2.2.
De man heeft het hof laten weten dat partijen geen overeenstemming hebben bereikt over een gezamenlijke keuze voor een wijze van berekening volgens het Stolpboerderijarrest als beschreven in 4.17 van de tussenbeschikking. Beide partijen hebben de door het hof voor dat geval gewenste gegevens in het geding gebracht. Deze houden het volgende in:
Het bedrag van de aflossingen op de (hypothecaire) leningen van mevrouw [x] en mevrouw [Y]
-
€ 4.538
-
€ 28.202
-
€ 2.203
de man:
-
€ 3.767
-
€ 31.341
De vrouw heeft het door haar genoemde bedrag sub a onderbouwd met twee bankafschriften waaruit blijkt dat in 1991 tweemaal een bedrag van € 2.269,- aan mevrouw [x] is overgemaakt met als omschrijving “afloss. schuld 60.000,--“. Het bedrag onder b stelt zij te hebben ontleend aan de gegevens van de man.
De man heeft met productie 135 bankafschriften in het geding gebracht waaruit blijkt dat telkens bedragen aan mevrouw [x] en mevrouw [Y] zijn voldaan met als omschrijving “rente en afl huidige mnd”. Dat sprake is van aflossing middels maandelijkse annuïteiten wordt bevestigd in de brief van JAN Accountants en Belastingadviseurs (hierna; JAN) van 9 december 2010 (eveneens productie 135), in ieder geval waar het de lening van mevrouw [x] betreft. De man heeft in het overzicht ”(Hypothecaire) schulden” (productie 135) de waarde van de leningen per 31 december van elk jaar vermeld en aan de hand daarvan de aflossingen van dat jaar berekend.
Het hof ziet in de uitgebreide onderbouwing door de man aanleiding de door hem genoemde bedragen in de berekening te betrekken, zij het dat het bedrag sub b dient te worden verminderd met € 5.379,-, en dat dit bedrag dient te worden toegevoegd aan de noemer in berekening II. Uit het overzicht “Hypothecaire schulden” blijkt dat per 31 december 1997 de lening van mevrouw [x] nog niet volledig was afgelost en dat in 1998 nog aflossingen op deze leningen hebben plaatsgevonden van € 5.379,-. Dat in 1998 nog op die lening is afgelost vindt zijn bevestiging in voornoemde brief van JAN.
Het hof zal de volgende bedragen in de berekening betrekken:
-
in de periode van [datum] 1990 tot de verbouwing in 1992/1993 € 3.676
-
in de periode van de verbouwing in 1992/1993 tot de verbouwing in 1997 € 25.962
-
in de periode van de verbouwing in 1997 tot de verbouwing in 2002/2003 € 5.379
Het bedrag van de betaalde rente voor het bedrijfsmatige deel
-
€ 12.828
-
€ 24.334
-
€ 31.730
-
€ 59.768
de man:
-
€ 32.741
-
€ 31.374
-
€ 36.480
-
€ 50.881
De vrouw heeft de door haar genoemde bedragen als volgt onderbouwd:
a en b: In de betrokken periodes is respectievelijk € 25.656,- en € 48.969,- totaal aan rente betaald. De vrouw verwijst daartoe naar “de gegevens die in het dossier te vinden zijn”. Volgens de vrouw is het redelijk de helft van de rente toe te rekenen aan de bedrijfsmatige aanwending van [het adres] .
c: In die periode is totaal € 31.730,- aan rente betaald, waarvan een gedeelte van € 31.630,- betrekking heeft op de zakelijke lening van ABN Amro ten bedrage van € 90.756,-. Het bedrag van € 100,- heeft betrekking op de openstaande restschuld aan mevrouw [x] en wordt voor de helft als bedrijfsmatig aangemerkt.
d: Dit bedrag betreft de rente voor de lening van ABN Amro van € 90.756,- en de lening van de B.V. van € 84.290,-. Opnieuw verwijst de vrouw naar stukken “die in het dossier zitten”.
De man heeft de door hem genoemde bedragen als volgt toegelicht.
