Op het voorgaande is bij brief van 24 oktober 2012 door de Onderlinge Verzekeringen Overheid u.a. (hierna: OVO), zijnde de verzekeraar van de KLPD onder meer als volgt gereageerd:
"(...) In uw brief geeft u aan dat uw cliënte ten gevolge van het voorval d.d. 24 september 2009 schade heeft geleden. Ter onderbouwing hiervan somt u een aantal schadeposten op.
Het uw cliënte overkomen ongeval is door de politie als een dienstongeval in de zin van art. 1 lid 1 sub z van het Besluit algemene rechtspositie politie (Barp) aangeduid. De schade waarop de rechtspositionele voorschriften (Barp en Besluit bezoldiging politie) zien, komt daarom voor vergoeding door de politie in aanmerking.
In casu hebben wij de aansprakelijkheid op grond van art. 7:658 BW erkend. Gelet op vaste jurisprudentie van de Centrale Raad van Beroep (CRvB 22 juni 2000, TAR 2000/112) is de norm van art. 7:658 BW slechts van toepassing voor zover een rechtspositioneel voorschrift niet voorziet in vergoeding van de gestelde schade. Er kan derhalve slechts aansprakelijkheid bestaan voor schade waarin de rechtspositionele voorschriften van de artt. 54, 54a Barp en artt. 38 v. Bpb niet voorzien, zijnde de restschade.
De door u opgesomde en inzichtelijk gemaakte schadeposten betreffen voornamelijk schadeposten, waarvoor de rechtspositionele regelingen in vergoeding voorzien. Enerzijds kan uw cliënte eventueel aanspraak maken op vergoeding van smartengeld door REAAL, de ongevallenverzekeraar van de politie. Anderzijds heeft uw cliënte op grond van art. 14 lid 4 van het Besluit bezoldiging politie gedurende ziekte recht op doorbetaling van de operationele toelage.
Vooralsnog is het voor ons niet inzichtelijk waaruit de restschade van uw cliënt zou bestaan. Dit is ook de reden dat wij tot op heden nog niet aan uw cliënte hebben bevoorschot.
Om een beter beeld te krijgen van de restschade van uw cliënte hebben wij besloten een schaderegelaar in te schakelen voor een gezamenlijk huisbezoek. Graag vernemen wij van u of u met het inschakelen van een schaderegelaar kunt instemmen.
In de tussentijd ziet u ons bereid een bedrag van € 2.500,-- als voorschot onder algemene titel aan uw cliënte betaalbaar te stellen. (...)"