3.1
Het gaat in deze zaak kort samengevat om het volgende.
a. [appellant sub 1] heeft op 13 september 2010 de woning aan de [adres]
(hierna: de woning) gekocht voor van € 415.000,00.
b. [geïntimeerde] , die is lid is de Nederlandse Vereniging voor Makelaars (hierna: de NVM), trad op als makelaar voor de verkoper.
c. Een medewerker van [geïntimeerde] heeft de woning in augustus 2010 opgemeten en kwam daarbij uit op een bruto vloeroppervlakte van circa 77 m2.
d. Op 25 augustus 2010 is de woning te koop gezet voor een bedrag van
€ 415.000,00. In de brochure ten behoeve van de verkoop van de woning staat vermeld, voor zover hier van belang:
"Sfeervol en licht 4-kamer benedenhuis van 80 m2 met zonnige tuin (...).
Kenmerken:
Woonoppervlakte: ca. 80 m2 (…)"
Aan het slot is opgenomen:
"Aan deze brochure kunnen geen rechten worden ontleend."
e. Op 1 september 2010 heeft [appellant sub 1] een bod van € 415.000,00 uitgebracht op de woning. Op 13 september 2010 hebben [appellant sub 1] en de verkopers de koopovereenkomst ondertekend. De woning is vervolgens ten behoeve van de aanvraag van een hypothecaire lening door A1 Makelaars te Amsterdam getaxeerd op € 395.000,00. A1 Makelaars heeft in haar rapport bij de vraag "Indicatie woonoppervlakte", 80 m2 vermeld. Levering heeft plaatsgevonden op 5 januari 2011.
f. In artikel 1 onder 5 van de algemene bepalingen behorende bij de koopovereen-
komst is een exoneratieclausule opgenomen ten aanzien van de onder- of bovenmaat van de woning.
g. In verband met het voornemen van [appellant sub 1] om de woning te verkopen, heeft hij deze op 7 januari 2014 laten inmeten door Inmeten.com. Het rapport van Inmeten.com houdt, voor zover hier van belang, in:
“(...) Meetrapport volgens de Branchebrede meetinstructie op basis van Nen 2580 (..)
Bijzonderheden : Bruto vloeroppervlak (…) is 77,45 m2. (...)
Gebruiksoppervlak woonruimte 71,11 m2 (…)"
h. De raadsman van [appellant sub 1] heeft [geïntimeerde] op 20 januari 2014 aansprakelijk
gesteld voor de schade als gevolg van het verschil in woonoppervlakte.
i. Partijen hebben Object & Co gezamenlijk de opdracht gegeven om de
gebruiksoppervlakte van de woonruimte vast te stellen. Het op 17 april 2014 uitgebrachte rapport luidt, voor zover hier van belang:
"(..) Verantwoording Meetrapport NEN 2580 (..)
Bruto vloeroppervlakte — Woning 77,90 m2 (...)
Gebruiksoppervlakte(n) — Wonen 70,90 m2 (..)"
j. [appellant sub 1] heeft de woning op 11 februari 2014 via een andere makelaar te koop aangeboden voor € 375.000,00. De verkoopinformatie vermeldt een woonoppervlakte van 71 m2. De woning is binnen twee weken voor € 374.000,00 verkocht.
h. De ledenraad van de NVM heeft op 4 juni 2010 bepaald dat per 1 september 2010 alle meetgegevens voor woningen gebaseerd en zo nodig gecorrigeerd dienden te zijn op basis van de “Meetinstructie bepalen gebruiksoppervlakte woningen volgens NEN 2580” (hierna: de meetinstructie). Dit houdt in dat NVM-makelaars verplicht zijn om in de verkoopinformatie de netto woonoppervlakte (gebruiksoppervlakte) van een woning te vermelden of daarin uitdrukkelijk moeten aangegeven dat een andere meetmethode is gevolgd.
3.7
Het hof stelt voorop dat de ledenraad van de NVM heeft besloten de meetinstructie voor de bij haar aangesloten makelaars verplicht te stellen, omdat derden erop moeten kunnen vertrouwen dat het woonoppervlak dat bij verkoop wordt vermeld niet de bruto maar de netto (gebruiks)oppervlakte betreft (vastgesteld volgens de zogenaamde NEN-2580). Dat betekent dat indien de meetinstructie op 25 augustus 2010 voor de onderhavige verkoopopdracht gold, [geïntimeerde] met het vermelden van een aanmerkelijk hoger woonoppervlakte dan het netto woonoppervlak van de woning (te weten een verschil van circa 9 m2) jegens [appellant sub 1] onrechtmatig, want in strijd met hetgeen in het maatschappelijk verkeer betaamt, heeft gehandeld. Gezien het doel dat met de meetinstructie is beoogd, komt [geïntimeerde] in dat geval - anders dan zij bepleit - geen beroep toe op de in de verkoopbrochure opgenomen exoneratie noch op de onderzoeksplicht van [appellant sub 1] zelf. [appellant sub 1] , die stelt dat hij de woning niet heeft nagemeten omdat hij van andere makelaars begreep dat al volgens de nieuwe normen werd gemeten, heeft er dan gerechtvaardigd op mogen vertrouwen dat dit was gebeurd. Aan de exoneratie voor boven- en ondermaten in de verkoopakte en/of artikel 7:17 BW komt evenmin betekenis toe, omdat deze bepalingen alleen [appellant sub 1] en de verkopers regarderen.