Voor de jaren 1991 tot en met 2000 heeft hij een deel van de betaalde rente toegerekend aan de woning naar rato van het deel van de schuld dat betrekking heeft op de woning. In samenhang met het “Overzicht rente” (productie 137) begrijpt het hof de uitleg van de man aldus dat de hoogte van de schuld is gesteld op de waarde van de woning in 1991 (ƒ 60.000,-) en elk jaar met ƒ 1000,- is verminderd. Eind 1996 bedroeg de schuld betreffende de woning dan ƒ 55.000,-. Bij dit bedrag heeft hij in 1997 de gefinancierde verbouwingskosten (het hof begrijpt: de verbouwing voor zover deze is bekostigd uit de hypotheek) van ƒ 249.000,- opgeteld, waardoor de schuld betreffende de woning in 1997 op ƒ 304.000,- uitkomt.
Vanaf 2001 werd een van de drie in 1997 bij ABN Amro afgesloten hypothecaire geldleningen toegewezen aan (het bedrijf van) de vrouw. Het betreft een lening ten bedrage van € 90.756,-.
Vanaf 2002 had de vrouw een lening van de B.V. van € 84.290,- (het totale bedrag van de lening was € 107.275,-, maar € 22.985,- daarvan is gebruikt voor de bouw van de privégarage) tegen een vaste rente van 3,5%.
Het hof acht de toerekening van de rente naar rato van het deel van de schuld dat betrekking heeft op de woning op de wijze als door de man uiteengezet passend in de feiten en omstandigheden van het geval. Het hof zal daarom niet de vrouw volgen in haar standpunt dat in de periodes a en b de helft van de rente aan het bedrijfsmatige deel van [het adres] dient te worden toegerekend. Ook het standpunt van de vrouw ten aanzien van de periodes c en d wordt niet door het hof gevolgd. Zij heeft met haar onderbouwing niet inzichtelijk gemaakt hoe zij tot de door haar genoemde bedragen van € 31.730,- en € 59.768,- is gekomen. De enkele verwijzing naar stukken “die in het dossier zitten” is daartoe onvoldoende.
Het hof volgt de door de man gehanteerde wijze van toerekening van de betaalde rente aan het bedrijfsmatige deel van [het adres] en stelt de volgende in de berekening te betrekken bedragen vast:
-
in de periode van [datum] 1990 tot de verbouwing in 1992/1993 € 32.741
-
in de periode van de verbouwing in 1992/1993 tot de verbouwing in 1997 € 31.374
-
in de periode van de verbouwing in 1997 tot de verbouwing in 2002/2003 € 36.480
-
in de periode van de verbouwing in 2002/2003 tot 31 december 2009 € 50.881
De waarde van de spaarhypotheek op naam van de man en van de “meegroei-polis” op naam van de man en de vrouw
-
€ 30.159
-
€ 56.601
de man:
a. spaarhypotheek € 18.927
over de “meegroei-polis” bezit de man geen informatie
€ 56.601
De vrouw heeft ter onderbouwing van het door haar sub a genoemde bedrag een bericht van Reaal Leven en een financieel jaaroverzicht van ABN Amro overgelegd, waaruit de juistheid van de door haar genoemde bedragen op het sub a genoemde tijdstip blijken.
Het hof zal bij de berekening de volgende bedragen in aanmerking nemen:
-
na de verbouwing in 2002/2003 € 30.159
-
op 31 december 2009 € 56.601
Het bedrag van de (hypothecaire) leningen
-
€ 140.627
-
€ 229.093
-
€ 334.165
-
€ 334.165
-
€ 143.803
-
€ 232.269
-
€ 334.165
-
€ 334.165
De vrouw heeft geen onderbouwing gegeven voor de door haar onder a en b genoemde bedragen. Uit de door de man overgelegde IB-aangiftes 1993 en 1997 (productie 136) blijken bedragen van ƒ 316.900,- (de leningen van WHU, mevrouw [x] en mevrouw [Y] ) respectievelijk ƒ 511.853,- (de drie leningen van ABN Amro en het restant van de lening van mevrouw [x] ), derhalve € 143.803,- respectievelijk € 232.269,-. Over de bedragen sub c en d bestaat overeenstemming tussen partijen. Het hof stelt de in de berekening te betrekken bedragen als volgt vast:
-
na de verbouwing in 1992/1993 € 143.803
-
na de verbouwing in 1997 € 232.269
-
na de verbouwing in 2002/2003 € 334.165
-
op de peildatum € 334.165
De kosten van de verbouwing
2.8.
