De tenlastelegging
Aan verdachte is – na aanpassing van de omschrijving van de tenlastelegging in eerste aanleg- tenlastegelegd dat:
1.
hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 18 oktober
2007 tot 17 oktober 2011 in de gemeente [gemeente] , althans elders in Nederland,
(telkens) met [benadeelde partij1] (geboren [datum] ), die de leeftijd van
twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren had bereikt, buiten echt, een
of meer ontuchtige handeling(en) heeft gepleegd, die (telkens) bestond(en) uit
of mede bestond(en) uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die
[benadeelde partij1] , hebbende verdachte meermalen, althans één maal:
- zijn, verdachtes, penis en/of één of meerdere vinger(s) en/of tong in de
vagina van die [benadeelde partij1] geduwd en/of gebracht en/of
- zijn, verdachtes, penis in de mond van die [benadeelde partij1] geduwd en/of
gebracht;
2.
hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 juni 2007
tot 17 oktober 2011 in de gemeente [gemeente] , althans elders in Nederland,
(telkens) met [benadeelde partij1] (geboren [datum] ), die toen de leeftijd van
zestien jaren nog niet had bereikt, buiten echt, een of meer ontuchtige
handeling(en) heeft gepleegd, (telkens) bestaande uit het meermalen, althans
een maal, opzettelijk ontuchtig:
- voelen aan en/of betasten van de borsten en/of billen en/of vagina, althans
schaamstreek van die [benadeelde partij1] en/of
- het laten vastpakken van en/of laten voelen aan en/of laten trekken aan
zijn, verdachtes, penis door die [benadeelde partij1] en/of
- likken aan en/of beffen van (de vagina van) die [benadeelde partij1] ;
3.
hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode 18 oktober 2011
tot en met 22 april 2013 in de gemeente [gemeente] , althans elders in Nederland,
door geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of bedreiging met geweld of
(een) andere feitelijkhe(i)d(en) [benadeelde partij1] heeft gedwongen tot het
ondergaan van (een) handeling(en) die (telkens) bestond(en) uit of mede
bestond(en) uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [benadeelde partij1] , hebbende verdachte, meermalen, althans één maal:
- zijn, verdachtes penis en/of één of meerdere vinger(s) en/of tong in de vagina van die [benadeelde partij1] geduwd en/of gebracht en/of
- zijn, verdachtes, penis in de mond van die [benadeelde partij1] geduwd en/of gebracht en/of
bestaande die andere feitelijkhe(i)d(en) hierin dat verdachte misbruik heeft
gemaakt van het uit feitelijke verhouding voortvloeiende overwicht en/of zijn,
verdachtes, fysieke en/of psychische en/of emotionele overwicht en/of het
leeftijdsverschil en/of misbruik heeft gemaakt van het vertrouwen dat die
[benadeelde partij1] in hem als buurman/vriend had en/of heeft aangedrongen op
seksuele handelingen en/of zich dominant en/of dwingend heeft opgesteld ten
opzichte van die [benadeelde partij1]
(waartegen die [benadeelde partij1] zich niet meer kon of durfde te verzetten, gelet op het reeds vele malen plaatsgehad hebbende seksuele misbruik) en/of
(aldus) voor die [benadeelde partij1] een dreigende situatie heeft doen ontstaan;
4.
hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks 18 oktober 2011 tot en met 22 april
2013 te [gemeente] , door geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of
bedreiging met geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) [benadeelde partij1]
heeft gedwongen tot het plegen en/of dulden van een of meer ontuchtige
handeling(en), (telkens) bestaande uit het meermalen, althans één maal:
- duwen en/of brengen van zijn, verdachtes, penis en/of één of meerdere
vinger(s) en/of tong in de vagina van die [benadeelde partij1] en/of
- duwen en/of brengen van zijn, verdachtes, penis in de mond van die
[benadeelde partij1] en/of
- voelen aan en/of betasten van de borsten en/of billen en/of vagina en/of
schaamstreek van die [benadeelde partij1] en/of
- door die [benadeelde partij1] laten vastpakken van zijn, verdachtes, penis en/of
door die [benadeelde partij1] (aan) die penis laten voelen en/of betasten en/of
(vervolgens) aan die penis laten trekken
en bestaande dat geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) en/of die bedreiging
met geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) uit het misbruik dat verdachte
heeft gemaakt van het uit feitelijke verhouding voortvloeiend overwicht en/of
het fysieke en/of psychische en/of emotionele overwicht en/of het
leeftijdsverschil en/of misbruik dat verdachte heeft gemaakt van het
vertrouwen dat die [benadeelde partij1] in hem als buurman/vriend had
en/of dat verdachte heeft aangedrongen op seksuele handelingen en/of zich dominant en/of
dwingend heeft opgesteld ten opzichte van die [benadeelde partij1] (waartegen die
[benadeelde partij1] zich niet meer kon of durfde te verzetten, gelet op het reeds
vele malen plaatsgehad hebbende seksuele misbruik) en/of
(aldus) voor die [benadeelde partij1] een dreigende situatie heeft doen ontstaan;
5.
hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 20 oktober 2010
tot en met 22 april 2013 in de gemeente [gemeente] , althans elders in Nederland,
(telkens) met [benadeelde partij2] (geboren [datum] ), die de leeftijd van
twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren had bereikt, buiten echt, een
of meer ontuchtige handeling(en) heeft gepleegd, die (telkens) bestond(en) uit
of mede bestond(en) uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die
[benadeelde partij2] , hebbende verdachte meermalen, althans één maal:
- zijn, verdachtes, penis en/of één of meerdere vinger(s) in de vagina van die
[benadeelde partij2] geduwd en/of gebracht;
althans, voor zover voor het vorenstaande onder 5 geen veroordeling mocht of zou kunnen volgen, ter zake dat
hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 juni 2007 tot
en met 22 april 2013 in de gemeente [gemeente] , althans elders in Nederland,
(telkens) met [benadeelde partij2] (geboren [datum] ), van wie hij, verdachte,
wist dat die [benadeelde partij2] in staat van bewusteloosheid, verminderd
bewustzijn of lichamelijke onmacht verkeerde,
dan wel aan een zodanige gebrekkige ontwikkeling of ziekelijke stoornis van haar geestvermogens leed dat die [benadeelde partij2] niet of onvolkomen in staat was haar wil daaromtrent te bepalen of kenbaar te maken of daartegen weerstand te bieden, een of meer
handeling(en) heeft gepleegd, die (telkens) bestond(en) uit of mede bestond(en) uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [benadeelde partij2] , hebbende verdachte meermalen, althans één maal:
- zijn penis en/of één of meerdere vinger(s) in de vagina van die
[benadeelde partij2] geduwd en/of gebracht;
6.
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 juni 2007 tot
en met 22 april 2013 in de gemeente [gemeente] , althans elders in Nederland,
(telkens) met [benadeelde partij2] (geboren [datum] ), van wie hij, verdachte,
wist dat die [benadeelde partij2] in staat van bewusteloosheid, verminderd
bewustzijn of lichamelijke onmacht verkeerde, dan wel aan een zodanige
gebrekkige ontwikkeling of ziekelijke stoornis van haar geestvermogens leed
dat die [benadeelde partij2] niet of onvolkomen in staat was haar wil daaromtrent te
bepalen of kenbaar te maken of daartegen weerstand te bieden of die toen de
leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt, buiten echt, een of meer
ontuchtige handeling(en) heeft gepleegd, (telkens) bestaande uit het
meermalen, althans eenmaal, opzettelijk ontuchtig:
- voelen aan en/of betasten van de borsten en/of vagina en/of schaamstreek van
die [benadeelde partij2] en/of
- het laten voelen aan en/of betasten van zijn penis en/of zich laten aftrekken door
die [benadeelde partij2] ;
7.
hij in of omstreeks de periode van 1 juni 2007 tot en met 4 juni 2013 in de
gemeente [gemeente] , in elk geval in Nederland, één of meermalen 11.497 en/of
(aldus) een (groot) aantal, in elk geval een of meer afbeelding(en) en/of
film(s) en/of (een) gegevensdrager(s), te weten een usb-stick (Dane-Elec
(beslagcode B.01.02)) en/of een usb-stick (Verbatim (beslagcode A.06.01.04))
en/of een harddisk (Conceptronic (beslagcode A.06.01.06)) en/of een computer
(Desktop Acer, Aspire M1610 (beslagcode A.06.01.03)) en/of een computer
(Netbook Asus (beslagcode A.03.01.01)) en/of een computer (Netbook Asus
(beslagcode A.06.01.01)) en/of een telefoon (Huawei (beslagcode A.04.01.02)),
bevattende 11.497 en/of (aldus) een (groot) aantal, in elk geval één of meer
afbeelding(en) en/of film(s), heeft verspreid en/of aangeboden en/of openlijk
tentoongesteld en/of vervaardigd en/of ingevoerd en/of doorgevoerd en/of
uitgevoerd en/of verworven en/of in bezit heeft gehad en/of zich daartoe door
middel van een geautomatiseerd werk en/of met gebruikmaking van een
communicatiedienst de toegang heeft verschaft,
terwijl op die afbeelding(en) (telkens) (een) seksuele gedraging(en) zichtbaar
is/zijn, waarbij (telkens) een persoon die kennelijk de leeftijd van achttien
jaar nog niet had bereikt, was betrokken of schijnbaar was betrokken,
welke voornoemde seksuele gedragingen bestonden uit:
vaginaal en/of anaal penetreren (met de penis en/of (een) vinger(s)/hand) van
het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet
heeft bereikt
vaginaal penetreren van het lichaam van een (ander) persoon door een persoon
die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt (met (een)
vinger(s)/hand)
het betasten en/of aanraken van de geslachtsdelen en/of borsten van een
persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft bereikt (met
(een) vinger(s)/hand)
het betasten en/of aanraken van de geslachtsdelen van een (ander) persoon door
een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft bereikt (met
(een) vinger(s)/hand)
het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van (een) perso(o)n(en) die
kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft/hebben bereikt, waarbij
deze perso(o)n(en) gekleed is/zijn en/of opgemaakt is/zijn en/of
poseert/poseren in een omgeving en/of met (een) voorwerp(en) en/of in
(een)(erotisch getinte) houding(en) (op een wijze) die niet bij haar/hun
leeftijd past/passen en/of waarbij deze perso(o)n(en) zich (vervolgens) in
opeenvolgende afbeeldingen/filmfragmenten van haar/hun kleding ontdoet/ontdoen
en/of (waarna) door het camerastandpunt en/of de (onnatuurlijke) pose en/of de
wijze van kleden van deze perso(o)n(en) en/of de uitsnede van de
afbeelding(en)/film(s) nadrukkelijk de (ontblote) geslachtsdelen in beeld
gebracht worden
(waarbij) de afbeelding (aldus) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft
en/of strekt tot seksuele prikkeling.
