3.1
Eigen Haard vordert in dit geding, kort gezegd, ontbinding van de huurovereenkomst en veroordeling van [geïntimeerde] om het gehuurde te ontruimen. Daartoe is aangevoerd dat er sprake is van een of meer tekortkomingen in de nakoming van de huurovereenkomst aan de zijde van [geïntimeerde] en dat de stelling van [geïntimeerde] dat, zo al sprake is van een tekortkoming, deze gezien haar bijzondere aard of geringe betekenis, de ontbinding met haar gevolgen niet rechtvaardigt, niet opgaat.
3.5
Het hof zal in dit kader, zoals in de rechtspraak in civiele zaken te doen gebruikelijk is, een referentie zoeken in de Aanwijzing Opiumwet (Stcrt. 2015, 5391; hierna: de Aanwijzing), gericht op de opsporing en vervolging van strafbare feiten in het kader van de Opiumwet. Blijkens de Aanwijzing spelen hierbij de volgende omstandigheden een rol:
- het aantal hennepplanten (bij vijf of minder wordt in beginsel uitgegaan van eigen gebruik);
- de mate van professionaliteit (ongeacht het aantal planten wordt bedrijfs- of beroepsmatig handelen aangenomen zodra aan twee of meer van de indicatoren uit bijlage 1 bij de Aanwijzing is voldaan);
- het doel van de teelt (ongeacht het aantal planten wordt beroeps- of bedrijfsmatig handelen aangenomen als met de teelt geldelijk gewin is beoogd).
Niet bedrijfsmatige teelt van en geringe hoeveelheid voor eigen gebruik heeft, indien de verdachte volwassen is, geen prioriteit. Prioriteit ligt bij de beroeps- of bedrijfsmatige teelt. Daarbij worden de bovenstaande indicatoren in acht genomen.
Veronderstellenderwijs gaat het hof, met Eigen Haard, ervan uit dat sprake was van een aantal van tien planten. Dit aantal blijkt (ook) uit de door [geïntimeerde] en [X] afgelegde verklaringen zoals die zijn opgenomen in de processen-verbaal van verhoor onder 2.7. Dit is het meer dan het aantal dat volgens de Aanwijzing tot eigen gebruik wordt gerekend. Daarbij komt dat in het gehuurde verschillende zaken zijn aangetroffen die duiden op een zekere mate van professionaliteit van de kwekerij, zoals genoemd in bijlage 1 bij de Aanwijzing. Uit het onder 2.3 geciteerde proces-verbaal van de Politie Eenheid Amsterdam blijkt dat er sprake was van een volledig ingericht tuinhuisje voor het kweken en drogen van hennep, een professioneel aangelegde elektriciteitsgroep, zwarte folie, een koolstoffilter en drie assimilatielampen verbonden aan een tijdschakelaar.
Daarmee is echter nog niet gegeven dat het hier om een bedrijfsmatige teelt gaat - ook de hiervoor genoemde Aanwijzing spreekt in dit verband van een vermoeden - , hetgeen echter wel als vereiste heeft te gelden voor de vraag of de bestemming van de woning is gewijzigd. Daarbij dienen immers alle omstandigheden van het geval te worden betrokken.
Het hof neemt daarbij het volgende in overweging.
- Het aantal planten was, alhoewel het aantal van vijf werd overschreden, gering. De omvang van de hennepkwekerij (uitgaande van de veronderstelde tien planten) is gezien het uitgangspunt in de Aanwijzing op zichzelf niet als eigen gebruik aan te merken maar het hof acht het meer dan aannemelijk dat het eigen gebruik door [X] wel het doel was van het kweken. [geïntimeerde] heeft aangevoerd - en dit wordt genoegzaam ondersteund door de hiervoor geciteerde brief van de huisarts van [X] - dat [X] een psychiatrisch verleden heeft, lijdt aan het syndroom van Asperger en dat het roken van marihuana een werkzaam middel kan zijn bij deze aandoening, zoals ook het geval is bij [X] . Het zelf kweken van hennep was, aldus [geïntimeerde] , ingegeven door financiële motieven, nl het beperken van het bezoek aan de coffeeshop toen [geïntimeerde] zijn baan verloor en [X] relatief grote hoeveelheden rookt omdat hij een pijpje gebruikt en de wiet niet vermengt met tabak.
- De aangetroffen kweek was vermoedelijk, althans door Eigen Haard onvoldoende gemotiveerd weersproken, de eerste kweek van meer dan vijf planten. De blokhut is afgeleverd op 26 april 2013, de elektra op 21 mei 2013 en eind september 2013 zijn, aldus [geïntimeerde] , de eerste zaadjes geplant. De kwekerij is ontdekt op 26 november 2013, kort na het knippen van de planten. Eigen Haard heeft zelf naar voren gebracht dat een kweekperiode gemiddeld negen tot tien weken in beslag neemt. Enige ervaring met kweken, anders dan het enkele keren kweken van minder dan vijf planten voor eigen gebruik, had [X] niet.
