Parketnummer: 21-005982-13
Uitspraak d.d.: 19 december 2013
TEGENSPRAAK
Promis
Verkort arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken
gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Midden-Nederland van 17 juni 2013 met parketnummer 07-661064-12 in de strafzaak tegen
[verdachte]
,
geboren te [geboorteplaats] op [1995],
wonende te [woonplaats], [adres],
thans verblijvende in [verblijfplaats].
2 Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen van het hof van 13 augustus 2013, 26 augustus 2013 (uitspraak tussenarrest), 19 november 2013, 22 november 2013, 25 november 2013, 29 november 2013, 5 december 2013 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422 van het Wetboek van Strafvordering, het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal, strekkende tot veroordeling van de verdachte ter zake van het onder 1 primair en 2 ten laste gelegde tot een jeugddetentie voor de duur van 24 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren en als bijzondere voorwaarde het verlenen van medewerking aan de maatregel Hulp en Steun.
Ten aanzien van de benadeelde partijen heeft de advocaat-generaal gevorderd, dat:
- -
de vordering van [benadeelde1] hoofdelijk dient te worden toegewezen tot een bedrag van € 25.000,-, met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel;
- -
de vordering van [benadeelde2] hoofdelijk dient te worden toegewezen tot de bedragen van € 12.874,85 (uitvaartkosten) en € 2.831,40 (kosten schadeberekening), met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel;
- -
[benadeelde1] en [benadeelde2] voor het overige niet-ontvankelijk dienen te worden verklaard in hun vordering;
- -
de benadeelde partijen [benadeelde3] en [benadeelde4] niet-ontvankelijk dienen te worden verklaard in hun vordering.
Deze op schrift gestelde vordering van de advocaat-generaal is na voorlezing aan het hof overgelegd.
Het hof heeft voorts kennis genomen van hetgeen door verdachte en zijn raadsvrouw,
mr. M.J. van Weerden, naar voren is gebracht.
4 De tenlastelegging
Aan verdachte is tenlastegelegd dat:
1 primair:
hij in of omstreeks de periode van 02 tot en met 03 december 2012 te Almere tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk R. Nieuwenhuizen van het leven heeft beroofd, immers heeft/hebben verdachte en/of (een of meer van) zijn mededader(s) met dat opzet meerdere malen, althans eenmaal (met kracht) tegen het hoofd en/of de nek en/of het lichaam van die Nieuwenhuizen geschopt en/of getrapt en/of geslagen en/of gestompt, tengevolge waarvan voornoemde Nieuwenhuizen is overleden;
1 subsidiair:
hij in of omstreeks de periode van 02 tot en met 03 december 2012 te Almere, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, aan een persoon genaamd R. Nieuwenhuizen, opzettelijk zwaar lichamelijk letsel (te weten een traumatische beschadiging van een wervelslagader, met als gevolg infarcering van de hersenstam) heeft toegebracht, door meerdere malen, althans eenmaal (met kracht) tegen het hoofd en/of de nek en/of het lichaam van die Nieuwenhuizen te schoppen en/of te trappen en/of te slaan en/of te stompen, terwijl het feit de dood tengevolge heeft gehad;
1 meer subsidiair:
hij in of omstreeks de periode van 02 tot en met 03 december 2012 te Almere, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk mishandelend een persoon (te weten R. Nieuwenhuizen), tegen het hoofd en/of de nek en/of het lichaam heeft geschopt en/of getrapt en/of geslagen en/of gestompt, tengevolge waarvan deze is overleden;
2:
hij op of omstreeks 02 december 2012 te Almere met een ander of anderen, op een voor het publiek toegankelijke plaats of in een voor het publiek toegankelijke ruimte, te weten op het terrein van voetbalvereniging Buitenboys, openlijk in vereniging geweld heeft gepleegd tegen R. Nieuwenhuizen en/of [slachtoffer], welk geweld bestond uit het meerdere malen, althans eenmaal (met kracht) schoppen en/of trappen en/of slaan en/of stompen tegen het hoofd en/of de nek en/of het lichaam van die Nieuwenhuizen en/of het meerdere malen, althans eenmaal (met kracht) schoppen en/of trappen en/of slaan en/of stompen tegen het lichaam van die [slachtoffer].