Indien in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Vrijspraak van het onder 3 en 4 ten laste gelegde
Uit het dossier blijkt dat verdachte jarenlang een (seksuele) relatie heeft gehad met zijn twintig jaar jongere buurmeisje [benadeelde partij1] . Volgens [benadeelde partij1] heeft verdachte haar vanaf haar 12e verjaardag seksuele handelingen laten ondergaan en laten uitvoeren; vlak voor haar 15e verjaardag heeft verdachte haar door het hebben van gemeenschap ontmaagd. Vanaf dat moment hadden verdachte en [benadeelde partij1] een seksuele relatie ‘met alles er op en er aan’. Verdachte en [benadeelde partij1] verkeerden vaak in elkaars gezelschap, verdachte nam haar mee naar hotels en vroeg haar zelfs ten huwelijk. Het hof heeft geen reden om aan de juistheid en betrouwbaarheid van de verklaring van [benadeelde partij1] te twijfelen. Ter terechtzitting van het hof d.d. 13 februari 2014 heeft verdachte erkend dat binnen de relatie met [benadeelde partij1] seksuele handelingen – waaronder ook handelingen die zijn aan te merken als seksueel binnendringen - hebben plaatsgevonden.
In het voorgaande heeft het hof al overwogen dat het hof het onder 1 en 2 ten laste gelegde bewezen acht. Dit bewezenverklaarde laat zich kort samenvatten als het aangaan en onderhouden van een seksuele relatie met [benadeelde partij1] , in de periode dat [benadeelde partij1] tussen de 12 en 16 jaar oud was.
Het hof dient vervolgens te bepalen of de voortzetting van die seksuele relatie die verdachte met [benadeelde partij1] had ook na [benadeelde partij1] 16e verjaardag strafbaar was, in de zin dat de seksuele handelingen die verdachte in dat verband onder 3 en 4 worden verweten, kunnen worden gekwalificeerd als aanranding en/of als verkrachting. Daarvoor is vereist dat vast komt te staan dat de in de tenlastelegging onder 3 en 4 genoemde feitelijke (seksuele/ontuchtige) handelingen tussen verdachte en [benadeelde partij1] onder dwang van geweld of een andere feitelijkheid en/of bedreiging met geweld of een andere feitelijkheid hebben plaatsgevonden.
Uit het dossier blijkt niet dat sprake is geweest van geweld of enige vorm van bedreiging. De vraag is vervolgens of de handelingen plaats hebben gevonden onder ‘dwang van een andere feitelijkheid’.
Volgens vaste jurisprudentie kan van ‘door een feitelijkheid dwingen’ in de zin van de artikelen 242 (verkrachting) en 246 (aanranding) van het Wetboek van Strafrecht slechts sprake zijn indien de verdachte door die feitelijkheid opzettelijk heeft veroorzaakt dat het slachtoffer de handelingen tegen zijn of haar wil heeft ondergaan, dan wel heeft gepleegd/geduld.
Uit het bewijs dient voort te vloeien dat de verdachte opzettelijk een zodanige psychische druk heeft uitgeoefend op het slachtoffer of deze in een zodanige afhankelijkheidssituatie heeft gebracht dat deze zich daardoor niet tegen de handelingen kon verzetten, of dat de verdachte het slachtoffer heeft gebracht in een zodanige, door hem opzettelijk veroorzaakte, (bedreigende) situatie dat het daardoor voor deze zo moeilijk was om zich aan die handelingen te onttrekken, dat er sprake was van dwang van de kant van de verdachte.
Uit het dossier blijkt zonder meer dat er – ook ná de 16e verjaardag van [benadeelde partij1] – sprake is geweest van een relatie tussen verdachte en [benadeelde partij1] , waarin elementen van afhankelijkheid van [benadeelde partij1] ten opzichte van verdachte hebben gezeten. Alleen al het leeftijdsverschil tussen verdachte en [benadeelde partij1] wijst immers in de richting van een fors psychisch en emotioneel overwicht van verdachte. Er is echter onvoldoende bewijs dat sprake is geweest van een zodanige afhankelijkheidsrelatie en van een mede daardoor uitgeoefende zodanige druk dat [benadeelde partij1] zich daardoor niet tegen de seksuele handelingen kon verzetten. Ook blijkt onvoldoende dat verdachte [benadeelde partij1] in een zodanige, door hem opzettelijk veroorzaakte, (bedreigende) situatie heeft gebracht dat het daardoor voor haar moeilijk was om zich aan de handelingen te onttrekken.