- De kwekerij was ingericht in een speciaal hiervoor aangeschafte blokhut die was geplaatst in de tuin van het gehuurde. De woning zelf werd uitsluitend als woonruimte gebruikt. [geïntimeerde] en [X] zijn tot de aanschaf en inrichting van die blokhut overgegaan nadat was gebleken dat het kweken van enige hennepplanten in potten onvoldoende soelaas bood om tegemoet te komen aan de behoefte van [X] .
- Er is niet gemanipuleerd met de meterkast maar er is een elektrotechniekbedrijf in de arm genomen om de elektra aan te leggen. Er is geen sprake van diefstal van energie.
-Van enige vervolging door het openbaar ministerie is niet gebleken.
Naar het oordeel van het hof vormen al deze omstandigheden in onderlinge samenhang bezien een voldoende weerlegging van het door Eigen Haard gestelde bedrijfsmatig telen van hennep, zodat niet gezegd kan worden dat de bestemming van de woning is gewijzigd.
Het niet gedragen als een goed huurder, waaronder mede begrepen het veroorzaken van (stank)overlast
3.6
Eigen Haard stelt dat de gedragingen van [geïntimeerde] en [X] niet zijn aan te merken als die welke een goed huurder betaamt. In wezen voert Eigen Haard daartoe aan dat het hebben van een hennepkwekerij in strijd komt met de min of meer open norm van de goed huurder. Tussen partijen straat vast dat noch in de huurovereenkomst die betrekking had op het pand [adres 1] noch in de huurovereenkomst met betrekking tot de wisselwoning enige clausule voorkomt die betrekking heeft op een eventueel verbod op het telen van hennep voor eigen gebruik. Eigen Haard verwijst nog wel naar een aantal artikelen die geplaatst zijn op haar website en een artikel dat is verschenen in het tijdschrift ‘Gewoon’ in het najaar van 2008, maar [geïntimeerde] heeft onbetwist gesteld dat hij van deze artikelen geen kennis droeg. Daarbij is verder het volgende van belang. Kennelijk treedt Eigen Haard in het kader van haar ‘zero tolerance’ beleid op tegen huurders in die gevallen waarbij aannemelijk is dat het kweken van hennep verder gaat dan voor strikt eigen gebruik, kort gezegd de bedrijfsmatige teelt. Zoals gezegd is hiervan geen sprake, zodat zo al aangenomen moet worden dat [geïntimeerde] (en/of [X] ), door in het gehuurde hennep te telen voor eigen gebruik in de nakoming van de huurovereenkomst is tekortgeschoten, een ontbinding niet dadelijk in de rede ligt. Met betrekking tot de door Eigen Haard gestelde overlast merkt het hof op dat er niet is gebleken dat de hennepkweek heeft geleid tot enige vorm van verloedering of waardevermindering van het woningbezit van Eigen Haard of tot nadelig effect op de leefbaarheid en veiligheid van de woonomgeving. Alleen kort voor of op de dag van ontdekking is er geklaagd over een wietlucht. Ook gelet hierop ligt ontbinding niet direct in de rede.
Weliswaar geldt als uitgangspunt dat Eigen Haard op grond van artikel 6:265 lid 1 BW bevoegd is de huurovereenkomst te ontbinden, maar tevens dat die ontbinding achterwege dient te blijven als de tekortkoming, gezien haar bijzondere aard of geringe betekenis, ontbinding met haar gevolgen niet rechtvaardigt.
Daarbij speelt het eigen beleid van Eigen Haard als hiervoor aangegeven een rol, maar bovendien heeft [geïntimeerde] zich zowel in hoger beroep als in eerste aanleg op het standpunt gesteld dat en waarom het door hem en [X] gehouden aantal planten de ontbinding met haar gevolgen niet rechtvaardigt. Zij hebben daarmee aan hun stelplicht met betrekking tot de laatste zinsnede van artikel 6:265 lid 1 BW voldaan. Niet alleen heeft [geïntimeerde] een afdoende verklaring gegeven omtrent de reden voor het aantal planten en de aanwezigheid van een kweekkas voor het telen daarvan, alsmede voor de voor hen onverwacht grote opbrengst, maar bovendien heeft hij gewezen op de omstandigheid dat het woonbelang van in het bijzonder [X] , voor wie een verhuizing extra belastend is gezien diens psychiatrische achtergrond, de reden is geweest dat zij met Eigen Haard waren overeen gekomen (en waarmee Eigen Haard kennelijk ook om die reden heeft ingestemd) dat zij niet meer uit deze (wissel)woning zouden behoeven te vertrekken. Het hof acht het mede gelet op de verklaring van de huisarts aannemelijk dat de ontruiming vooral voor [X] onwenselijk is.