De vrouw heeft uitsluitend post 5 ( [K] , CV + vloerverwarming) voor een bedrag van ƒ 9.618,55 erkend. In de aanhef van het overzicht van de man staat vermeld: “vier stallen ombouwen tot woonkamer en kantoor incl. kozijnen keuken en aanleg tuin en terras, nieuwe cv ketel, vloerverwarming”. Nu de vrouw niet heeft betwist dat de verbouwing meer heeft omvat dan een nieuwe cv-ketel en vloerverwarming, volgt het hof de vrouw niet in haar standpunt dat uitsluitend de door haar niet betwiste post in de verrekening dient te worden meegenomen. Het hof voegt daaraan toe dat dit standpunt van de vrouw niet is te rijmen met hetgeen zij onder 14 in haar verweerschrift in hoger beroep over deze verbouwing heeft aangevoerd, waarin de door de man gebezigde omschrijving van de omvang van de verbouwing grotendeels haar bevestiging vindt en voorts is genoemd dat ook een vloer is aangelegd. Uitgaande van een verbouwing als in het overzicht beschreven en de aanleg van een vloer, het tijdstip van de verbouwing en van de omstandigheid dat partijen veel hulp hebben gehad van vrienden en bekenden die hebben geholpen om de kosten zo laag mogelijk te houden, zoals eveneens door de vrouw onder 14 van haar verweerschrift in hoger beroep aangevoerd, dient naar het oordeel van het hof rekening te worden gehouden met de volgende posten en de volgende bedragen. Het hof tekent hierbij aan dat de vrouw niet, althans onvoldoende gemotiveerd heeft betwist dat de met deze posten in rekening gebrachte werkzaamheden/goederen zijn verricht/geleverd.
2 Filippo gips en cement ƒ 18,50, ƒ 52,31, ƒ 43,47
4 Cementbouw metselstenen ƒ 510,77
5 [K] CV + vloerverwarming ƒ 9.618,55, ƒ 611,51
6 Weijntjes hang en sluitwerk ƒ 1.854,98, ƒ 134,78
7 Wagemaker natuurstenen vloer ƒ 9.200
8 [B] leggen vloer incl. materialen ƒ 4.000
9 houthandel [E] diverse deuren totaal 10 stuks ƒ 4.247,73, ƒ 558
10 Deurenspecialist Merbau buitendeur ƒ 1.145
11 Tjade Petri glas voor in deuren ƒ 1.774,33
14 NV Nutsbedrijf C.A.I. aansluitkosten ƒ 493,50, ƒ 282
15 [R] aanleggen tuin en straatwerk ƒ 3.000*
16 Stenen (drielingen) voor terras ƒ 3.000*
17 [P] metselaar en stucadoor ƒ 5.000*
18 kozijnen incl. poort naar tuin ƒ 5.000*
19 [D] timmerman ƒ 3.000*
21 schilder binnen en buiten ƒ 5.000*
*De man heeft deze bedragen geschat. Gelet op de aard en de omvang van de verbouwing heeft de man deze werkzaamheden/goederen en de daarvoor betaalde bedragen voldoende aangetoond.
Het hof neemt de volgende posten niet mee in de verrekening:
1. Otte afvoer sloopmateriaal: de facturen staan niet op naam van (een van) partijen, maar [ruitervereniging] , stal [woonplaats b] , Staal Groo
2 Filippo ƒ 635,55: de factuur staat niet op naam van (een van) partijen, maar Staal Groo
3 Vervloed metselzand: de factuur staat niet op naam van (een van) partijen, maar [ruitervereniging]
5 [K] contant € 5.000: onderbouwing ontbreekt
12 [T] gordijnen: geen verbouwingskosten
13 Niema interieur roeden en rails: idem
20 electra: onderbouwing ontbreekt
22 diversen: onderbouwing ontbreekt
Het hof stelt de kosten van de verbouwing in 1993/1994 op ƒ 58.545,43 /
€ 26.567.
2.9.
