2.5
In de akte van koop en levering van het schoolgebouw is onder meer het volgende vermeld:
-
Verkoper en Koper zijn een samenwerkingsovereenkomst (de ‘SWO’) aangegaan inzake de ontwikkeling en realisatie van twee schoolgebouwen voor het middelbaar onderwijs op het hierna te noemen registergoed.
-
Verkoper en Koper zijn in de SWO overeengekomen dat Verkoper de ontwikkeling en realisatie van de in sub 1 vermelde schoolgebouwen op zich zal nemen.
-
Verkoper en Koper zijn voorts in de SWO overeengekomen dat Verkoper de eigendom van de in sub 1 vermelde schoolgebouwen, na de ontwikkeling en realisatie (…), aan Koper zal leveren conform het bepaalde in lid 2 van artikel 76n van de Wet op het voortgezet onderwijs.
(…)
Omschrijving registergoed
Twee in aanbouw zijnde schoolgebouwen voor middelbaar onderwijs (H.A.V.O./V.W.O. alsmede V.M.B.O.) met overige toebehoren, staande en gelegen aan [a-straat 1]te [Q] (…) ter grootte van ongeveer een hectare vijfennegentig are en vierenveertig centiare (01.95.44 ha) (…), sectie [a]nummer [02] (het ‘Verkochte’).
(…)
Titel van aankomst
Het Verkochte werd door Verkoper wat de ondergrond betreft in volle eigendom verkregen door de inschrijving (…) van een afschrift van een akte van levering op achtentwintig maart tweeduizend twee (…).
Koopprijs; kosten; kwijting
De koopprijs van het Verkochte bedraagt (…) (EUR 369.747,90), te vermeerderen met (…) (EUR 70.252,10) omzetbelasting, derhalve in totaal (…) (EUR 440.000,00). De koopprijs vermeerderd met de daarover verschuldigde omzetbelasting zijn door Koper voldaan op een kwaliteitsrekening van de notaris. (…)
Alle kosten van de overdracht zijn voor rekening van Verkoper met uitzondering van de overdrachtsbelasting van (…) (EUR 1.132.800,00), welke (…) voor rekening komt van Koper.
Verkoper en Koper zijn met elkaar overeengekomen dat Verkoper voor de betaling van de overdrachtsbelasting (…) zal zorg dragen, onder de gelijktijdige schuldigerkenning door Koper aan Verkoper ten titel van geldlening van een bedrag ter grootte van de overdrachtsbelasting (…).
De op die geldlening van toepassing zijnde voorwaarden en bepalingen zullen door Verkoper en Koper in onderling overleg nader worden vastgesteld. (…)
Bepalingen
Met betrekking tot deze koop is tussen Verkoper en Koper verder het volgende overeengekomen:
(…)
GEBRUIK VAN HET VERKOCHTE
ARTIKEL 1
Koper is voornemens het Verkochte te gebruiken als schoolgebouw.
(…)
FEITELIJKE LEVERING/BATEN EN LASTEN/RISICO
ARTIKEL 6
De feitelijke levering (aflevering) van het Verkochte vindt heden terstond na de ondertekening van deze akte plaats.
Van het tijdstip van levering af komen de baten de Koper ten goede en zijn de lasten voor zijn rekening.
Met ingang van het tijdstip van aflevering is het Verkochte voor rekening en risico van Koper.
(…)
VOORKEURSRECHT TOT TERUGKOOP
ARTIKEL 11
a. Indien Koper te eniger tijd zou willen overgaan tot gehele of gedeeltelijke vervreemding – daaronder begrepen de verlening van een beperkt genotsrecht daarop - van het Verkochte, is hij verplicht het (gehele) Verkochte eerst aan de Verkoper aan te bieden tegen de in deze akte bepaalde koopprijs.
De aanbieding dient te geschieden onder opgave van de overige voorwaarden waarop hij wenst te vervreemden.
(…)
c. Indien Verkoper geen gebruik maakt van zijn terugkooprecht, is Koper gerechtigd het Verkochte aan derden te vervreemden onder gelijke voorwaarden, dan wel niet minder bezwarende voorwaarden. In dat geval komt het verschil tussen de verkoopprijs aan derden en de in dit artikel onder a. bedoelde verkoopprijs geheel aan de Verkoper toe.
a. Op grond van artikel 76u van de Wet op het voorgezet onderwijs verleent Koper met betrekking tot het Verkochte, zolang Koper eigenaar is van het Verkochte, aan Verkoper een koopoptie terzake het Verkochte, uit te oefenen zodra het Verkochte niet langer voor onderwijsdoeleinden gebruikt wordt.
(…)
b. Dit recht van koop komt slechts toe aan Verkoper.
(…)
VERPLICHTING TOT TERUGKOOP
ARTIKEL 12A
Indien Verkoper geen gebruik maakt van zijn koopoptie als bedoeld in artikel 12 en Koper geen gebruik maakt van zijn recht om het aangebodene aan derden te verkopen (…), is Koper gerechtigd van de Verkoper te eisen dat laatstgenoemde, op overeenkomstige voorwaarden als in artikel 12 neergelegd, tot aankoop van Koper overgaat onder gelijke voorwaarden als ingeval van verkoop aan een derde.