De uit het dossier blijkende feiten en omstandigheden leveren derhalve geen ‘dwang door een feitelijkheid’ in de zin van de artikelen 242 en 246 van het Wetboek van Strafrecht op. Anders dan de rechtbank en de advocaat-generaal acht het hof het onder 3 en 4 ten laste gelegde niet bewezen, zodat verdachte daarvan dient te worden vrijgesproken.
Overwegingen met betrekking tot het bewijs van het onder 5 en 6 ten laste gelegde
Ter terechtzitting van het hof d.d. 13 februari 2014 heeft de raadsvrouw bepleit dat verdachte van het onder 5 en 6 ten laste gelegde vrijgesproken dient te worden wegens het ontbreken van wettig en overtuigend bewijs voor de genoemde pleegperiode en feitelijke handelingen. Voorts heeft de verdediging aangevoerd dat het in het dossier aanwezige filmmateriaal betreffende [benadeelde partij2] niet gebezigd kan worden voor het bewijs nu niet met zekerheid vastgesteld kan worden dat de op het materiaal vastgelegde mannelijke persoon verdachte betreft.
Het hof overweegt als volgt.
De door de raadsvrouw gevoerde verweren (pleegperiode en feitelijke handelingen) strekkende tot vrijspraak van de feiten 5 en 6 worden naar het oordeel van het hof weerlegd door de gebezigde bewijsmiddelen, zoals deze later in de eventueel op te maken aanvulling op het eindarrest zullen worden opgenomen. Het hof heeft geen reden om aan de juistheid en betrouwbaarheid van de inhoud van die bewijsmiddelen te twijfelen.
De gebezigde bewijsmiddelen bevatten tevens het op [benadeelde partij2] betrekking hebbende filmmateriaal. Het hof concludeert, anders dan de verdediging, dat de op het filmmateriaal zichtbare mannelijke persoon geïdentificeerd kan worden als verdachte.
Gebleken is dat zowel op de telefoon van verdachte als op een in verdachtes auto aangetroffen USB-stick films van seksueel misbruik van [benadeelde partij2] zijn aangetroffen.
Verbalisant [verbalisant 1] stelt in het door hem opgemaakte proces-verbaal onderzoek in beslag genomen goed d.d. 21 juni 2013 aan de hand van foto’s die van het interieur van verdachtes woning werden gemaakt, vast dat een groot deel van de films is vervaardigd in de slaapkamer op de tweede verdieping van verdachtes woning aan de [adres] te [gemeente] .
Enkele van de films worden in het proces-verbaal uitgebreid beschreven. De filmlocatie van film 1 ( [nummer] ) stelt [verbalisant 1] bijvoorbeeld vast doordat hij op de beelden een boekenkast met daarnaast een wit kledingstuk waarneemt, gelijk aan de kast en kamerjas op de foto’s van verdachtes slaapkamer. In film 2 ( [nummer] ) ziet [verbalisant 1] dat [benadeelde partij2] op een zwart dekbed met een goudkleurige band ligt, welk dekbed overeenkomt met het dekbed dat in verdachtes slaapkamer is gefotografeerd.
Ter terechtzitting van het hof d.d. 13 februari 2014 heeft [verbalisant 1] , in aanwezigheid van verdachte en diens raadsvrouw, enkele van de beschreven films, waaronder de hiervoor genoemde, getoond, evenals enkele van de tijdens de doorzoeking genomen digitale foto’s van de woning van verdachte. De filmlocaties zijn ter zitting vergeleken met de foto’s van verdachtes slaapkamer. Evenals [verbalisant 1] heeft het hof waargenomen dat zowel op film 1 als op de foto van verdachtes slaapkamer een witte boekenkast en een wit(te) kledingstuk/kamerjas te zien zijn welke zeer sterke overeenkomsten met elkaar vertonen. Ditzelfde geldt voor het zwarte dekbed met gouden band(en)/ba(a)n(en) op film 2.
Voorts heeft verbalisant [verbalisant 2] – één van de verbalisanten die verdachte meermalen heeft verhoord – de stem van de man op film 1 herkend als de stem van verdachte. Ter terechtzitting heeft het hof een dergelijke waarneming niet kunnen doen. Verbalisant [verbalisant 1] heeft hieromtrent ter zitting van het hof verklaard dat de politie bij het afspelen van de films – anders dan ter terechtzitting – geavanceerde geluidsapparatuur heeft gebruikt en dat zij beluisterd werden met gebruikmaking van een koptelefoon. Onder dergelijke omstandigheden, die qua kwaliteit en volume van het geluid veel beter waren dan waarin het hof ter zitting de waarneming heeft moeten doen, heeft verbalisant [verbalisant 2] de stemherkenning gedaan. Gelet op deze toelichting van [verbalisant 1] acht het hof de stemherkenning van verbalisant [verbalisant 2] betrouwbaar en bruikbaar voor het bewijs.
