[geïntimeerde] heeft in eerste aanleg verzocht - samengevat weergegeven - primair Aydemir te veroordelen tot betaling van:
i. een billijke vergoeding van € 25.000,-, althans een in goede justitie te bepalen bedrag;
ii. de transitievergoeding van € 1.768,- bruto;
iii. de vergoeding wegens onregelmatige opzegging ad € 2.454,60 bruto, te vermeerderen met de maximale wettelijke verhoging ex artikel 7:625 BW;
iv. het achterstallig salaris (inclusief eindejaarsuitkering) van in totaal
€ 1.676,64 bruto, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf het moment van opeisbaarheid van de genoemde bedragen tot aan de dag van algehele voldoening;
en v. Aydemir te veroordelen tot verstrekking van de salarisspecificaties vanaf maart 2019 tot het einde van de arbeidsovereenkomst en een deugdelijke eindafrekening, op straffe van verbeurte van een dwangsom,
subsidiair, voor het geval het ontslag op staande voet stand rechtsgeldig is gegeven, Aydemir te veroordelen tot betaling van de transitievergoeding het achterstallig salaris, de eindejaarsuitkering en de niet-genoten vakantiedagen, zoals nader gespecificeerd in het verzoekschrift,
primair en subsidiair met veroordeling van Aydemir in de proceskosten.