Op 3 april 2017 heeft WFG [appellante] op staande voet ontslagen. De brief van
3 april 2017 aan [appellante] , waarbij het ontslag aan [appellante] is bevestigd, luidt als volgt:
“Op 30 maart 2017 bent u conform artikel 3.1.4. van de Cao Ziekenhuizen geschorst voor de periode van één week. Dit gebeurde nadat de security officer, de heer [C] , op 27 maart 2017 had geconstateerd dat u in het Elektronisch Patiënten Dossier (“EPD”) gegevens van een medewerker van het Westfriesgasthuis hebt ingezien, zonder dat sprake was van een behandelrelatie. U was daartoe niet bevoegd en heeft misbruik gemaakt van uw Hix-account.
Het is niet de eerste keer dat u misbruik heeft gemaakt van uw Hix- (toen: Ezis-) account heeft gemaakt. Op 1 juli 2013 had u reeds een officiële waarschuwing gekregen, nadat was geconstateerd dat u meerdere medische dossiers had geraadpleegd met betrekking tot personen met wie geen behandelrelatie bestond. Er is toen aangegeven dat, indien u nogmaals over de schreef zou gaan, het Westfriesgasthuis zwaardere (arbeidsrechtelijke) maatregelen jegens u zou nemen. Bovendien hebben wij u naar aanleiding van dit incident scholing aangeboden met betrekking tot het inzien van gegevens uit het EPD en het gebruik van uw Hix- (toen: Ezis-) account. (…)
Op basis van de Gedragscode mag u slechts in het patiëntendossier kijken indien er sprake is van een behandelrelatie met de desbetreffende patiënt en inzage noodzakelijk is voor een goed verloop en goede administratie van de patiëntenzorg. Bij schending van de Gedragscode is een ontslag op staande voet gerechtvaardigd.
U was na een dienstverband van bijna zestien jaar zeer goed op de hoogte van de strikte regels die gelden binnen het Westfriesgasthuis. Temeer nu u in 2013 een officiële waarschuwing heeft gehad wegens het overtreden van deze reglementen en naar aanleiding hiervan scholing heeft gevolgd.
Desondanks heeft u wederom doelbewust in het EPD gegevens van een medewerker van het Westfriesgasthuis opgezocht zonder dat u hier recht toe had. Kortom, u heeft wederom de integriteitsverplichting geschonden, terwijl u een gewaarschuwd mens was. Uw handelswijze, zoals hiervoor weergegeven, is voor Westfriesgasthuis onacceptabel en vormt een dringende reden in de zin van artikel 7:678 BW. (…)”