Indien in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
6 Algemene uiteenzetting gang van zaken 2 en 3 december 2012
Hieronder zal eerst een globale beschrijving worden gegeven van de gebeurtenissen op 2 en 3 december 2012. Verderop zal nader worden ingegaan op de specifieke rol die verdachte heeft vervuld. De bronnen die ten grondslag liggen aan deze uiteenzetting worden weergegeven in voetnoten. Deze bronnen fungeren enkel als bewijsmiddel in strafvorderlijke zin indien en voor zover zij in een eventueel later op te maken aanvulling op dit arrest zullen worden opgenomen als dragend en redengevend voor de bewezenverklaring van het ten laste gelegde.
Op zondag 2 december 2012 speelde voetbalteam Buitenboys B3 thuis een competitiewedstrijd tegen Nieuw Sloten B1 op één van de kunstgrasvelden van het terrein van Buitenboys B3.2 De wedstrijd, die eindigde in 2-2, werd geleid door scheidsrechter [scheidsrechter].3 Hij werd bijgestaan door twee door de teams aangeleverde grensrechters. Namens Buitenboys B3 was dit Richard Nieuwenhuizen.4 Tijdens de wedstrijd werd er door spelers van Nieuw Sloten veelvuldig commentaar geleverd op het vlaggen door grensrechter Nieuwenhuizen.5 Hierbij werd er op hem gescholden. Na de wedstrijd werd Nieuwenhuizen omstreeks 12.20 uur aangesproken door een aantal spelers van Nieuw Sloten, waarbij ook een trainer/begeleider van Nieuw Sloten betrokken was. Nieuwenhuizen werd hierbij geslagen en ten val gebracht, waarna er op hem werd ingeschopt. Nieuwenhuizen heeft – na te zijn opgekrabbeld – geprobeerd weg te rennen, maar werd kort hierop wederom ten val gebracht. Terwijl hij op de grond lag, werd er opnieuw op hem ingeslagen en ingeschopt. Een van de geweldplegers zegt hier later over dat hij bang was geweest dat Nieuwenhuizen niet meer zou opstaan, omdat hij zo hard werd geschopt.6 Hij werd helemaal “kapot geramd.”7 Nieuwenhuizen beschermde zich door zijn armen voor zijn hoofd en borst te brengen. Hij huilde.8
Nieuwenhuizen is, nadat omstanders ingrepen, opgestaan. Hij had bloed aan zijn hand en heeft zijn schoen – die hij bij de schermutselingen verloren had – gezocht en is van het veld gegaan9. Hij is, nadat hij is verzorgd aan een wond aan zijn hand in de verzorgkamer van de voetbalclub, met zijn zoon [benadeelde1] naar huis gegaan.10 Nieuwenhuizen heeft nog met een aantal mensen op de club gesproken. Hij maakte na afloop van het incident op hen een geschrokken en aangeslagen indruk.11 Zijn jas was stuk en de capuchon van zijn jas hing los.12 Een aantal mensen zag een blauwe dikke wang en iemand zag een dikke lip bij Nieuwenhuizen.13 Nieuwenhuizen klaagde in de verzorgingsruimte op de club over pijn aan zijn schouder.14 Nieuwenhuizen is thuis direct op bed gaan liggen. Hij klaagde tegen zijn zoon over behoorlijke pijn aan hoofd en rug.15 Nieuwenhuizen is in de loop van de middag weer teruggegaan naar de club en heeft plaatsgenomen in een dug-out.16
Rond 15.00 uur die middag, derhalve ongeveer twee en een half uur na het incident, raakte Nieuwenhuizen – gezeten in de dug-out – onwel.17 Hij is per ambulance vervoerd naar het Flevoziekenhuis in Almere. Omdat zijn toestand snel verslechterde, is hij overgebracht naar het St. Antonius Ziekenhuis te Nieuwegein. In dit ziekenhuis werd een beschadiging van de linker wervelslagader, een zogeheten dissectie, vastgesteld. Ten gevolge hiervan was er een bloedophoping ontstaan tussen de beschadigde wandlagen van de wervelslagader. Door deze bloedophoping werd deze wervelslagader afgesloten, waardoor een herseninfarct is ontstaan. Op 3 december 2012 omstreeks 15.00 uur is Nieuwenhuizen hersendood verklaard en om 17.00 uur is hij komen te overlijden.18
9 Bewezenverklaring
Door wettige bewijsmiddelen, waarbij de inhoud van elk bewijsmiddel – ook in onderdelen – slechts wordt gebezigd tot het bewijs van dat tenlastegelegde feit waarop het blijkens de inhoud kennelijk betrekking heeft, en waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring steunt, acht het hof wettig bewezen en heeft het hof de overtuiging verkregen, dat verdachte het onder 2 tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande, dat:
2:
hij op 2 december 2012 te Almere met anderen, op een voor het publiek toegankelijke plaats, te weten op het terrein van voetbalvereniging Buitenboys, openlijk in vereniging geweld heeft gepleegd tegen R. Nieuwenhuizen, welk geweld bestond uit het meerdere malen met kracht schoppen en/of trappen en/of slaan tegen het hoofd en/of de nek en/of het lichaam van die Nieuwenhuizen.
