2.1
Het gaat in deze zaak om het volgende.
a. [appellant], geboren op [geboortedatum], is op 1 augustus 1986 in dienst getreden bij een rechtsvoorganger van Euroclear. Zijn laatstverdiende salaris bedroeg € 10.550,50 bruto per maand, exclusief vakantietoeslag, gratificatie en emolumenten.
b. In de loop van 2007 zijn partijen gaan onderhandelen over de voorwaarden waaronder de arbeidsovereenkomst tussen hen zou eindigen. Uitgangspunt daarbij was in elk geval dat [appellant] gebruik zou maken van de levensloopregeling om de datum van uitdiensttreding te verschuiven naar een latere datum dan die waarop hij feitelijk zou stoppen met werken.
c. In opdracht van Euroclear heeft haar pensioenadviseur Towers Perrin op 28 oktober 2007 een document genaamd “Memorandum” opgesteld waarin voor zover van belang is vermeld:
“In alle scenario’s in deze memo is er vanuit gegaan dat het pensioen ingaat op 62-jarige leeftijd. Vanaf de vertrekdatum tot 62-jarige leeftijd wordt gebruik gemaakt van de levensloopregeling.
(…)
Levensloopuitkering (…)- 31 aug 2013”
d. Op 12 november 2007 heeft [appellant] een e-mail gezonden aan [X], werkzaam bij de HR afdeling van Euroclear, die voor zover van belang het volgende inhoudt:
“3) We gaan er van uit dat het dienstverband eerst aan het einde van het levensloop-
verlof (per 31-8-2013) wordt verbroken en dat dan het pre-pensioen in gaat. (…)
4) Feitelijk maken we afspraken voor de komende 6 jaren (31-8-2013:einde levensloopverlof)”.
e. Op 4 december 2007 heeft [Y], werkzaam bij Human Resources Division Euroclear S.A.(aandeelhoudster van Euroclear), aan [X] een e‑mail gezonden waarbij een stuk was gevoegd dat zij aanduidt als het “document dat constructie samenvat.” Daarin is onder meer vermeld:
“01/01/2010 till 31/08/2013 start sabatical via levensloop
(…)
31/08/2013 einde arbeidsovereenkomst”
f. [appellant] heeft op 19 december 2007 aan [X] een e-mail gezonden die, voor zover van belang, het volgende inhoudt:
“Dan even waar ik sta. Op basis van de door jou gegeven getallen heb ik een high level bruto/netto berekening gemaakt. Ik heb hierbij gebruik gemaakt van de belastingtarieven voor 2007. Op het eerste gezicht is een en ander volgens verwachting. Natuurlijk zijn er een paar aandachtspunten, maar het lijkt er voorlopig niet op dat dit showstoppers zal opleveren.”
g. In mei 2008 zijn partijen tot overeenstemming gekomen over de wijze van beëindiging van de arbeidsovereenkomst. Dit is vastgelegd in twee door Euroclear voor akkoord getekende brieven van 27 mei 2008, een arbeidsovereenkomst en een op 28 mei 2008 gedateerde vaststellingsovereenkomst (hierna: de vaststellings-overeenkomst).
h. Bij brief van 28 mei 2008 heeft [appellant] aan Euroclear onder meer het volgende geschreven, voor zover van belang:
“(…)
Onder verwijzing naar de vaststellingsovereenkomst tussen Euroclear en mij van 27 mei 2008 en de relevante regelingen uit het Handboek Personeel (december 2007), laat ik je weten dat ik graag gebruik maak van de mogelijkheid van het opnemen van levensloopverlof.
Conform wat is afgesproken in voornoemde vaststellingsovereenkomst zou ik graag per 1 oktober 2009 het levensloopverlof laten ingaan. Hierbij is dan sprake van 100 % verlof. (…)”
i. In een van de hiervoor genoemde brieven is vastgelegd dat [appellant], naast zijn reguliere bonus van minimaal € 35.000,- over de jaren 2008 en 2009 extra bruto toeslagen krijgt van € 75.000,- in juni 2008, € 75.000,- in april 2009 en € 50.000,- in september 2009. Deze bedragen zijn gestort op de levenslooprekening van [appellant].
j. De vaststellingsovereenkomstbepaalt, voor zover van belang:
“1. De arbeidsovereenkomst van de heer [appellant] zal met ingang van 30 september 2009 met wederzijds goedvinden eindigen (‘Einddatum’). De Einddatum kan desgewenst worden uitgesteld indien de heer [appellant] met ingang van 1 oktober 2009 100% levensloopverlof wenst op te nemen. De heer [appellant] wordt verzocht tijdig Euroclear Nederland in te lichten indien hij dit levensloopverlof wenst op te nemen. In dat geval zal de Einddatum worden uitgesteld met de duur dat de heer [appellant] 100% levensloopverlof geniet tot de datum dat het levensloopverlof om welke reden dan ook wordt beëindigd (“Uitgestelde Einddatum).”
k. In eerdere concepten van de vaststellingsovereenkomst stond: “De Einddatum kan desgewenst worden uitgesteld indien de heer [appellant] met ingang van 1 oktober tot en met 30 september 2013 voor 100% levensloopverlof wil opnemen.”.
l. [appellant] heeft met ingang van 1 oktober 2009 levensloopverlof opgenomen. Zo lang het levensloopverlof voortduurt heeft [appellant] ingevolge het desbetreffende reglement recht op voortzetting van pensioenopbouw. Tot 31 augustus 2013 is daarmee een bedrag van € 258.640,- gemoeid.
m. Euroclear heeft [appellant] bij e-mail van 11 augustus 2008 onder meer het volgende meegedeeld:
“Per 1 oktober 2009 start dan je levensloopregeling, met behoud van je arbeidsovereenkomst. Zoals meermalen besproken en mondeling overeengekomen, zal je levensloopregeling en dus je arbeidsovereenkomst een einde nemen op 30 september 2013.”
n. [appellant] heeft gereageerd bij e-mail van 14 augustus 2009 waarin hij, voor zover van belang, schreef:
“Het eenzijdig vaststellen van de ‘uitgestelde einddatum’ op 30 september 2013 is in mijn ogen voorbarig. Naar mijn mening geeft de overeenkomst de ruimte en de levensloop en daarmee de arbeidsovereenkomst te beëindigen op uiterlijk per 30 september 2016. Zo mocht Euroclear nu al de ‘uitgestelde einddatum’ willen forceren, dan lijkt mij 30 september 2016 op zijn plaats. Zelf geef ik er de voorkeur aan dit in de loop van de tijd te doen waarbij de economische ontwikkelingen en de politieke ontwikkelingen terzake worden betrokken.”
o. Euroclear heeft [appellant] hierop bij brief van 17 september 2009 onder meer het volgende meegedeeld:
“Enkel uit coulance overwegingen zijn wij bereid geweest mee te werken aan een spreiding van het levensloopverlof tot jij de leeftijd van 62 jaar hebt bereikt (1 oktober 2013), waarbij wij tevens gedurende die volledige periode de aanvullende verplichtingen zullen voldoen op basis van de tussen ons geldende contractuele bepalingen. Daarmee wordt derhalve voor jou al een substantieel gunstiger variant gekozen dan waarop je, op basis van de overeenkomst, recht zou hebben. In dit licht valt de door jouw uitgesproken verwachting dat het verlof tot 30 september 2016 zou mogen worden gespreid voor ons niet te plaatsen. Zoals hiervoor aangegeven bestaat daarvoor in ieder geval in de overeenkomst geen enkele grondslag.”