot een andere beslissing is gekomen dan de kamer, kan de beslissing van de kamer niet in stand blijven en zal deze worden vernietigd.
6.8.
Hetgeen partijen verder nog naar voren hebben gebracht, kan als in het voorgaande reeds behandeld dan wel als thans niet ter zake dienend buiten beschouwing blijven.
6.9.
Het hiervoor overwogene leidt tot de volgende beslissing.
7 De beslissing
- vernietigt de bestreden beslissing en opnieuw rechtdoende:
- verklaart klagers niet ontvankelijk in het klachtonderdeel zoals bedoeld onder 6.1.;
- verklaart het klachtonderdeel zoals weergegeven onder 4.2. sub i. ongegrond;
- verklaart de klachtonderdelen zoals weergegeven onder 4.2. sub ii. en iii. gegrond, met
oplegging van de maatregel van berisping;
- verklaart het klachtonderdeel zoals weergegeven onder 4.2. sub iv. ongegrond.
Deze beslissing is gegeven door mrs. A.D.R.M. Boumans, A.M.A. Verscheure en
A.H.N. Stollenwerck en in het openbaar uitgesproken op dinsdag 16 juli 2013 door de rolraadsheer.
Kamer van Toezicht over de Notarissen en Kandidaat-Notarissen
’s-Gravenhage
Beslissing van 21 maart 2012inzake de klacht onder nummer 11-08 van:
2 De feiten
a. a) Serviceflat [C.] te [woonplaats] is een seniorenflat met ruim 100 appartementen. De bewoners waren lid van de Woonvereniging [C.] en woonden krachtens een zogenaamd woonrecht. Het flatgebouw, inclusief de afzonderlijke appartementen, was eigendom van de Woonvereniging, die ook het servicepakket ten behoeve van de bewoners verzorgde.
De woonrechten bleken moeilijk te verkopen (onder meer omdat geen hypotheek mogelijk was en de servicekosten erg hoog waren), waardoor toenemende leegstand ontstond.
Vanaf 2005 is door het bestuur van de woonvereniging gezocht naar een oplossing voor die problemen. In 2007 is op verzoek van het bestuur van de Woonvereniging door de Stichting Dienstverlening Serviceflats onderzoek gedaan naar en gerapporteerd over de exploitatiemogelijkheden, marktpositie en toekomstverwachtingen. Het rapport is begin 2008 aan de leden gepresenteerd. Er is vervolgens een revitaliseringstraject ingezet en (uiteindelijk) gekozen voor omzetting van de woonrechten van de leden in appartementsrechten. De bewoners konden het aldus verkregen appartementsrecht verkopen aan een belegger, die bereid was de woning vervolgens aan hen te verhuren, maar konden ook ervoor opteren het appartementsrecht niet te verkopen.
b) Op 26 maart 2010 passeerde notaris [naam] te [vestigingsplaats] op verzoek van Woonvereniging [C.] de akte van splitsing in appartementsrechten van het flatgebouw [C.], met toebehoren, aan [adres], zulks zoals de vereniging besloten had in haar algemene ledenvergadering van 27 mei 2009.
c) In september 2010 heeft[de notaris] op verzoek van het bestuur van Woonvereniging [C.] een offerte opgemaakt voor de omzetting van de juridische structuur van deze vereniging in een vereniging van eigenaren, in die zin dat de lidmaatschapsrechten van de verenigingsleden moesten worden omgezet in appartementsrechten.
Op 6 oktober 2010 heeft het bestuur van Woonvereniging [C.] de offerte van de notaris aanvaard.
d) Op 28 oktober 2010 heeft een algemene ledenvergadering van Woonvereniging [C.] plaatsgevonden. Een van de agendapunten was:
“6. Voorstel tot ontbinding van de woonvereniging [C.] en de omzetting van de huidige lidmaatschapsrechten ten titel van liquidatie in een met een lidmaatschapsrecht overeenkomend appartementsrecht en het nemen van de volgende besluiten:
-
besluit tot ontbinding van de vereniging (dit besluit kan genomen worden indien 4/5de van het aantal stemgerechtigde leden van de woonvereniging aanwezig of vertegenwoordigd is en het besluit met een meerderheid van tenminste 3/4de van de geldig uitgebrachte stemmen wordt genomen; artikel 54 van de statuten;
-
ter vereffening van het vermogen van de vereniging (in liquidatie) wordt een lidmaatschapsrecht van de woonvereniging als liquidatieuitkering omgezet in een appartementsrecht;
-
te bekrachtigen dat in overeenstemming met het bepaalde in artikel 55 van de statuten ieder bestuurslid van de vereniging wordt aangesteld als vereffenaar van het vermogen van de vereniging;
-
e vereffenaars te machtigen om een ontwerp akte van wijziging van de splitsingsakte op te laten stellen (het ontwerp van de gewijzigde akte van splitsing zal aan de (voormalige) leden van de woonvereniging [C.] (in liquidatie) worden voorgelegd.
