Bij brief van 7 december 2015 heeft Prof. Ir. [A] (hierna: [A] ) zijn bezorgdheid uitgesproken over het bouwplan, waartoe hij in zijn brief het volgende aanvoert:
“(…)
Het voorliggende gebouwencomplex is een zeldzaam mooi Hollands Ensemble bij gratie van haar geprononceerde ligging te midden van het buitengewoon mooie historische stadsgezicht van [woonplaats] maar ook door de uitmuntende toevoegingen van de zichtbaar klassiek geschoolde architecten schaling en prof. ir. [appellant] in 1974 resp. 1979.
[appellant] analyseerde en begreep bij aanvang van zijn opdracht de bijzondere kwaliteiten van dc voorliggende historische context en klassieke panden ter plekke. Vervolgens slaagde hij er op voortreffelijke wijze in om door middel van genereuze stedenbouwkundige en architectonische principes (t.w. routing, schaal, proportie, kleur, lichtinval etc.) met zijn nieuw ontworpen bouwdelen een knap geheel te midden van de bestaande context te smeden en zodoende een memorabel en klassiek ensemble te componeren.
Betreurenswaardig zijn in dat verband de genomen besluiten omtrent verkoop en op handen zijnde functiewijziging. De voorliggende verbouwingsvoorstellen doen op het eerste gezicht onschuldig aan maar blijken hij nauwkeuriger bestudering ter plekke een ongemeen dominante impact voor het monumentale karakter te impliceren.
Allereerst dreigt de prachtige sequentie van openbare plekken en hoven met één brutale beweging t.b.v. een aanlokkelijke privatisering onderuit gehaald te worden en blijkt het hoofdprincipe van ontsluiting - de basis onder het hele plan - in de toekomst niet langer te bestaan.
Vervolgens worden bij het doorvoeren van de functionele wijzigingen extra architectonische ingrepen voorgesteld die het geheel ondubbelzinnig zullen aantasten - zelfs verminken. De onontkoombare gevolgen van de beslissingen zijn reeds heden met de in gang gezette verbouwingen aan de oostzijde van het complex zichtbaar. Zij spreken daarnaast ook duidelijk uit de ingediende plannen, met name die voor de zuidgevel van de woningen aan de zijde van de tweede binnenplaats. [appellant] ’s fijnzinnige en rijke detailleringen worden zonder enige noodzaak bruut gesloopt en voetstoots geacht vervangen te kunnen worden door hedendaagse no-nonsense standaardoplossingen.
(...)”