In één van de films met [benadeelde partij2] (film 3, [nummer] ) wordt door de mannelijke persoon, terwijl op de achtergrond een huilend kind te horen is, op enig moment gezegd: “We gaan zo naar [zoontje] toe.” Gebleken is dat verdachte een zoontje heeft genaamd [zoontje] (geboren [geboortedatum] ).
Ter terechtzitting heeft [verbalisant 1] ook de in bijlage 9 van het dossier genoemde film van seksuele handelingen met [benadeelde partij1] (filmnummer [nummer] ) getoond. Verdachte heeft ter zitting erkend dat hij de man is die met [benadeelde partij1] op de film seksuele handelingen verricht en dat hij deze film op zijn slaapkamer in zijn woning opgenomen heeft. In deze film, zo heeft het hof kunnen waarnemen, is (met name) de voorzijde van het onderlijf van verdachte duidelijk/prominent in beeld gebracht. Het hof heeft geen enkel verschil kunnen vaststellen met de man wiens onderlijf eveneens duidelijk/prominent in beeld is gebracht in de films waarop het seksuele misbruik van [benadeelde partij2] is vastgelegd. Een concreet voorbeeld betreft de waarneming dat zowel verdachte in de film betreffende [benadeelde partij1] als de man in de films betreffende [benadeelde partij2] werd gekenmerkt door een geschoren schaamstreek.
Op grond van voorgaande vastgestelde feiten en omstandigheden oordeelt het hof dat verdachte de mannelijke persoon op de films met [benadeelde partij2] is.
Verdachte heeft ter terechtzitting van het hof de aanklacht op dit punt stellig ontkend. Een verklaring voor de aangetroffen films heeft hij niet kunnen geven. Hij heeft slechts de stelling geponeerd dat het niet onmogelijk is dat een ander onbekend gebleven persoon de films met [benadeelde partij2] op zijn slaapkamer in zijn huis met zijn telefoon heeft gemaakt nu er regelmatig andere mensen in zijn huis kwamen, de achterdeur wel eens open stond en hij zijn telefoon soms liet slingeren. Deze verklaring stelt het hof, in het licht van het hiervoor overwogene, als volstrekt ongeloofwaardig en hoogst onwaarschijnlijk terzijde. Dit temeer nu moet worden vastgesteld dat één van de films waarop is vastgelegd hoe [benadeelde partij2] seksueel wordt misbruikt, is opgenomen op een dag waarop, naar volgt uit afgelegde verklaringen, [benadeelde partij2] door haar ouders gedurende enkele uren aan de zorg van verdachte was toevertrouwd.
Bewezenverklaring
Door wettige bewijsmiddelen, waarbij de inhoud van elk bewijsmiddel - ook in onderdelen - slechts wordt gebezigd tot het bewijs van dat tenlastegelegde feit waarop het blijkens de inhoud kennelijk betrekking heeft, en waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring steunt, acht het hof wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder 1, 2, 5 primair, 6 en 7 tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande, dat:
1.
hij op tijdstippen in de periode van 18 oktober 2007 tot 17 oktober 2011 in de gemeente [gemeente] , telkens met [benadeelde partij1] (geboren [datum] ), die de leeftijd van
twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren had bereikt, buiten echt, ontuchtige handelingen heeft gepleegd, die bestonden uit of mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [benadeelde partij1] , hebbende verdachte meermalen:
- zijn, verdachtes, penis en/of één of meerdere vinger(s) en/of tong in de
vagina van die [benadeelde partij1] gebracht en/of
- zijn, verdachtes, penis in de mond van die [benadeelde partij1] gebracht;
2.
hij op tijdstippen in de periode van 1 juni 2007 tot 17 oktober 2011 in de gemeente [gemeente] ,
telkens met [benadeelde partij1] (geboren [datum] ), die toen de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt, buiten echt, ontuchtige handelingen heeft gepleegd, bestaande uit het meermalen opzettelijk ontuchtig:
- voelen aan en/of betasten van de borsten en/of billen en/of vagina van die
[benadeelde partij1] en/of
- het laten vastpakken van en/of laten voelen aan en/of laten trekken aan
zijn, verdachtes, penis door die [benadeelde partij1] en/of
- likken aan en/of beffen van (de vagina van) die [benadeelde partij1] ;
5. ( primair)
hij op tijdstippen in de periode van 20 oktober 2010 tot en met 22 april 2013 in de gemeente [gemeente] , telkens met [benadeelde partij2] (geboren [datum] ), die de leeftijd van
twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren had bereikt, buiten echt, ontuchtige handelingen heeft gepleegd, die bestonden uit of mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [benadeelde partij2] , hebbende verdachte meermalen:
- zijn, verdachtes, penis en/of één of meerdere vinger(s) in de vagina van die
[benadeelde partij2] gebracht;
6.
