2.2.
In een aan belanghebbende gerichte brief, met dagtekening 11 augustus 2011, van de Belastingdienst/Centrale administratie staat (onder meer) het volgende vermeld:
“Geen ontheffing meer voor digitale aangifte
U doet uw aangiften tot nu toe nog op papier. Vanaf 1 januari 2012 zijn alle binnenlands belastingplichtige ondernemers (…) verplicht digitaal aangifte te doen. U kunt daarom dit jaar geen ontheffing meer aanvragen om op papier aangifte te doen.
Wat betekent dit voor u?
Volgens onze gegevens heeft u op dit moment ontheffing voor één of meer belastingsoorten. Hieronder leest u per belastingsoort wat dit voor u kan betekenen.
Voor de omzetbelasting moet u digitaal aangifte doen over tijdvakken die beginnen vanaf 1 januari 2012. Alleen over het laatste tijdvak in 2011 kunt u in 2012 nog aangifte doen op papier. Kwartaalaangiften over tijdvakken die beginnen in 2011 maar eindigen in 2012 moeten wel digitaal. (…)
Voor de inkomstenbelasting voor ondernemers (…) moet u uw aangifte over 2011 voor het eerst digitaal doen.
Waarom geen ontheffing meer?
Wij geven geen ontheffing meer omdat digitaal aangifte doen onder ondernemers al bijna helemaal is ingeburgerd. Het ontwikkelen van papieren formulieren en toelichtingen voor een kleine groep ondernemers kost in verhouding veel geld. Digitale aangiften worden ook vaker correct ingevuld en zijn voor ons sneller te verwerken. Bovendien is digitaal aangifte doen voor u eenvoudiger en de toelichting uitgebreider.
Wat moet u doen?
U doet uw aangiften digitaal via het beveiligde gedeelte voor ondernemers op www.belastingdienst.nl. Hiervoor hebt u een gebruikersnaam en een wachtwoord nodig. Als u die niet meer hebt, kunt u nieuwe aanvragen bij de BelastingTelefoon. U hebt uw gebruikersnaam en wachtwoord dan binnen 8 werkdagen in huis.”
2.3.
In een brief van belanghebbende van 12 augustus 2011, gericht aan de Belastingdienst/Centrale administratie, schrijft belanghebbende (onder meer) het volgende:
“Bezwaarschrift geen ontheffing meer voor digitale aangifte
(…)
Refererend aan het vertrouwensbeginsel maak ik hierbij bezwaar tegen de verplichting om digitale aangifte te doen per 1 januari 2012.
Uw beslissing houdt in dat er voor dit jaar dat reeds voor 2/3 voorbij is digitaal aangifte moet worden gedaan en dat is in strijd met het vertrouwensbeginsel.
Als u al van mening bent dat het nuttig is dat alle ondernemers digitaal aangifte gaan doen dan was het zaak geweest de ondernemers hier tijdig van op de hoogte te stellen en niet na 2/3 deel van het boekjaar.
Ik verzoek u uw beslissing te wijzigen en deze regel eerst in te voeren nadat u de ondernemers ruim voorafgaande aan het boekjaar heeft ingelicht.
De belastingdienst kennende neemt u een afwijzende beslissing en derhalve verzoek ik u om een voor beroep vatbare beslissing.”
2.4.
Bij brief van 29 augustus 2011, gericht aan belanghebbende, heeft de inspecteur als volgt gereageerd:
“In uw brief van (…) 12 augustus 2011 (…) maakt u bezwaar tegen de verplichting om met ingang van 1 januari 2012 digitaal aangifte te doen. (…)
Naar aanleiding van deze brief deel ik u het volgende mee.
1. De Staatsecretaris van Financiën heeft bij Ministeriële regeling van 16 juni 2011, DV 2011/283M, beslist dat met ingang van 1 januari 2012 voor ondernemers de mogelijkheid om ontheffing te krijgen van de verplichting om elektronisch (digitaal) aangifte te doen komt te vervallen. Dit betekent dat ondernemers met ingang van 1 januari 2012 verplicht worden om elektronisch aangifte te doen. (…)
2. Er bestaat geen wettelijke mogelijkheid een bezwaarschrift in te dienen tegen het schrappen van de ontheffing om elektronisch aangifte te doen. Hierdoor kan ook geen uitspraak op bezwaar worden gedaan waartegen beroep kan worden ingesteld bij de rechtbank.
3. Indien u het met de nieuwe regeling niet eens bent, kunt u uw klacht indienen bij de Staatsecretaris van Financiën, Postbus 20201, 2500 EE Den Haag, bij De Nationale Ombudsman, Postbus 93122, 2509 AC Den Haag, bij de Commissie voor de verzoekschriften en de burgerinitiatieven uit de Tweede Kamer der Staten-Generaal, Postbus 20018, 2500 EA Den Haag of bij de Commissie voor de verzoekschriften uit de Eerste Kamer der Staten-Generaal, Postbus 20017, 2500 EA Den Haag.”
2.5.
In een brief van belanghebbende van 4 oktober 2011, gericht aan de Staatssecretaris van Financiën, schrijft belanghebbende (onder meer) het volgende:
“Ondanks dat de belastingdienst in haar schrijven van 29 augustus 2011 aangeeft dat het niet mogelijk is bezwaar te maken tegen bovengenoemde ministerieele regeling (bijlage B2) ben ik van mening dat de staatssecretaris een bestuursorgaan is en dat ik tegen een beslissing van dit bestuursorgaan bezwaar kan maken.
De belastingdienst had mijn schrijven dus (…) door moeten sturen naar de staatssecretaris.
Hoe het ook zij ik handhaaf mijn bezwaar zoals weergegeven in mijn schrijven aan de belastingdienst d.d. 12 augustus 2011 die u als bijlage B1 aantreft en ik deel u hierbij mede geen digitale aangifte inkomstenbelasting te zullen doen voor het jaar 2011 (…).
Ik verzoek u dan ook deze regeling pas te doen ingaan nadat u de betrokken ondernemers correct en voorafgaande aan het boekjaar heeft ingelicht.”
2.6.
Bij brief van 4 oktober 2011, gericht aan belanghebbende, heeft de Staatssecretaris van Financiën (voor zover van belang) als volgt gereageerd:
“U maakt bezwaar tegen een ministeriële regeling. Tegen een dergelijk algemeen verbindend voorschrift is geen bestuurlijk bezwaar en/of beroep open gesteld (artikel 8:2, letter a, Algemene wet bestuursrecht). Uw bezwaar is daarom niet-ontvankelijk. In beginsel staat tegen de niet-ontvankelijkverklaring beroep bij de rechter open. [voetnoot] (…) [voetnoot]
Uit de jurisprudentie blijkt dat de rechter een beroep tegen niet-ontvankelijkheid om de genoemde reden in vergelijkbare gevallen als ongegrond beschouwt.”
2.8.
Op 22 juli 2014 heeft het Hof van belanghebbende het hoger beroepschrift ontvangen. Daarin schrijft hij onder meer (accentuering belanghebbende):
“Hierbij ga ik in hoger beroep tegen de [onder 1.7 vermelde uitspraak van de rechtbank].
Het betreft hier een verzuimboete voor het niet doen van digitale aangifte.
Ik heb dus wel aangifte gedaan doch ik heb dit niet digitaal gedaan.”