Het hof acht niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard, zodat deze daarvan behoort te worden vrijgesproken.
12 Oplegging van straf
De hierna te melden strafoplegging is in overeenstemming met de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan, mede gelet op de persoon van verdachte, zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
Verdachte speelde op zondag 2 december 2012 samen met zijn teamgenoten een voetbalwedstrijd tegen Buitenboys B3. Bij deze wedstrijd trad Richard Nieuwenhuizen op als grensrechter. Nieuwenhuizen maakte het – als vrijwilliger van de voetbalvereniging – mede voor verdachte mogelijk dat hij daar op dat moment een voetbalwedstrijd kon spelen. Tijdens deze wedstrijd ontstond er onvrede bij verdachte en zijn teamgenoten over de wijze waarop de grensrechter vlagde. Na de wedstrijd is verdachte tezamen met een aantal teamgenoten op agressieve wijze verhaal gaan halen bij de grensrechter. Verdachte was hierbij van aanvang af met enkele medeverdachten aanwezig. Er werd in de richting van Nieuwenhuizen geschreeuwd en er werden agressieve gebaren gemaakt, Dit is ontaard in een uitbarsting van geweld jegens Nieuwenhuizen waaraan laatstgenoemde zich heeft getracht te onttrekken maar door verdachte werd tegengehouden. Verdachte heeft toen al liggend op de grond geschopt om zich direct daarop weer bij de vechtende medeverdachten te voegen.
Nieuwenhuizen heeft liggend op de grond in de overmacht van geweld geen kans gehad. Hij heeft zich op geen enkele manier kunnen verweren tegen de kluwen van personen die hem met hun voetbalschoenen schopten en trapten waar ze hem maar raken konden. Het wordt verdachte aangerekend dat hij aan het geweld een wezenlijke bijdrage heeft geleverd. De gedragingen van verdachte en zijn medeverdachten vonden kennelijk enkel en alleen uit frustratie plaats over door Nieuwenhuizen geïnitieerde onwelkome beslissingen ten aanzien van buitenspel.
Toeschouwers van de wedstrijden op de voetbalvelden zijn ongewild getuige geweest van deze verwerpelijke gebeurtenis. Uit de getuigenverklaringen kan worden afgeleid dat de vechtpartij met verontwaardiging is waargenomen.
Op grond van het vorenstaande acht het hof gelet op de ernst van het feit en de omstandigheden waaronder het werd gepleegd, jeugddetentie van aanzienlijke duur passend en geboden.
Ten voordele van verdachte wordt meegewogen dat hij blijkens zijn uittreksel justitiële documentatie d.d. 12 november 2013 niet eerder met justitie in aanraking is gekomen.
Gelet op het voorgaande, in onderling verband en samenhang bezien, is – tegen de achtergrond van het gegeven dat verdachte minderjarig was ten tijde van het delict – een jeugddetentie voor de duur van 12 maanden, waarvan 2 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren, een passende en noodzakelijke bestraffing. Het voorwaardelijk deel dient tevens als stok achter de deur, teneinde te voorkomen dat verdachte zich opnieuw schuldig zal maken aan strafbare feiten.
