3.3
Bij verzoekschrift van 5 maart 2010 heeft de rechthebbende de kantonrechter ver-zocht bij beschikking, uitvoerbaar bij voorraad, de stichting te ontslaan van haar taken als bewindvoerder en tot bewindvoerder te benoemen BBHR, primair vast te stellen dat de stichting de bewindvoering onbehoorlijk heeft uitgevoerd en aansprakelijk is voor eventuele schade die hij heeft geleden en subsidiair een onderzoek te gelasten naar de taakuitvoering van de stichting.
3.4
De stichting heeft bij “herhaald verzoekschrift” van 8 maart 2010 de kantonrechter verzocht haar te ontslaan van de bewindvoering over de rechthebbende en daarbij vast te stellen haar salaris voor de extra gemaakte uren (€ 3.800,- op basis van een uurtarief van
€ 55,-) volgens het tarief van het Landelijk Overleg Kantonrechters (verder te noemen LOK), alsmede een vergoeding van alle kosten en extra uren van € 1.500,- ter zake in het “afgelopen” weekeinde verrichte werkzaamheden ten behoeve van de rechthebbende.
3.5
Bij aanvullend verzoek tot wijziging bewindvoerder van 17 maart 2010 heeft de rechthebbende de kantonrechter verzocht bij beschikking, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, de stichting te ontslaan van haar taken als bewindvoerder en tot bewindvoerder te benoemen BBHR, het verzoek van de stichting tot betaling door hem van een bedrag van
€ 3.800,- af te wijzen, primair vast te stellen dat de stichting de bewindvoering onbehoorlijk heeft uitgevoerd en dat de stichting aansprakelijk is voor eventuele door hem geleden schade en, subsidiair, een onderzoek te gelasten naar de taakuitvoering van de stichting en de stichting te veroordelen in de kosten van die procedure.
3.7
Bij beschikking van 16 november 2010 heeft het hof Amsterdam, nevenzittingsplaats Arnhem, de stichting niet-ontvankelijk verklaard in haar verzoek tot veroordeling van de rechthebbende tot betaling van een bedrag van € 3.800,- en de beschikking van de kantonrechter van 19 maart 2010 bekrachtigd.
3.8
Bij de bestreden beschikking heeft de kantonrechter:
- vastgesteld dat de stichting tekort is geschoten in de zorg van een goed bewindvoerder
en dat de tekortkoming haar kan worden toegerekend;
- vastgesteld dat de stichting aansprakelijk is jegens de rechthebbende voor de door hem
geleden schade;
- de schade die de rechthebbende dientengevolge geleden heeft vastgesteld op € 884,-
en de stichting veroordeeld tot betaling aan de rechthebbende van € 884,-;
- de stichting veroordeeld tot terugbetaling aan de rechthebbende van € 1.100,87 voor
de te veel in rekening gebrachte bewindvoerdersvergoeding;
- de stichting veroordeeld tot betaling van de proceskosten aan de zijde van de
rechthebbende, tot de uitspraak van de beschikking begroot op € 671,-, waarin
begrepen € 600,- aan salaris gemachtigde;
- de beschikking tot zover uitvoerbaar bij voorraad verklaard;
- de stichting niet-ontvankelijk verklaard in haar verzoek de rechthebbende
aansprakelijk te stellen voor het verstrekken van onjuiste informatie en laster teneinde
de stichting in een kwaad daglicht te stellen;
- de stichting niet-ontvankelijk verklaard in haar verzoek de rechthebbende te veroordelen tot schadevergoeding voor het herstellen van de foute op onjuiste gronden genomen beschikking ontslag bewindvoerder ad € 2.000,- advocaatkosten;
- de stichting niet-ontvankelijk verklaard in haar verzoek de rechthebbende te
veroordelen tot vergoeding voor imagoschade van de stichting tot een bedrag van
€ 8.000,-;
- de stichting niet-ontvankelijk verklaard in haar verzoek zich te onthouden van smaad
en laster tegen de stichting in casu tegen mr. drs. G.M. van Duin;
- het meer of anders verzochte afgewezen.
4. De omvang van het geschil
4.1
In geschil zijn de bewindvoerdersvergoeding van de met ingang van 19 maart 2010 als bewindvoerder over de goederen van rechthebbende ontslagen stichting, de vraag of de stichting tekort is geschoten in de zorg van een goed bewindvoerder, de vaststelling van een schadevergoeding (terugbetalen van het resultaat van de inkomsten en uitgaven van rechthebbende) en de proceskostenveroordeling.