2.1.
In de uitspraak van de rechtbank zijn de navolgende feiten vastgesteld. Belanghebbende is in deze uitspraak aangeduid als ‘eiseres’, de inspecteur als ‘verweerder’.
“1. Eiseres is op huwelijkse voorwaarden gehuwd met [naam 2] (hierna: [naam 2] ). [naam 2] oefende een akkerbouwbedrijf uit waarvoor de benodigde grond werd gepacht van de Staat. Het akkerbouwbedrijf is een landbouwbedrijf als bedoeld in artikel 3.12, lid 2, van de Wet IB 2001 (tekst 2010).
2. Op 20 juni 1997 hebben eiseres en [naam 2] een koopovereenkomst gesloten met de Staat. Deze overeenkomst, waarin [naam 2] als koper sub 2.a. en eiseres als koper
sub 2.b. wordt aangeduid, luidt – voor zover van belang – als volgt:
“Koopovereenkomst
De Staat heeft verkocht en draagt in eigendom over aan de koper sub 2.a. genoemd, die heeft gekocht en in eigendom aanneemt:
de gebouwen met ondergrond, erf en verdere aanhorigheden, alsmede de aanliggende cultuurgrond, staande en gelegen aan de [adres] te [plaats] , kadastraal bekend gemeente [… ] sectie [… ] nummer [1] , groot zes en vijftig are twintig centiare en nummer [2] gedeeltelijk, ter grootte van ongeveer vijf hectare twee en vijftig are vijf en twintig centiare, totaal groot ongeveer zes hectare acht are vijf en veertig centiare.
De Staat heeft verkocht en draagt in eigendom over aan de koper sub 2.b. genoemd, die heeft gekocht en in eigendom aanneemt:
cultuurgrond, gelegen aan de [adres] te [plaats] , kadastraal bekend gemeente [… ] sectie [… ] nummer [3] , groot twee hectare negen en veertig are veertig centiare, nummer [4] , groot dertien hectare vijf en zestig are veertig centiare, nummer [5] gedeeltelijk, ter grootte van ongeveer zeventien hectare zeven en vijftig are zestig centiare en nummer [2] gedeeltelijk ter grootte van ongeveer zestien hectare zeven en twintig are zestig centiare, totaal groot ongeveer vijftig hectare.
(…)
Koopprijs
De koopprijs bedraagt:
- voor de woning (…) (ƒ 86.453,--);
- voor de bedrijfsgebouwen (…) (ƒ 83.627,--);
- voor het erf (…) (ƒ 61.720,--);
- voor de totale cultuurgrond (…) (ƒ 1.315.883,--);
derhalve totaal (…) (ƒ 1.547.683,--), exclusief eventueel verschuldigde omzetbelasting, welk bedrag door de koper is voldaan door storting op rekening van de notaris, voor welk bedrag de Staat bij deze kwijting verleent.”
3. Eiseres verkreeg de cultuurgrond (hierna: de grond) in privé. De ter zake van de grond verschuldigde pachtsom komt vanaf 20 juni 1997 toe aan eiseres.
4. Bij overeenkomst van 22 december 2000 is de pachtovereenkomst tussen eiseres en [naam 2] met ingang van 31 december 2000 ontbonden. Op 23 januari 2001 heeft de Grondkamer [… ] de akte van pachtontbinding goedgekeurd. In de overeenkomst is onder meer opgenomen:
“Voorts verklaren zij elkaar over en weer kwijting en décharge te hebben verleend en terzake van voormelde pachtovereenkomst per ontbindingsdatum op elkaar geen vordering te hebben.”
5. Op 1 januari 2001 is eiseres een maatschap aangegaan met [naam 2] als gevolg waarvan zij vanaf dat moment winst uit onderneming is gaan genieten. De maatschapsakte bepaalt – voor zover van belang – het volgende:
“1. De heer [naam 2] (…), nader te noemen maat sub 1 en
2. Mevrouw [naam 1] (…), nader te noemen maat sub 2.
4 In de maatschap is ingebracht per 1 januari 2001:
- Het gebruik en genot van de haar in volle eigendom toebehorende onroerende zaken, bestaande uit percelen bouwland , gelegen te [plaats] aan de [adres] kadastraal bekend gemeente [… ] sectie [… ] nummers [3] , [4] , [5] (gedeelte) en [2] (gedeelte) tezamen groot 50.00.00 hectare.