Bij de strafoplegging is acht geslagen op wat door de Raad voor de Kinderbescherming in een advies d.d. 4 november 2013 heeft geadviseerd, waarbij de Raad verwijst naar een eerdere rapportage van 29 april 2013 en dit advies handhaaft. In die rapportage van 29 april 2013 wordt gemotiveerd geadviseerd om bij een voorwaardelijk strafdeel een bijzondere voorwaarde voor de duur van één jaar op te leggen, te weten de Maatregel Hulp en Steun, uit te voeren door de jeugdreclassering. Dit advies wordt overgenomen en aan verdachte zal voornoemde bijzondere voorwaarde worden opgelegd. Echter, in afwijking van voornoemd advies, wordt – gelet op het belang dat de verdachte heeft bij een goede begeleiding door de jeugdreclassering – bij de bijzondere voorwaarde een proeftijd van twee jaren opgelegd.
Gelet op het voorgaande en met name hetgeen is bepaald over de duur van de straf, wordt het verzoek tot opheffing van de voorlopige hechtenis – zoals door de raadsvrouw ter terechtzitting gedaan – afgewezen.
14 Toepasselijke wettelijke voorschriften
Het hof heeft gelet op de artikelen 77a, 77g, 77h, 77i, 77x, 77y, 77z, 77aa en 141 van het Wetboek van Strafrecht.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij golden ten tijde van het bewezenverklaarde.
BESLISSING
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart niet bewezen dat de verdachte het onder 1 primair, subsidiair en meer subsidiair ten laste gelegde heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het onder 2 ten laste gelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het onder 2 bewezen verklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot jeugddetentie voor de duur van 12 (twaalf) maanden.
Bepaalt dat een gedeelte van de jeugddetentie, groot 2 (twee) maanden, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van 2 (twee) jaren aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt of t.b.v. vaststelling identiteit geen medewerking heeft verleend aan het nemen van vingerafdrukken of geen identiteitsbewijs a.b.i. art. 1 Wet o/d identificatieplicht ter inzage heeft aangeboden dan wel de hierna te noemen bijzondere voorwaarde niet heeft nageleefd.
Stelt als bijzondere voorwaarde dat de verdachte zich zal gedragen naar de voorschriften en aanwijzingen te geven door de Reclassering of een door de reclassering nader aan te wijzen reclasseringsinstelling, zulks zolang als deze instelling dat gedurende de proeftijd nodig acht en dat verdachte binnen dit kader zijn medewerking zal verlenen aan de Maatregel Hulp en Steun, met opdracht aan die instelling als bedoeld in artikel 77aa van het Wetboek van Strafrecht.
Beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in enige in artikel 27, eerste lid, of artikel 27a van het Wetboek van Strafrecht bedoelde vorm van voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde jeugddetentie in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde2]
Verklaart de benadeelde partij [benadeelde2] in haar vordering tot schadevergoeding niet-ontvankelijk en bepaalt dat zij haar vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen.
Verwijst de verdachte in de door de benadeelde partij gemaakte en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten, tot aan de datum van deze uitspraak begroot op nihil.
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde1]
Verklaart de benadeelde partij [benadeelde1] in haar vordering tot schadevergoeding niet-ontvankelijk en bepaalt dat zij haar vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen.
Verwijst de verdachte in de door de benadeelde partij gemaakte en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten, tot aan de datum van deze uitspraak begroot op nihil.
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde4]
Verklaart de benadeelde partij [benadeelde4] in haar vordering tot schadevergoeding niet-ontvankelijk en bepaalt dat zij haar vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen.
Verwijst de verdachte in de door de benadeelde partij gemaakte en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten, tot aan de datum van deze uitspraak begroot op nihil.
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde3]
Verklaart de benadeelde partij [benadeelde3] in haar vordering tot schadevergoeding niet-ontvankelijk.
Verwijst de verdachte in de door de benadeelde partij gemaakte en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten, tot aan de datum van deze uitspraak begroot op nihil.
Aldus gewezen door
mr. H.J. Deuring, voorzitter,
mr. L.T. Wemes en mr. J. Dolfing, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. S.G.H. van Krugten, griffier,
en op 19 december 2013 ter openbare terechtzitting uitgesproken.