2.2
Op 9 december 2008 hebben Tata en [appellant] een “Opleidingsovereenkomst voor medewerker tot en met MBO-niveau” gesloten, de zogenoemde Vapro-B opleiding. In artikel 1 van deze overeenkomst is bepaald dat de opleiding duurt van 11 december 2008 tot 1 april 2009. De geschatte kosten voor deze opleiding bedragen € 13.080,-. Artikel 8 van de overeenkomst bepaalt dat [appellant] , in geval van beëindiging door hem van de arbeidsovereenkomst binnen drie jaar na afronding van de opleiding, een percentage (variërend van 25% tot 100%, afhankelijk van het moment van beëindiging) van de door Tata betaalde studiekosten dient terug te betalen.
In de overeenkomst is tevens de volgende terugbetalingsbepaling opgenomen:
“9. Indien werknemer nalatigheid kan worden verweten, dient werknemer alle door
werkgever in het kader van deze studiekostenovereenkomst betaalde studiekosten alsmede de in deze aan werknemer betaalde vergoeding in tijd of geld terstond terug te betalen, zonder dat daarvoor ingebrekestelling noodzakelijk is.
Van nalatigheid kan bijvoorbeeld sprake zijn indien werknemer de opleiding tussentijds beëindigt en/of onvoldoende studieresultaten heeft behaald en/of niet voor de opleiding is geslaagd en/of niet binnen de daarvoor gestelde termijn dan wel niet binnen de afgesproken termijn, zoals vermeld in artikel 1 van deze overeenkomst, de opleiding heeft afgerond zonder dat sprake is van persoonlijke, uitzonderlijke omstandigheden (overmacht). Werknemer is gehouden hier direct melding van te maken aan werkgever.”
2.4
Op 20 juni 2009 hebben partijen een “Opleidingsovereenkomst voor opleiding met
wederzijds belang” gesloten. In artikel 1 van deze overeenkomst is bepaald dat de opleiding duurt van 1 september 2009 tot 1 maart 2012.
Artikel 4 van de overeenkomst luidt als volgt: “Werkgever zal de studiekosten, waaronder onder meer cursusgeld, collegegeld, boeken, examengeld inzake bovengenoemde opleiding aan werknemer vergoeden. Geschatte kosten voor de totale opleiding: € 13.000. De subsidie geldt voor de standaard studieduur. Bij overschrijding van de studieduur dient een aanvullende studieovereenkomst afgesloten te worden.”
Artikel 8 van de overeenkomst bepaalt dat [appellant] , in geval van beëindiging door hem van de arbeidsovereenkomst binnen drie jaar na afronding van de opleiding, een percentage (variërend van 25% tot 100%, afhankelijk van het moment van beëindiging) van de door Tata betaalde studiekosten dient terug te betalen.
Artikel 9 luidt als volgt:
“Indien werknemer nalatigheid kan worden verweten, dient werknemer alle door
werkgever in het kader van deze studiekostenovereenkomst betaalde studiekosten alsmede het in deze aan werknemer verleende Extra Verlof terstond terug te betalen, zonder dat daarvoor ingebrekestelling noodzakelijk is.
Van nalatigheid kan bijvoorbeeld sprake zijn indien werknemer de opleiding tussentijds beëindigt en/of onvoldoende studieresultaten heeft behaald en/of niet voor de opleiding is geslaagd en/of niet binnen de daarvoor gestelde termijn dan wel niet binnen de afgesproken termijn, zoals vermeld in artikel 1 van deze overeenkomst, de opleiding heeft afgerond zonder dat sprake is van persoonlijke, uitzonderlijke omstandigheden (overmacht). Werknemer is gehouden hier direct melding van te maken aan werkgever.”
2.8
Op 14 januari 2013 is tussen dezelfde partijen een (tweede) BPV Overeenkomst gesloten, voor de opleiding Operator C, waarin is bepaald dat de beroepspraktijkvorming aanvangt op 12 oktober 2012 met een verwachte einddatum van 11 oktober 2013. 2.9 Op 11 oktober 2013 is tussen dezelfde partijen een (derde) BPV Overeenkomst gesloten, voor de opleiding Operator C, waarin is bepaald dat de beroepspraktijkvorming aanvangt op 12 oktober 2013 met een verwachte einddatum van 11 oktober 2014. [appellant] heeft de kosten van deze verlenging van zijn opleiding zelf betaald, doordat dit bedrag, tot een totaal van € 1.680,- netto, door Tata op zijn salaris is ingehouden.