-
de appartementsrechten na vaststelling van de gewijzigde splitsingsakte te leveren aan de betrokken lidmaatschapsgerechtigden;
-
verder alles te doen dat de vereffenaars nuttig of noodzakelijk achten om het vorenstaande te bewerkstelligen.”
e) De notaris was bij deze vergadering aanwezig en heeft een proces-verbaal van notulen opgesteld. Dit proces-verbaal vermeldt onder meer:
“6. (…..)
[de notaris] deelt mede dat er negentig (90) aanwezig leden casu quo de gemachtigden van leden aanwezig zijn. Er zijn zesentachtig (86) geldige stemmen uitgebracht. Van deze zesentachtig (86) geldig uitgebrachte stemmen zijn twee (2) onthoudingen en vierentachtig (84) voor. De besluiten zijn derhalve met een meerderheid van achtennegentig procent (98%) van de geldig uitgebrachte stemmen aangenomen.”
f) Op 21 januari 2011 heeft Woonvereniging [C.] een informatiebijeenkomst voor de leden gehouden. De notaris is daarbij aanwezig geweest. De leden zijn op 5 januari 2011 voor deze vergadering uitgenodigd. De agenda en vergaderstukken, waaronder het proces-verbaal van de notulen van de vergadering van 28 oktober 2010 en diverse concept aktes zijn op 18 januari 2011 via de website van de notaris ter beschikking gesteld aan de leden. Tijdens de informatiebijeenkomst kondigde het bestuur aan dat verzoeken om aanpassing van de verschillende aktes nog tot en met 7 februari 2011 konden worden ingediend bij de notaris. Desgevraagd deelde de notaris op de informatiebijeenkomst mee dat ontwerpen (lees: van de akten) middels volmacht door de leden moesten worden goedgekeurd, dat de vereniging na 28 oktober 2010 in liquidatie was, dat met het vereffenen en de ontbinding van de vereniging het bestuur een nieuwe functie had en volledig bevoegd was en dat de bestuurders hierover rekening en verantwoording moesten afleggen.
g) Vragen die door de gemachtigde van klagers bij e‑mails van 28 januari 2011 en 7 februari 2011 aan de notaris werden gesteld, werden in de tussentijd door de notaris beantwoord.
h) Bij brief van 9 februari 2011 aan alle bewoners van [C.] deelden de voorzitter en de secretaris van Woonvereniging [C.] mee dat de bestuursleden in hun nieuwe functie van vereffenaars in overleg met de notaris en op diens advies besloten hadden enkele aanpassingen (voorgesteld tijdens de informatiebijeenkomst en daarna)(in de op 15 februari 2011 te passeren aktes, toevoeging KvT) over te nemen. De van belang zijnde stukken zijn volgens deze brief op de website van de notaris te vinden en voor degenen die deze stukken niet op de website konden raadplegen was er gelegenheid voor inzage daarvan op het kantoor van [naam].
i. i) Bij email van 12 februari 2011 gericht aan het bestuur, de notaris en de Stichting Dienstverlening Serviceflats reageerde klaagster op voormelde brief van 9 februari 2011. Op 14 februari 2011 was er een emailwisseling tussen achtereenvolgens notaris [naam], namens klaagster, en de notaris in antwoord op de email van notaris [naam].
j) Na verschillende versies van de conceptakte van splitsing van de appartementsrechten vanaf 17 januari 2011, van de akte van levering van deze appartementsrechten vanaf 24 januari 2011 en van de akte van liquidatie op de wijze als voormeld aan de leden beschikbaar te hebben gesteld, passeerde de notaris op 15 februari 2011 de drie akten. Klagers waren bij de akte van liquidatie bij schriftelijke volmacht vertegenwoordigd door een medewerkster van de notaris.
k) In de akte van liquidatie van de serviceflatvereniging staat onder meer: “Vervolgens heeft de algemene ledenvergadering van de vereniging in liquidatie op achtentwintig oktober tweeduizendtien (…) tevens besloten:
f. de vereffenaars te machtigen te doen om hetgeen zij nuttig of noodzakelijk achten om het vorenstaande te bewerkstelligen”.