2.1.
De rechtbank heeft onder meer de volgende feiten vastgesteld (in de uitspraak van de rechtbank wordt belanghebbende aangeduid als “eiseres” en de inspecteur als “verweerder”):
“Eiseres is een vennootschap met activiteiten op het gebied van markt- en opinieonderzoek en het verrichten van consultancywerkzaamheden. [bedrijf] is 100% aandeelhoudster van eiseres.
De grondslag voor de pseudo-eindheffing hoog loon 2014 wordt gevormd door het loon van twee werknemers. Aan de ene werknemer is in januari 2013 € 30.640 en in april 2013 € 1.000 betaald en aan de andere werknemer in januari 2013 € 28.130, in maart 2013 93.567 en in april 2013 € 15.468. De rest van het loon is aan deze werknemers gedurende het jaar uitbetaald.”
2.3.
Belanghebbende heeft in 2013 aan de twee onder 2.1 bedoelde werknemers loon betaald bestaand uit een bonus berekend op een in begin 2012 afgesproken te behalen doelstelling. Belanghebbende heeft, na evaluatie van de doelstelling eind 2012, in 2013 de uitbetalingen gedaan. Tevens is aan één werknemer in 2013 een uitbetaling gedaan op basis van een (virtueel) aandelenplan, het [naam 1] plan genoemd (hierna: het plan). De deelname aan dit plan is geïnitieerd (ruim) voor 2012.
2.4.
De betalingen in 2013 aan de twee werknemers zijn, voor zover relevant, als volgt opgebouwd, waarbij de uitbetaling van de bonus en de uitbetaling op basis van het plan tezamen zijn genoemd:
Werknemer 1 ([naam 2]):
Tijdvak Loon in € cumulatief in € bonus/het plan in €
Januari 46.062,58 46.062,58 28.310,00
Februari 17.932,82 63.995,40
Maart 110.925,03 174.920,43 93.597,00
April 32.042,15 206.962,58 15.468,00
mei 32.450,43 239.413,01
juni 16.573,95 255.986,96
juli 17.537,22 273.524,18
augustus 17.547,22 291.071,40
september 16.924,03 307.995,43
oktober 27.230,93 335.226,36
november 17.547,22 352.773,58
december 17.547,22 370.320,80
Werknemer 2 ([naam 3]):
Tijdvak Loon in € cumulatief in € bonus/het plan in €
Januari 42.715,29 42.715,29 30.640,00
Februari 12.075,29 54.790,58
Maart 12.073,44 66.864,02
April 13.074,47 79.938,49
mei 23.361,19 103.299,68
juni 12.074,47 115.374,15
juli 12.074,47 127.448,62
augustus 12.074,47 139.523,09
september 12.074,47 151.597,56
oktober 12.074,47 163.672,03
november 12.074,47 175.746,50
december 12.074,47 187.820,97
2.5.
Tot de stukken van het geding behoort een persbericht van het Centraal Bureau voor de Statistiek van 24 december 2013 waarin het volgende is te lezen:
“Tweede raming derde kwartaal 2013: economie groeit 0,2 procent
De Nederlandse economie is in het derde kwartaal van 2013 met 0,2 procent gegroeid ten opzichte van een kwartaal eerder. Bij de eerste raming, gepubliceerd op 14 november, kwam de groei uit op 0,1 procent. Bij de berekening van de kwartaal –op-kwartaalontwikkelingen is gecorrigeerd voor werkdag- en seizoeneffecten.
Ten opzichte van een jaar eerder kromp de economie in het derde kwartaal met 0,4 procent. Volgens de eerste raming was dat 0,6 procent. De uitvoer van goederen en diensten en de consumptie door de overheid zijn opwaarts bijgesteld. De invoer van diensten, de consumptie door huishoudens en de investeringen zijn neerwaarts bijgesteld. Het derde kwartaal van dit jaar kende één werkdag meer dan het derde kwartaal van vorig jaar.
In het derde kwartaal van 2013 waren er 160 duizend banen van werknemers minder dan in hetzelfde kwartaal van 2012. Dit is een daling van 2,0 procent. Bij de eerste raming was de krimp van het aantal banen eveneens 2,0 procent. Na correctie voor seizoeninvloeden is het aantal banen 47 duizend lager dan in het tweede kwartaal van 2013. Dit komt overeen met een daling van 0,6 procent. Bij de eerste raming was het banenverlies 46 duizend.
In het derde kwartaal van 2013 waren de lonen per arbeidsjaar 1,9 procent hoger dan in hetzelfde kwartaal een jaar eerder.”