Aldus resteert de vraag of [geïntimeerde] nog loon tegoed heeft over de periode van 1 juni tot en met 1 augustus 2013 en zo ja, welk bedrag, welke vragen met de grieven IV en VI zijn aangesneden.
Reeds bij dagvaarding in eerste aanleg heeft [geïntimeerde] gewezen op de onder 3.12 bedoelde loonstrookjes en niet alleen gesteld dat de daarop staande verschuldigde bedragen (over juni € 80,41 netto inclusief vakantietoeslag, voor 8 uur; over juli € 499,77 netto inclusief vakantietoeslag voor 50½ uur) niet zijn uitbetaald, maar ook dat het vermelde aantal gewerkte uren daarop niet klopt.
Met de twee teruggevonden urenstaten uit de maand juni (zie hiervoor onder 3.14) staat vast dat de loonspecificatie over juni 2013 aanmerkelijk te weinig uren vermeldt, nu alleen al in de periode van 4 tot en met 9 juni 2013 33,25 uur is gewerkt en van 17 tot en met
23 juni 2013 30 uur, hetgeen [appellant] niet, althans niet gemotiveerd, heeft betwist. Over juli 2013 heeft [appellant] geen gegevens verstrekt.
Dat de kantonrechter bij haar beslissing is uitgegaan van het urenoverzicht van [geïntimeerde] voor zover het periodes betreft waarover geen urenbriefjes beschikbaar waren (alle, behoudens de onder 3.9 bedoelde periode) kan het hof billijken, omdat er toen weinig reden was voor argwaan ten aanzien van de juistheid van het urenoverzicht.
Nu echter in hoger beroep de onder 3.14 bedoelde urenstaten overgelegd zijn, en daaruit blijkt dat [geïntimeerde] over de periode van 4 tot en met 9 juni 2013 33,25 uur heeft gewerkt in plaats van de in totaal 51½ uur die zij op haar urenoverzicht schrijft, en over de periode van 17 tot en met 23 juni 2013 30 uur in plaats van 68½, is er alle reden om ook de overige genoteerde uren op de urenlijst met een grote korrel zout te nemen. Weliswaar betwist [geïntimeerde] de juistheid van deze teruggevonden urenstaten en biedt zij bewijs aan van de door haar overgelegde urenoverzichten, maar dat bewijsaanbod is op geen enkele wijze gespecificeerd.
Omdat beide partijen (ook) onbetrouwbare gegevens hebben overgelegd, zij geen van beiden een concreet bewijsaanbod hebben gedaan van het werkelijk aantal te verlonen uren, maar anderzijds de werkgever wel verantwoordelijk is voor de juiste urenadministratie, zal het hof uitgaan van gemiddeld 35 gewerkte uren per week in de maanden juni en juli 2013.
Daarnaast heeft [geïntimeerde] recht op beloning voor het werk op 1 augustus 2013, waarvoor haar loon over drie uur toekomt (art. 7:628a lid 1 BW) nu zij die dag anderhalf uur aanwezig is geweest.
In totaal is dat 8½ week x 35 uur is 297½ uur tegen het contractuele uurloon van € 8,92 bruto exclusief 8% vakantietoeslag, ofwel € 2.866,- bruto inclusief vakantietoeslag.