BOETEBEDING
ARTIKEL 13
Indien Koper:
1. tot vervreemding aan (een) derde(n) overgaat zonder Verkoper gelegenheid te hebben gegeven van zijn terugkooprecht als bedoeld in artikel 11 gebruik te maken of overgaat tot vervreemding aan (een) derde(n) zonder Verkoper de gelegenheid te hebben gegeven op de in artikel 12 aangegeven wijze van zijn koopoptie gebruik te maken, zal hij ten behoeve van Verkoper een direct opeisbare boete verbeuren ter hoogte van de als dan door Koper en die derde(n) overeengekomen koopprijs, doch ten minste de onderhavige koopprijs,
(…)
ONTBINDENDE VOORWAARDEN
ARTIKEL 14
a. de onderhavige levering zal, mits met inachtneming van het navolgende, ontbonden kunnen worden in elk van de navolgende gevallen:
1. als in rechte komt vast te staan dat Verkoper het recht op aftrek van de aan hem terzake van de na te noemen stichtingskosten van de tot het Verkochte behorende opstallen in rekening gebrachte omzetbelasting geheel of gedeeltelijk wordt ontzegd;
(…).”
2.8
De Belastingdienst heeft op 24 april 2007 bij belanghebbende een boekenonderzoek ingesteld. Met dagtekening 10 februari 2009 is daarvan een rapport opgemaakt. Daarin is onder meer het volgende vermeld:
“(…) 3.1 Feiten
(…) Bij de levering op 5 december 2006 is sprake van een aantal restricties:
• De gemeente Wageningen heeft in bepaalde situaties een voorkeursrecht voor terugkoop tegen een prijs
die gelijk is aan de verkoopprijs in december 2006. De gemeente beschouwt zich als economisch eigenaar. Dit blijkt uit interne stukken. Het schoolgebouw staat nog steeds op de balans van de gemeente onder bijdragen aan activa in eigendom van derden.
• De Stichting gedraagt zich niet als economisch eigenaar:
- -
De koopsom wordt niet geactiveerd, maar als buitengewone last aangemerkt
- -
De lening voor de overdrachtsbelasting is niet in de exploitatie van de Stichting opgenomen.
• Het risico van tenietgaan blijft (waarschijnlijk) bij de gemeente
• De gemeente heeft een vorderingsrecht (op basis van art 76r Wet VO): als (een deel van) de school
even niet nodig is voor onderwijsdoeleinden, dan mag de gemeente (dat gedeelte van) de school voor
andere (educatieve of sociaal-culturele) activiteiten inzetten.
• Als de gemeente de voorbelasting met betrekking tot de bouw niet in aftrek kan brengen, kan de levering worden ontbonden.
De Stichting heeft bij de juridische levering een bedrag betaald van € 440.000 inclusief omzetbelasting. Uit de stukken blijkt, dat in overleg tussen de Stichting en de gemeente Wageningen is afgesproken dat de Stichting in totaal een bedrag van ongeveer € 400.000 zou bijdragen. Volgens een intern stuk van de gemeente is de bijdrage van de school twee keer van positie veranderd. Eerst gold het als dekkingsmiddel voor het bouwbudget, daarna is het aangewend ter dekking voor de terreinafwerking en tenslotte wordt de eigen bijdrage ingezet als betaling voor de onroerendgoedtransactie.
Er is in de beginfase van de controle aangegeven dat de gemeente en de Stichting een samenwerkingsovereenkomst zouden hebben gesloten met betrekking tot de bouw van [B]. Destijds is een kopie van die overeenkomst opgevraagd. Volgens de heren [.] zijn er wel concepten van een dergelijke overeenkomst geweest, maar is deze overeenkomst nooit definitief vastgesteld.
(…)
Het gebouw staat op de verzekeringspolis van de gemeente Wageningen.
De onroerende zaakbelasting voor het gebouw wordt door de gemeente Wageningen betaald.
Het onderhoud van het schoolgebouw is voor rekening van de school zelf. De kosten van het onderhoud
zitten begrepen in de lumpsumvergoeding die de school van OCW ontvangt (in deze lumpsumvergoeding zijn ook de salarissen begrepen).
(…)
3.4
Voorbelasting
Er is in totaal over de jaren 2003 tot en met 2006 € 2.885.606 voorbelasting in aftrek gebracht.
Met betrekking tot een aantal facturen is de voorbelasting ten onrechte niet in aftrek gebracht.
Daarnaast is er in 2006 met betrekking tot een factuur van [.] € 249.413,90 voorbelasting
in aftrek gebracht, terwijl er op de factuur € 29.413,90 omzetbelasting in rekening is gebracht. Er is dus
met betrekking tot deze factuur € 220.000 omzetbelasting te veel in aftrek gebracht.
Per saldo is er € 101.475 te veel voorbelasting in aftrek gebracht:
Boekstuknummer Jaar Bedrag
980226 2004 € 178.500
980226 2004 € 65.668
352616 2005 € 7.932
352644 2005 € 1.357
352680 2005 € 1.357
352607 2005 € 267.750
352611 2005 € 267.750
Totaal € 790.313
Terug te ontvangen 19/119 € 126.184
Wel geclaimd m.b.t 980226 2004 € 7.660-
362135 2006 € 220.000-
Naheffing € 101.475-
Aangezien de volledige voorbelasting zal worden nageheven, hoeft voor dit bedrag geen afzonderlijke
naheffing te worden opgelegd.