De vrouw heeft de volgende posten erkend:
2 gemeente Haarlemmermeer, bouw leges ƒ 3.690
4 De Vries & Verburg Aannemer, bouwer van het casco ƒ 221.763,62
5 Tinello keukenƒ 27.568 en ƒ 28.432
6 [G] tegelwerkzaamheden ƒ 11.515
7 [F] , timmerman ƒ 10.340,01
8 [C] , stucadoor ƒ 3.525
9 nutsbedrijf Haarlemmermeer, meterverplaatsing ƒ 1.162,46
10 Atlantis badkamers, badmeubelen ƒ 6.060
11 Schenkel en Hessels, trap incl. plaatsen ƒ 6.400
12 Gebr. Volbeda Keramiek, tegels keuken (witjes) ƒ 2.267,75
14 De Deurenspecialist, Merbau voordeur ƒ 1.082
15 Houthandel Ambachtsheer, eikenvloer boven ƒ 5.676,91
17 Pont Meyer Zwanenburg, tegels voor bijkeuken ƒ 350,03
19 [E] , deuren ƒ 3.455
24 Witex Zinkwerk, dakproducten ƒ 780,45
33 Gamma keuken, pvc en keuken, huur freesmachine ƒ 1.668,20, ƒ 439,40, ƒ 46
Totaal bedragen de erkende posten ƒ 336.221,83 / € 152.571.
De vrouw heeft niet bestreden dat de verbouwing omvatte “nieuwe bovenverdieping en aanbouw, ombouwen huis tot volwaardige woning incl. herstellen tuin” zoals door de man omschreven. De verbouwing is deels gefinancierd met de leningen van ABN Amro. Volgens de vrouw is ook deze verbouwing gerealiseerd met hulp van vrienden en bekenden. Vanuit deze uitgangspunten neemt het hof de volgende posten in aanmerking. Het hof tekent hierbij aan dat de vrouw niet, althans onvoldoende gemotiveerd heeft betwist dat de met deze posten in rekening gebrachte werkzaamheden/goederen zijn verricht/geleverd.
3 ABN Amro kosten hypotheekakte via notaris Roemeling ƒ 2.800,94: de verbouwing is deels gefinancierd met de hypothecaire leningen
4 De Vries & Verburg keukenvloer ƒ 4.606
13 Tegelatelier Kimswerd tableau voor keuken ƒ 1.500: de factuur staat op naam van de man
15 Houthandel Ambachtsheer eikenvloer boven ƒ 365,48
16 Hans Preyde loodgietersmateriaal en kranen ƒ 4.272,95, ƒ 6.032,50, ƒ 408,15, ƒ 700,-, ƒ 82,30
20 Sigma coatings verf en glasvlies ƒ 3.263,86
22 Plieger div. loodgietersmaterialen ƒ 467,16
26 Imabo keur grove kalk ƒ 80,22
27 De Stofzuigerspecialist div. electramateriaal/schakelmateriaal ƒ 122,60
28 De Meerlanden afvoer bouwafval ƒ 38,-
32 De Knoest olie voor eiken vloer ƒ 300,-
34 [I] electricien ƒ 15.000*
35 Herman loodgieter ƒ 10.000*
36 Bremmers en Lagerweij schilders ƒ 15.000*
37 Weijntjes messing hang en sluitwerk ƒ 5.000*
Totaal ƒ 70.040,16 / € 31.783.
*De man heeft deze bedragen geschat. Gelet op de aard en de omvang van de verbouwing heeft de man deze werkzaamheden/goederen en de daarvoor betaalde bedragen voldoende aangetoond.
