2.2
Aan de echtgenote van belanghebbende is bij notariële akte van 26 april 2005 een woonboerderij geleverd. De koopsom bedroeg € 537.500. Belanghebbende en zijn echtgenote zijn per 26 april 2005 een maatschap aangegaan met als doel het gezamenlijk voor gemeenschappelijke rekening en risico exploiteren van een agrarisch bedrijf (biologische veehouderij) in de ruimste zin des woords. In de maatschapsakte is onder andere opgenomen dat belanghebbende en zijn echtgenote beiden arbeid, kennis, vlijt en relaties inbrengen in de maatschap. De echtgenote brengt daarnaast ook haar woonboerderij in. Met betrekking tot de winstverdeling is het volgende opgenomen (waarin met “maat sub 1” belanghebbende wordt bedoeld en met “maat sub 2” zijn echtgenote):
“Artikel 9 Winstverdeling
9.1
De in enig boekjaar door de maatschap (=als geheel) gemaakte winst of het hierin geleden verlies (…) wordt door alle maten genoten, onderscheidenlijk gedragen op basis van het hierna bepaalde.
Van de (…) vastgestelde winst wordt in eerste instantie aan alle maten de vergoeding over ieders geïnvesteerde kapitaal, (…) uitgekeerd, dan wel door hen voldaan.
Vervolgens kan in onderling overleg aan één of meerdere maten een arbeidsvergoeding worden toegekend die afhankelijk is dan de geleverde arbeidsprestatie.
De resterende winst c.q. het verlies wordt verdeeld op basis van:
- maat sub 1: 50%;
- maat sub 2: 50%,
-
- met dien verstande dat de eventuele verliezen gedurende de opstartperiode, welke duurt tot en met 31 december 2009, voor 100% ten laste van maat sub 1 komen. (…)”
2.3
[E] (hierna: de controlerend ambtenaar) heeft namens de Inspecteur op 7 augustus 2008 een boekenonderzoek bij de maatschap ingesteld. Daarbij is onder andere de aanvaardbaarheid van de aangiften IB/PVV voor de jaren 2005 en 2006 onderzocht. De resultaten daarvan zijn neergelegd in het op 26 september 2008 opgemaakte rapport boekenonderzoek. Daarin is onder andere het volgende opgenomen:
De ondernemingsactiviteit bestaat uit de exploitatie van een schapenfokkerij.
(…)
In 2005 is de familie [X] verhuisd (…). De rekening van de verhuizing is geboekt als
zakelijke kosten in de maatschap. De verhuizing betreft echter een privé aangelegenheid. Er
dient een bedrag van € 2.018 gecorrigeerd te worden. Gezien de verliezen kan deze correctie
meegenomen worden in de nog in te dienen aangiften inkomstenbelasting over het jaar
2007.”
2.4
Op de verhuiskosten na, heeft de Inspecteur de aanslagen IB/PVV voor de jaren 2005 en 2006 opgelegd overeenkomstig de ingediende aangiften van belanghebbende, waarin 100% van de verliezen uit de schapen- en paardenhouderij zijn aangegeven.
2.5
Belanghebbende heeft in de jaren 2007 tot en met 2009 inkomsten uit dienstbetrekking genoten van respectievelijk € 299.006, € 214.988 en € 263.707. Zijn echtgenote heeft in die jaren geen inkomsten uit tegenwoordige arbeid genoten. Blijkens de jaarrekeningen over de jaren 2006 tot en met 2009 heeft de maatschap verliezen geleden van onderscheidenlijk € 67.749 (2006), € 68.328 (2007), € 97.726 (2008) en € 135.322 (2009) en hebben de maten in de jaren 2007 tot en met 2009 in totaal voor € 626.778 aan kapitaalstortingen gedaan. De omzet met betrekking tot de schapen bedroeg respectievelijk € 3.292 (2007), € 4.984 (2008) en € 9.744 (2009). In het kader van de winstverdeling van de maatschap is aan de echtgenote ieder jaar een arbeidsbeloning van € 30.000 toegekend.
2.6
Belanghebbende heeft voor de jaren 2007 tot en met 2009 de volgende aangiften IB/PVV ingediend:
voor het jaar 2007 een aangifte IB/PVV naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 179.283;
voor het jaar 2008 een aangifte IB/PVV naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 67.245;
voor het jaar 2009 een aangifte IB/PVV naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 72.017.
