Vervolgens heeft de ondernemingsraad op 21 juni 2013 aan CBB, ter attentie van de bestuurder, schriftelijk bericht:
“(…)
Betreft: Adviesaanvraag voornemen tot belangrijke inkrimping van de werkzaamheden van [CBB], het advies.
(…)
Mocht komen vast te staan dat er afscheid genomen moet worden van collega’s, dan is naar de mening van de OR het onbestaanbaar dat hier geen (financiële) compensatie tegenover staat (…). Beroep op het ontbreken van de benodigde middelen daartoe, gaat om meerdere redenen mank:
In een recent verleden heeft er een dividendafdracht aan [Arcus Holding] plaatsgevonden van € 750.000,00. De Stichting Arcus houdt, gezien de invloed die deze uitoefent op de besluitvorming, CBB mede in stand en moet – voor de toepassing van de WOR – derhalve als medeondernemer worden beschouwd.
Op Stichting Arcus berust – naast andere – derhalve de verplichting om vacatures binnen haar organisatie open te stellen en zich ook anderszins als goed werkgever te gedragen.
De stelling dat de beschikbare middelen aangewend moeten worden voor de continuïteit van CBB snijdt geen enkel hout, zolang er geen concrete plannen liggen die op hun merites kunnen worden beoordeeld.
Dit alles overwegende, adviseert de OR u te besluiten:
1. hem in kennis te stellen van alle opties die zijn overwogen en in werking zijn of worden gesteld om boventalligheid te voorkomen;
2. in verband daarmee hem te informeren over de te behalen of behaalde resultaten;
3. hem te informeren over de medewerking – of het ontbreken daarvan – van de Stichting Arcus;
4. hetzij hem een concreet plan ter advisering voor te leggen waaruit blijkt – ter beoordeling van een extern bureau – dat er geen toekomst bestaat voor CBB,
5. hetzij hem een sociaal plan ter advisering voor te leggen – ter beoordeling van een extern adviseur – waaruit de daadwerkelijke financiële ruimte blijkt en hoe die maximaal wordt ingezet ten behoeve van medewerkers waar mogelijk afscheid van moet worden genomen;
6. een aanpak te ontwikkelen die er in voorziet dat alle medewerkers op adequate wijze worden geïnformeerd over de ontwikkelingen, waardoor zij kunnen begrijpen waarom, met welk doel, welke besluiten, met welke gevolgen worden/zijn genomen.
De OR verzoekt u in uw antwoord op dit advies in te gaan op voornoemde punten. Uiteraard is hij graag bereid deze toe te lichten.”