Het hof neemt de volgende posten niet mee in de verrekening:
1. advocatenkantoor Fibbe procedure i.v.m. bestemming/vergunning: facturen staan op naam van [S-B.V.] en hebben betrekking op bedrijfsadviezen
6 [G] tegelwerkzaamheden ƒ 6.500 contant: niet onderbouwd
7 [F] , timmerman ƒ 3.000 contant: niet onderbouwd
16 Hans Preyde loodgietersmateriaal en kranen ƒ 4.032,50: dubbeltelling
18 PontMeyer Heemstede div. hout, gips e.d.: uit de facturen blijkt niet dat zij daarop betrekking hebben
21Van Deurzen div. loodgietersmaterialen: facturen staan niet op naam van (een van) partijen, maar [J] , respectievelijk Stal [woonplaats b]
23 VD Boogaard ijzerwaren: geen duidelijk verband met de verbouwing
25 Dijkstra lampen: idem
29 Van Zuylen diverse ijzerwaren: idem
30 De Zanderij gordijnen: geen verbouwingskosten
31 Hubo div. electramateriaal: geen duidelijk verband met de verbouwing
33 Gamma en Praxis: idem
38 diversen: niet onderbouwd
Het hof stelt de in aanmerking te nemen kosten van de verbouwing in 1997 op € 152.571 +
€ 31.783 = € 184.354, verminderd met het deel van de leningen van ABN Amro waarmee de verbouwing is gefinancierd, € 113.142,-, derhalve € 71.212.
2.10.
De vrouw heeft de volgende posten erkend:
1. Gemeente Haarlemmermeer, leges € 2.421,75
2 Boele bouwonderneming, bouwer van de casco’s € 83.386,87
4 De Bouwmarkt concurrent, buitendeur kantine/dagverblijf € 331,95
8 Cementbouw [woonplaats b] , diverse bouwmaterialen € 479,73
9 Corton Kampen, deuren stal, 6 x buitenstal, 1 x stal in kapschuur € 548,59, € 3.183,25
10 Van Deursen Heemstede, diverse loodgietersmaterialen € 49,54
11 Gamma, diverse bouwmaterialen € 193,11
12 Fixet Heemstede, hengen (scharnieren) garagedeuren € 334,50
14 De Jong Heemstede, afvoer container (kantine) € 1.080
15 Jonker Beton, straatstenen stalgedeelte € 2.856
17 Keur Imabo, diverse bouwmaterialen € 284,10 en € 3,47
19 [N] , timmerman, € 5.796,15 en € 357
20 Luyben, aan- afvoer materialen, shovel voor straatwerk € 4.138,66
22 Milieustraat, afvoeren materiaal incl. asbest € 72
25 PontMeyer Heemstede, diverse bouwmaterialen € 2.339,72
30 Praxis, diverse bouwmaterialen € 224,18
34 [E] deuren, diverse deuren € 989,55
36 Terrascan, bodemonderzoek € 2.089,80
37 Tjade Petri, verf en materialen € 304,41
38 [R] , straatwerk rondom stal € 9.238,57
41 Weijntjes, hang en sluitwerk € 196,28
42 Witex dakproducten, zinken goot en buis + div. materialen garage/kantoor € 359,92
Totaal bedragen de erkende posten € 121.259,10.
Volgens de omschrijving op het overzicht van de man omvatte deze verbouwing “bouw van 6 nieuwe stallen, kapschuur, kantinegebouw met dagverblijf en sanitair gedeelte, dubbele garage en kantoor met daaronder een kelder”. Dit is door de vrouw niet bestreden. Uitgaande van de aard en omvang van deze verbouwing dienen naar het oordeel van het hof de volgende posten in aanmerking te worden genomen. Het hof tekent hierbij aan dat de vrouw niet althans onvoldoende gemotiveerd heeft betwist dat de met deze posten in rekening gebrachte werkzaamheden/goederen zijn uitgevoerd/geleverd.
3 Badhoevese Bouwmaterialen Handel metsel stenen, cement, lateien enz. € 3.224,62
6 Berdosan Sanitair, sanitair & tegels kantoorruimte € 2.878,45
13 Joop van Staveren, kraanwerk tijdens de bouw + voorgeschoten materiaal € 5.233*
17 Keur Imabo diverse bouwmaterialen € 163,99
22 Milieustraat, afvoeren materiaal incl. asbest € 531
24 Oscar loodgieter afmonteren div. sanitair € 502,20
26 Polen deel afrekening (kantine, sanitairgroep en dagverblijf) € 2.627*
27 Polen schatting kantoor (stuc- en tegelwerk) + stallen afsmeren € 2.500*
28 CV + aanleg warm/koud water, kantoor en garage, incl. CV ketel € 3.350*
29 CV + aanleg warm/koud water, kantine en dagverblijf, incl. CV ketel € 3.950*
31 Verfhandel Ree, verf en materialen € 353,06
33 Sigma coatings, verf en materialen € 340,51
37 Tjade Petri, verf en materialen € 490,23
39 Reijer Versteeg, straatwerk rondom garage/kantoor € 2.000*
45 kozijnen garage/kantoor, kantine/dagverblijf, incl. ramen, binnenkozijnen € 5.000*
46 Hans Cornelisse, metselaar € 15.000*
47 [I] , electricien € 5.000
48 de heer Lagerweij, schilder € 3.000
*De man heeft deze bedragen geschat. Gelet op de aard en de omvang van de verbouwing heeft de man deze werkzaamheden/goederen en de daarvoor betaalde bedragen voldoende aangetoond.