Daarbij heeft hij de verliezen van de maatschap volledig als (negatieve) winst uit onderneming in aanmerking genomen.
2.7
Op 23 maart 2011 heeft [C] namens de Inspecteur een boekenonderzoek ingesteld bij de maatschap. Daarbij is onder andere de aanvaardbaarheid van de aangiften IB/PVV voor de jaren 2007 tot en met 2009 onderzocht. De resultaten daarvan zijn neergelegd in het rapport boekenonderzoek, gedateerd 17 oktober 2011. In dit rapport is onder andere het volgende opgenomen:
“De resultaten volgens de jaarrekening bedragen:
2006 € -/- 67.749
2007 € -/- 68.328
2008 € -/- 97.726
2009 € -/- 135.322
In verband met de financieringsbehoefte is door/namens de heer en mevrouw [X] een
financiële prognose gemaakt.
In deze prognose is geen rekening gehouden met de financieringskosten. Deze behoren
natuurlijk wel deel uit te maken van de resultaatopstelling. Op de balans per 31-12-2009 staat
een schuld vermeld van € 1.265.639. Uitgaande van een rente van 4%, bedraagt de
verschuldigde rente minimaal € 50.000.
Het resultaat volgens Financieringskosten, Resultaatprognose
de prognose bedraagt: minimaal: moet zijn:
2010 € -/- 69.848 € -/- 50.000 € -/- 119.848
2011 € -/- 49.311 € -/- 50.000 € -/- 99.311
2012 € -/- 32.773 € -/- 50.000 € -/- 82.773
2013 € -/- 16.236 € -/- 50.000 € -/- 66.236
2014 € -/- 10.507 € -/- 50.000 € -/- 60.507
2015 € 3.089 € -/- 50.000 € -/- 46.911
Opgeteld geeft dat over de jaren 2006 tot en met 2015 in totaal een verlies van € -/- 844.711. Geen enkel jaar geeft een positief resultaat te zien.
Conclusie
Mijn conclusie is dat er geen duurzame winstverwachting is.
De activiteiten van de maatschap vormen geen bron van inkomen.
Dit houdt in dat de bedragen welke in de gecontroleerde jaren als winst uit onderneming in de aangiften zijn verwerkt zullen moeten komen te vervallen.
Met ingang van 1-1-2007 is er fiscaal geen sprake meer van een onderneming.
Met de resultaten zal bij de vaststelling van het inkomen over de gecontroleerde jaren geen rekening worden gehouden.”
(…)
Winst
Als gevolg van het gestelde in hoofdstuk 3 van dit rapport komt de belastbare winst te
vervallen.
(…)
Doordat per 1-1-2007 fiscaal geen sprake meer is van een onderneming, is een
desinvesteringsbijtelling verschuldigd over de vervreemdingsprijs van de goederen waarover
eerder (in 2005 en 2006) investeringsaftrek is genoten.
(…)
Eigen woning
Eén van de gevolgen van het niet als bron accepteren van de activiteiten is dat er geen sprake
is van ondernemingsvermogen. (…) Daardoor valt de woning (…) onder de
eigenwoning-regeling.
(…)
Vast te stellen box 1 inkomen
2007 2008 2009
Box 1 inkomen volgens aangifte € 179.283 € 67.245 € 72.017
Winstcorrectie € 112.480 € 147.743 € 191.690
Desinvesteringsbijtelling € 1.962
Correctie inkomsten uit eigen woning € -/- 17.356 € -/- 17.229 € -/- 23.691
Gecorrigeerd box 1 inkomen € 276.369 € 197.759 € 240.016”
2.9
Het (verwachte) aantal schapen in belanghebbendes schapenhouderij bedraagt:
In het jaar 2005: 12 stuks,
In het jaar 2007: 80 stuks,
In het jaar 2008: 120 stuks,
In het jaar 2009: 197 stuks,
In het jaar 2010: 335 stuks,
In het jaar 2011: 490 stuks,
In het jaar 2012: 522 stuks,
In het jaar 2014: 650 stuks en
In het jaar 2015: meer dan 1.000 stuks.