hij op tijdstippen in de periode van 1 juni 2007 tot en met 22 april 2013 in de gemeente [gemeente] , telkens met [benadeelde partij2] (geboren [datum] ), van wie hij, verdachte, wist dat die [benadeelde partij2] aan een zodanige gebrekkige ontwikkeling van haar geestvermogens leed dat die [benadeelde partij2] niet of onvolkomen in staat was haar wil daaromtrent te bepalen of kenbaar te maken of daartegen weerstand te bieden, ontuchtige handelingen heeft gepleegd, bestaande uit het meermalen opzettelijk ontuchtig:
- voelen aan en/of betasten van de borsten en/of vagina van die [benadeelde partij2] en/of
- het laten voelen aan en/of betasten van zijn penis en/of zich laten aftrekken door
die [benadeelde partij2] ;
7.
hij in de periode van 1 mei 2011 tot en met 4 juni 2013 in de
gemeente [gemeente] , film(s) en/of gegevensdragers, te weten een usb-stick (Verbatim (beslagcode A.06.01.04)) en/of een harddisk (Conceptronic (beslagcode A.06.01.06)) en/of een computer (Desktop Acer, Aspire M1610 (beslagcode A.06.01.03)), bevattende afbeeldingen, heeft verspreid en/of vervaardigd en/of in bezit heeft gehad,
terwijl op die films(s) en/of afbeeldingen seksuele gedragingen zichtbaar
zijn, waarbij (telkens) een persoon die kennelijk de leeftijd van achttien
jaar nog niet had bereikt, was betrokken of schijnbaar was betrokken,
welke voornoemde seksuele gedragingen bestonden uit:
vaginaal en/of anaal penetreren (met de penis en/of (een) vinger(s)/hand) van
het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet
heeft bereikt
vaginaal penetreren van het lichaam van een (ander) persoon door een persoon
die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt (met (een)
vinger(s)/hand)
het betasten en/of aanraken van de geslachtsdelen en/of borsten van een
persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft bereikt (met
(een) vinger(s)/hand)
het betasten en/of aanraken van de geslachtsdelen van een (ander) persoon door
een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft bereikt (met
(een) vinger(s)/hand)
het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van (een) perso(o)n(en) die
kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft/hebben bereikt, waarbij
deze perso(o)n(en) gekleed is/zijn en/of opgemaakt is/zijn en/of
poseert/poseren in een omgeving en/of met (een) voorwerp(en) en/of in
(een)(erotisch getinte) houding(en) (op een wijze) die niet bij haar/hun
leeftijd past/passen en/of waarbij deze perso(o)n(en) zich (vervolgens) in
opeenvolgende afbeeldingen/filmfragmenten van haar/hun kleding ontdoet/ontdoen
en/of (waarna) door het camerastandpunt en/of de (onnatuurlijke) pose en/of de
wijze van kleden van deze perso(o)n(en) en/of de uitsnede van de
afbeelding(en)/film(s) nadrukkelijk de (ontblote) geslachtsdelen in beeld
gebracht worden
(waarbij) de afbeelding (aldus) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft
en/of strekt tot seksuele prikkeling.
Het hof acht niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard, zodat deze daarvan behoort te worden vrijgesproken.
Oplegging van straf en/of maatregel
De hierna te melden strafoplegging is in overeenstemming met de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan, mede gelet op de persoon van verdachte, zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
Verdachte is in 2007 een langdurige relatie gestart met zijn destijds 11-jarige buurmeisje [benadeelde partij1] . Gedurende de jaren dat de relatie voortduurde, heeft verdachte haar steeds verdergaande seksuele handelingen laten ondergaan en laten uitvoeren. Vanaf vlak voor [benadeelde partij1] 15e verjaardag had verdachte de relatie uitgebouwd tot een seksuele relatie ‘met alles er op en er aan’, in dier voege dat verdachte [benadeelde partij1] ook vaginaal en oraal penetreerde. Van enkele seksuele handelingen heeft verdachte bovendien foto- en filmmateriaal gemaakt. Verdachte cultiveerde de relatie met [benadeelde partij1] . Zij zagen elkaar vaak, hij nam haar mee naar hotels, stuurde haar veelvuldig liefdesbetuigingen, gaf haar cadeaus en vroeg haar zelfs ten huwelijk. Aldus bracht verdachte zijn slachtoffer in de waan dat zij voor hem heel speciaal, zo niet alles was.
In dezelfde periode onderhield verdachte, zonder dat [benadeelde partij1] dat wist, evenwel ook een (volledige) seksuele relatie met het bijna drie jaar jongere, verstandelijk beperkte zusje van [benadeelde partij1] , [benadeelde partij2] . En ook hiervan heeft hij beeldmateriaal gemaakt.
Verdachte heeft zich hiermee schuldig gemaakt aan overtreding van de artikelen 245 en 247 van het Wetboek van Strafrecht. Deze artikelen strekken tot bescherming van kwetsbare personen tegen ernstige seksuele handelingen. Onder kwetsbare personen in de zin van de genoemde artikelen worden onder meer begrepen (jonge) kinderen en personen met een geestelijke beperking. Van deze personen kan in redelijkheid niet worden verwacht dat zij weerstand bieden aan seksuele verlangens van een ander.