2.10
Ten aanzien van de door [appellant] te schrijven scriptie is tussen partijen onder andere het volgende gecommuniceerd.
- Op 24 februari 2014 schreef [naam 1] aan [appellant] : “Hallo [meneer] , Helaas zie ik nog geen verbetering. Het is mij nog niet duidelijk wat je wil gaan onderzoeken (probleemstelling/onderzoeksvraag) en hoe je dat gaat doen. Ben je bezig met een eindscriptie of betreft dit leerarrangement 3? De teksten zijn onsamenhangend, je springt van de hak op de tak soms vertel je te weinig, het andere moment ga je veel te diep op de stof in. (…) Je moet echt de hulp van Ton [naam 3] inschakelen en vraag collega’s die geslaagd zijn om voorbeelden van hun scripties.”
- Op (zondag) 18 mei 2014 schreef [appellant] aan [naam 3] , programma coördinator van Tata: “Beste Ton, Ik zal morgen kijken of ik even langs kan komen. Ik heb deze periode niet heel erg veel kunnen doen. Ik weet niet hoe ik alles wat in mijn hoofd zit duidelijk moet verwoorden op papier. (…).”
- [naam 3] antwoordde op 21 mei 2014: “De aanvullingen zijn inderdaad zeer gering. Hier en daar heb je wel wat verbeteringen aangebracht. (…) Mijn advies is: schrijf op “wat er in je hoofd zit”. Het ordenen kan altijd later. (…)”.
- Op 29 juli 2014 schreven [naam 1] en [naam 2] aan [appellant] : “[naam 2] en ik hebben je scriptie doorgelezen. Helaas moeten wij je mededelen dat je nog niet op de goede weg bent en er nog heel wat moet gebeuren voordat deze scriptie op niveau 4 zit. Wij hebben de volgende opmerkingen:
1. Het eerste Algemeen deel TSP staan veel onjuistheden (…).
2. Veel onderwerpen in de gehele tekst hebben geen diepgang, zijn niet compleet (wat, hoe en waarom) en zijn zonder structuur.
3. Er staan niet ter zake doende onderwerpen in de tekst (…).”
- Op 12 augustus 2014 schreef [appellant] aan [naam 3] : “Ik heb weer mijn scriptie bijgevoegd, de grootste veranderingen zitten in de inleiding, deze heb ik volledig herschreven. Ik kreeg van [naam 4] te horen dat dit niet op vapro c niveau was. Hij heeft te kenne gegeven mij niet meer te willen helpen met mijn scripte om dat ik toch nooit nievau 4 ga halen volgens hem. Ik wil me des ondanks niet laten kennen en ga stug door zonder hem.”
- Op 17 augustus 2014 schreef [appellant] aan [naam 1] : “Beste [naam 4] , ik heb mijn scriptie behoorlijk aangepast, ik hoop dat dit al beter op weg is. De grootste aanpassingen zijn: - inleiding TSP herschreven (…) de volgende dingen moet ik nog doen.
- hoofdstuk 3 tm 5 samenvoegen en/of verwerken in de text.
- proef kation 3 compleet maken en netter maken
-proeven fase 1 afmaken
- kosten en baten analyse en conclusie maken. (…)
als ik deze dingen gedaan heb denk ik zelf voor 95% klaar te zijn. (…).”
- Bij verzonden e-mail van 11 september 2014 te 11.04 uur, gericht aan [naam 2] , met een cc aan [naam 3] , heeft [appellant] een nieuwe versie van de scriptie gevoegd. Hij heeft in het e-mailbericht het volgende vermeld: “inhoudelijk moet het nog aangevult worden, duilijke uitleg regeneratie, aanvulling proeven, de resultaten van de proeven komen nog in een apart hoofdstuk te staan, bronnen komen er nog in, discussie over aanbevelingen, kosten baten en samenvatting.”
- Op 11 september 2014 schreef [naam 2] aan [naam 5] “Hallo [naam 6] , De laatste versie van de ‘scriptie’ van [meneer] van de Velden. Lees en huiver. Drie weken geleden hebben [meneer] , [naam 4] en ik aan tafel gezeten om nog maar weer is uit te leggen wat er van hem wordt verwacht. Ondanks het feit dat hij geen aantekeningen maakte was het voor hem helder. (…) Maar ik kan er nog steeds geen touw aan vastknopen, evenals [naam 4] dan kan. Persoonlijk denk ik dat het verhaal hier maar is moet eindigen. (…)”.