Het hof neemt de volgende posten niet in aanmerking:
1. gemeente Haarlemmermeer facturen 2006 voor aanvraag bouwvergunning: hebben geen betrekking op deze verbouwing
3 Badhoevese Bouwmaterialen Handel, metsel stenen, cement, lateien enz. € 5.221,37: dit bedrag is, in tegenstelling tot het bedrag van € 3.224,62 niet onderbouwd. De verklaring van de man voor het ontbreken van onderbouwing is niet toereikend.
5 H. v.d. Boogaard BV, ijzerwaren: geen duidelijk verband met de verbouwing
7 Bouwmaat Haarlem, diverse bouwmaterialen: de facturen staan op naam van [V-B.V.]
8 Cementbouw [woonplaats b] , diverse bouwmaterialen € 1.444,51 en € 867,63: de facturen staan niet op naam van (een van) partijen, maar Aannemer Contant Heemstede respectievelijk Janssen
10 Van Deursen Heemstede, diverse loodgietersmaterialen: behalve de factuur voor € 49,54 staan alle facturen niet op naam van (een van) partijen, maar op naam van [V] , [M] , [J] respectievelijk stal
11 Gamma diverse bouwmaterialen € 363,66 en € 203,47: geen duidelijk verband met de verbouwing
16 Karwei diverse materialen: idem
18 Koole diverse materialen: idem
19 Nico Ligthart, timmerman, plafond kantine € 325,-: is prijsopgave, mogelijk dubbeltelling met de facturen
21 [ruitervereniging] , verrekening voor casco afbouw, tegels door RvM betaald € 1.313,20: volgens het overgelegde overzicht “Afrekening [S-B.V.] – [ruitervereniging] ” dient dit bedrag door [M] aan [S-B.V.] te worden betaald
22 Milieustraat, afvoeren materiaal incl. asbest: de factuur voor € 7,20 staat niet op naam van (een van) partijen, maar op naam van [H]
23 Gebr. Otte, aanvoer zand: facturen niet op naam van (een van) partijen, maar [S-B.V.]
25 Pont Meyer Heemstede, diverse bouwmaterialen: facturen niet op naam van (een van) partijen, maar “kontant aannemer Heemstede”
30 Praxis, diverse bouwmaterialen € 77,07 en € 27,33: geen duidelijk verband met de verbouwing
32 Ritom, aanpassen alarminstallatie in kantoor: factuur niet op naam van (een van) partijen, maar [S-B.V.]
35 Sparex diverse materialen: factuur niet op naam van (een van) partijen, maar [S]
40 Warmteservice, diverse materialen: factuur niet op naam van (een van) partijen, maar manege
43 Van Zuylen, diverse materialen: geen duidelijk verband met de verbouwing
44 diverse materialen [W] , met name electra, gas buis, UTP etc.: de verklaring van de dochter van [W] houdt in dat haar vader eigenaar was van ijzerwarenwinkels en zodoende tegen inkoopprijs goederen kon leveren of zelfs cadeau geven. Daaruit blijkt niet dat sprake is geweest van daadwerkelijke leveringen van de genoemde materialen. De verklaring levert daarom onvoldoende onderbouwing.
49 diversen: zoekgeraakte bonnen, vergeten posten etc.: niet onderbouwd
Het hof stelt de in aanmerking te nemen kosten van de verbouwing in 2002/2003 op
€ 121.259,10 + € 56.144,06 = € 177.403,16, verminderd met het bedrag van € 107.275,- van de lening van de B.V. waarmee de verbouwing is gefinancierd, derhalve € 70.128 (afgerond).