De kantonrechter heeft in de bestreden beschikking onder 1. (1.1 tot en met 1.8) een aantal feiten tot uitgangspunt genomen. Daarover bestaat, met uitzondering van het voorwaardelijke incidentele hoger beroep dat is gericht tegen de mogelijke suggestie die volgens [geïntimeerde] besloten zou liggen in 1.3, geen geschil, zodat ook het hof daarvan zal uitgaan. Die feiten behelzen, samengevat en waar nodig aangevuld met andere feiten die als enerzijds gesteld en anderzijds niet (voldoende) betwist zijn komen vast te staan, het volgende.
Sedert 20 maart 1978 was [geïntimeerde] krachtens arbeidsovereenkomst in dienst bij ABN Amro in de functie van Functioneel Beheerder IT, tegen een salaris van laatstelijk
€ 4.677,31 bruto per maand.
In het kader van een reorganisatie is tussen partijen een vaststellingsovereenkomst gesloten, waardoor de arbeidsovereenkomst per 1 april 2016 zou worden beëindigd tegen betaling door ABN Amro aan [geïntimeerde] van (onder meer) een beëindigingsvergoeding van € 107.643,16 bruto, aangevuld met € 7.223,89 bruto.
Op 30 maart 2016 is [geïntimeerde] door ABN Amro op staande voet ontslagen op grond van, kort samengevat, onttrekkingen door [geïntimeerde] als beheerder van een beleggingsrekening van gelden die hij, samen met een derde, beheerde voor de leden van zijn voetbalteam.
De kantonrechter heeft het ontslag op staande voet vernietigd, enerzijds omdat het [geïntimeerde] door de bank verweten handelen niet in verband stond met zijn werkzaamheden voor ABN Amro en ABN Amro hierdoor niet geschaad is, anderzijds omdat de aard en ernst van dit handelen gewogen tegen de persoonlijke omstandigheden van [geïntimeerde] (lengte dienstverband, leeftijd, kritiekloos functioneren, de gesloten vaststellingsovereenkomst) onvoldoende rechtvaardiging vormde voor een ontslag op staande voet. De kantonrechter heeft het door [geïntimeerde] gevorderde (grotendeels) toegewezen: salaris, beëindigingsvergoeding, aanvulling en prestatiepremie en ABN Amro veroordeeld in de kosten van het geding. ABN Amro heeft tegen al deze beslissingen hoger beroep ingesteld.