Verdachte heeft ernstig inbreuk gemaakt op de lichamelijke en geestelijke integriteit van de meisjes. Verdachte heeft – met name ten aanzien van [benadeelde partij1] – geduldig en rustig een band op- en uitgebouwd van waaruit op steeds verdergaande wijze gezocht is naar bevrediging van zijn eigen seksuele behoeften. Zowel [benadeelde partij1] en [benadeelde partij2] als hun ouders hebben een groot vertrouwen gesteld in verdachte als hun buurman, welk vertrouwen hij op uiterst grove wijze heeft beschaamd.
Het stond en staat de verdachte uiteraard vrij om - wat het hof betreft: tegen beter weten in - te volharden in zijn ontkenning van het door hem gepleegde misbruik van [benadeelde partij2] en [benadeelde partij1] , ook ná het tussenarrest van het hof. De consequentie daarvan, een consequentie waarop de verdachte ook door het hof is gewezen, is evenwel dat hij aldus aan de meisjes en hun ouders de erkenning van het leed dat hen is toegebracht heeft onthouden, terwijl, naar uit algemene ervaringsregels volgt, juist die erkenning van groot belang pleegt te zijn voor de verwerking van dat leed.
De blijvende en grote impact van de delicten op [benadeelde partij1] , [benadeelde partij2] en hun ouders blijkt met name uit de opgestelde Schriftelijke Slachtofferverklaringen, alsmede uit hetgeen hieromtrent ter terechtzitting van het hof is verklaard.
Zowel [benadeelde partij1] als [benadeelde partij2] is onder langdurige behandeling van een psycholoog. [benadeelde partij1] schrijft dat ze zichzelf kwijt is geraakt en dat ze worstelt met schuldgevoelens over het feit dat verdachte zich tevens aan haar gehandicapte zusje heeft vergrepen. Uit de namens [benadeelde partij2] door de ouders opgestelde verklaring blijkt hoezeer verdachte het in hem gestelde vertrouwen heeft beschaamd. Ze beschrijven dat [benadeelde partij2] zich door haar beperking niet kan uiten, maar dat ze door kleine signalen kunnen zien wat het misbruik met haar gedaan heeft. Zo kijkt [benadeelde partij2] naar huizen die te koop staan omdat ze wil verhuizen, wil ze geen contact meer met andere mannen in de buurt en wil zij voor altijd thuis bij haar ouders blijven wonen.
Voorts is gebleken dat verdachte ook ander kinderpornografisch materiaal heeft verspreid en/of vervaardigd en/of in bezit gehad. Het in bezit hebben van dergelijke afbeeldingen is een zeer ernstig misdrijf. Bij het vervaardigen van kinderporno wordt op zeer grove wijze inbreuk gemaakt op de lichamelijke integriteit en persoonlijke levenssfeer van de betrokken kinderen. Vaak zeer jonge kinderen worden door volwassenen gedwongen om zeer vergaande seksuele handelingen uit te voeren of te ondergaan. Het is een feit van algemene bekendheid dat dergelijk seksueel misbruik kan leiden tot ernstige lichamelijke en psychische schade voor de slachtoffers. Kinderen dienen hiertegen te allen tijde te worden beschermd. Verdachte heeft door aldus te handelen bijgedragen aan het in stand houden van de wereldwijde, zeer kwalijke en schadelijke kinderporno-industrie.
Het hof houdt bij de strafoplegging rekening met een de verdachte betreffend uittreksel uit het Justitieel Documentatieregister d.d. 17 augustus 2015, waaruit blijkt dat hij niet eerder veroordeeld is ter zake van strafbare feiten.
Ter terechtzittingen van het hof is door en namens verdachte naar voren gebracht dat onderhavige zaak ook voor hem gevolgen heeft gehad. Zo is hij inmiddels gescheiden van zijn toenmalige vrouw, ziet hij zijn kinderen niet, heeft hij zijn huis moeten verkopen en zal hij straks opnieuw moeten beginnen. De verdediging heeft verzocht hiermee bij de strafoplegging rekening te houden en te volstaan met de oplegging van een gevangenisstraf gelijk aan de duur van het reeds ondergane voorarrest.
Aan dit laatste verzoek zal het hof niet voldoen. Gelet op de ernst van de bewezenverklaarde feiten komt naar het oordeel van het hof geen andere straf in aanmerking dan een onvoorwaardelijke vrijheidsbenemende straf van langere duur dan de reeds ondergane voorlopige hechtenis. Bij de bepaling van de strafmaat neemt het hof wel in aanmerking de conclusies van de hiervoor genoemde gedragsdeskundigen voor zover die inhouden dat de bewezenverklaarde feiten de verdachte in licht verminderde mate moeten worden toegerekend. Conform de vordering van de advocaat-generaal zal aan verdachte een gevangenisstraf voor de duur van 4 jaren, met aftrek van voorarrest, opgelegd worden.
De advocaat-generaal heeft naast voornoemde gevangenisstraf tevens de oplegging van de maatregel van terbeschikkingstelling met voorwaarden gevorderd.
Het hof zal hierna beoordelen of deze maatregel zal worden opgelegd.
