Het gaat in deze zaak, samengevat, om het volgende.
(i) Rijkswaterstaat is in 1969 eigenaar geworden van het een perceel grond, kadastraal bekend gemeente Velsen, sectie F, nummer 8778, gelegen aan de [adres] (hierna: het terrein). Zij had het terrein in gebruik voor onder meer opslag van wegenzout. Om dit terrein te kunnen bereiken heeft Rijkswaterstaat een weg aangelegd vanaf de Hoofdstraat tot het terrein (hierna: de weg). Aan het eind van de weg wordt het terrein afgesloten met een slagboom.
(ii) [X] was (in ieder geval) sedert 1976 eigenaar van een perceel landbouwgrond, kadastraal bekend gemeente Velsen, sectie F, nummer 7409 (hierna: het weiland). Hij heeft het weiland ingebracht in Trustee. Het weiland is van de weg gescheiden door een sloot. Deze sloot, inclusief beide wallekanten, was eigendom van Rijkswaterstaat. Over de sloot ligt een houten brug, die Trustee betrekkelijk recent heeft gerenoveerd. Het weiland is voorzien van hekwerk met bij de brug een toegangshek. Het weiland is onder meer bereikbaar vanaf de Hoofdweg via de weg en de brug.
(iii) Rijkswaterstaat heeft haar terrein met inbegrip van de weg en de sloot verkocht aan [Y] en [Z]. Deze heeft het geheel in 2000 doorverkocht aan [A], die dit heeft in gebracht in Kiheho. De laatste gebruikt het voor opslag van materieel van haar dochterondernemingen.
(iv) In 2011 heeft Kiheho een toegangshek (hierna: het nieuwe hek) geplaatst aan het begin van de weg. Trustee heeft sedert dien geen toegang tot meer tot het weiland via de weg.