De man verzoekt in principaal appel de vrouw niet-ontvankelijk te verklaren in haar beroep, dan wel haar verzoeken af te wijzen. In incidenteel appel verzoekt de man, met vernietiging van de bestreden beschikking onder de punten 3.2, 3.3 en 3.5, te bepalen dat:
I. de door de man te betalen bijdrage in het levensonderhoud van de vrouw met ingang van
1 januari 2016 € 54,- per maand bedraagt en met ingang van 1 april 2016 op nihil wordt gesteld;
II. de vrouw ter zake de feitelijke verdeling van de inboedel is overbedeeld, op grond waarvan zij binnen veertien dagen na betekening van de in deze te wijzen beschikking een bedrag van
€ 3.975,- aan de man dient te voldoen;
III. te bepalen dat de bankrekeningen worden toegedeeld aan degene op wiens naam ze staan, zonder verdeling van het op deze rekeningen aanwezige saldo, en voorts te bepalen dat de en/of rekening dient te worden opgeheven onder verdeling bij helfte van het saldo op deze rekening per 26 september 2015;
IV. te bepalen dat de vrouw gehouden is met een bedrag van € 1.790,10 bij te dragen in de door de man betaalde gezamenlijke kosten in de periode na het uiteengaan van partijen, welk bedrag zij binnen veertien dagen na betekening van de in deze te wijzen beschikking aan de man dient te voldoen.