- Haar kennis en zakelijke relaties, alsmede zoveel arbeid en vlijt als nodig en mogelijk is.
Op de inbreng zijn de volgende bepalingen van toepassing:
(…)
- De maten worden voor hun inbreng, andere dan arbeid, kennis en vlijt, in de boeken van de maatschap gecrediteerd. In onderling overleg kunnen de maten meer goederen of geld in de maatschap inbrengen, waarbij de waarde van bedoelde goederen in onderling overleg zal worden vastgesteld.
- De maten zullen steeds voor gelijke delen eigenaren zijn van het maatschapsvermogen. De bedragen waarvoor zij gecrediteerd staan op hun kapitaalrekening zullen voor de onderlinge verhoudingen gelden als schulden van de maatschap.”
6. Eiseres heeft de grond op 1 januari 2001 op haar buitenvennootschappelijke openingsbalans opgenomen voor de waarde in vrij opleverbare staat, zijnde ƒ 4.500.000 (€ 2.042.011).
7. [naam 2] is [in] juli 2009 overleden.
8. In 2010 heeft eiseres haar onderneming gestaakt. Van de grond heeft zij een deel groot 49.56.20 ha verkocht aan de provincie [… ] . Het resterende deel van 43.80 a is overgebracht naar het privévermogen van eiseres.”
Tegen de vaststelling van de feiten door de rechtbank zijn door partijen geen bezwaren aangevoerd. Het Hof zal dan ook van die feiten uitgaan en voegt daar nog het volgende aan toe.
2.5.
In de in onderdeel 5 van de uitspraak van de rechtbank vermelde maatschapsakte is voorts onder meer het volgende vermeld:
“In aanmerking nemende:
dat de maten een voorovereenkomst van maatschap zijn aangegaan zoals geregistreerd 6 maart 2001;
dat de maten de overeenkomst nader schriftelijk wensen vast te leggen, zodat de opgemaakte akte geacht wordt van kracht te zijn met ingang van 1 januari 2001.
Zijn overeengekomen als volgt:
(…)
Artikel 3 Duur
1 De maatschap is aangegaan op 1 januari 2001 en geldt voor onbepaalde tijd.
2 Ieder van de maten heeft het recht de maatschap door opzegging te beëindigen, mits deze opzegging geschiedt bij deurwaardersexploot of aangetekend schrijven, dan wel door de maten gezamenlijk schriftelijk wordt geconstateerd.
(…)
Artikel 4 Inbreng
(…)
Op de inbreng zijn de volgende bepalingen van toepassing:
(…)
- Indien de maatschap ontbonden wordt verkrijgt maat sub 1 het eerste recht van pacht van de
landerijen waarvan maat 2 het gebruik en genot ingebracht heeft. Er staat geen vergoeding tegenover het eerste recht van pacht. De pachtprijs wordt alsdan op reguliere wijze vastgesteld.
Artikel 5 Onttrekking
- Tijdens de looptijd van de maatschap is het een maat verboden zaken, roerende en onroerende, en rechten, aan de maatschap te onttrekken zonder toestemming van iedere maat, behoudens het in artikel 6 bepaalde. (…) Onder onttrekken aan de maatschap wordt mede begrepen het onttrekken aan de maatschap van het gebruik en genot, dan wel het economisch belang van zaken en rechten die in de maatschap zijn ingebracht.
(…)
Artikel 15 Voortzetting
- Indien de maatschap ontbonden wordt, dan verkrijgt maat sub 1 het recht de zaken van de maatschap voort te zetten. Alsdan kunnen de gronden van maat sub 2, indien maat sub 2 deze ter overname aanbiedt, overgenomen worden tegen de waarde in verwachte [het Hof leest: verpachte] staat.
(…)
Aldus overeengekomen en in tweevoud opgemaakt en ondertekend te (…) op 27 december 2001.”