Het dossier bevat een aantal rapportages omtrent de persoon van verdachte. De meeste van de persoonsrapportages zijn ouder dan een jaar. Het hof kan desondanks in dit kader acht slaan op deze rapportages nu zowel de verdediging als de advocaat-generaal bij herhaling ter terechtzitting van het hof daarvoor toestemming heeft gegeven.
Het hof dient te toetsen of aan de in artikel 37a van het Wetboek van Strafrecht genoemde vereisten voor het opleggen van een maatregel van terbeschikkingstelling is voldaan.
Op grond van het eerder aangehaalde Pro Justitia Psychiatrisch onderzoek d.d. 6 juni 2014 en het Pro Justitia Psychologisch onderzoek d.d. 14 juni 2013 is aannemelijk geworden dat bij verdachte sprake is van een ziekelijke stoornis der geestvermogens, te weten pedofilie, en dat deze stoornis ook bestond ten tijde van de bewezen verklaarde feiten.
Er is ten aanzien van de bewezen verklaarde feiten sprake van delicten zoals bedoeld in artikel 37a, lid 1, onder 1, van het Wetboek van Strafrecht.
De volgende vraag die beantwoord dient te worden is of er sprake is van zodanig recidivegevaar dat die de oplegging van de maatregel eist, in die zin dat de veiligheid van anderen, dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen het opleggen van de maatregel van terbeschikkingstelling eist.
Van Os relateert dat sprake is van een grote kans op recidive op basis van seksuele factoren. Zonder begeleiding blijven de risicofactoren die van belang zijn bij deze delicten onveranderd. Op de lange termijn kan verdachte bij stressvolle omstandigheden en bij inflatie van zijn gevoel van eigenwaarde weer een situatie ensceneren waarin hij – in zijn beleving – wordt uitgenodigd om zijn seksuele tendensen te volgen, aldus Van Os.
Uit zowel de genoemde deskundigenrapportages als de reclasseringsrapporten blijkt dat verdachte zonder begeleiding en behandeling recidivegevaarlijk is en blijft; de risicofactoren die van belang zijn in de delicten blijven dan onveranderd.
De deskundigen relateren dat op basis van de veronderstelde pedofilie en verdachtes grotendeels ontkennende houding ten opzichte van de bewezenverklaarde feiten een intensief behandeltraject binnen een stevig justitieel kader nodig is om het aanwezige recidiverisico op soortgelijke feiten te reduceren tot een aanvaardbaar niveau. Klumpenaar stelt dat naast behandeling controle van groot belang is. Daarbij wordt gedoeld op het monitoren van de contacten die verdachte onderhoudt met kinderen c.q. ouders met kinderen. Beide deskundigen adviseren de oplegging van een TBS-maatregel met voorwaarden.
Ook de reclassering adviseert in de rapporten d.d. 14 november 2014 en 18 augustus 2015 tot de oplegging van een TBS-maatregel met voorwaarden. Zij geeft in de rapporten de door haar geadviseerde voorwaarden betreffende verdachtes gedrag weer. Die omvatten onder andere een dagbehandeling voor zedendelinquenten bij forensische poli- en dagkliniek [naam] . De reclassering schrijft dat verdachte heeft aangegeven gemotiveerd te zijn om te starten met deze behandeling en dat hij heeft toegezegd bereid te zijn zich ook aan de overige geadviseerde voorwaarden te zullen houden. Ter terechtzitting van het hof d.d. 14 september 2015 heeft verdachte dit standpunt herhaald.
De advocaat-generaal heeft ter terechtzitting d.d. 14 september 2015 gevorderd een - naast de door de reclassering geformuleerde - aanvullende voorwaarde op te leggen, te weten een contact- en locatieverbod. Verdachte heeft zich bereid verklaard zich ook aan deze voorwaarde te houden.
Het hof stelt gelet op het voorgaande vast dat de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen de oplegging van de maatregel terbeschikkingstelling eist. Het hof zal – conform de vordering van de advocaat-generaal - deze maatregel met daaraan verbonden de in artikel 38, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht genoemde algemene voorwaarde en de voorwaarden het gedrag betreffende zoals geformuleerd door de reclassering, onder aanvulling van de door de advocaat-generaal geformuleerde voorwaarde, naast eerdergenoemde gevangenisstraf, aan verdachte opleggen. Evenals door de advocaat-generaal is gevorderd, beveelt het hof dat de maatregel dadelijk uitvoerbaar is.
Tot slot overweegt het hof dat de terbeschikkingstelling wordt opgelegd ter zake van misdrijven die gericht zijn tegen of gevaar veroorzaken voor de onaantastbaarheid van het lichaam van één of meer personen.
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij1]
De benadeelde partij heeft zich in eerste aanleg in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding. Deze bedraagt € 56.018,43. De vordering is bij het vonnis waarvan beroep toegewezen tot een bedrag van € 10.370,--. De benadeelde partij heeft zich in hoger beroep opnieuw gevoegd voor het bedrag van haar oorspronkelijke vordering.
De vordering bestaat uit de navolgende kostenposten:
1. Reiskosten ad € 850,--
De post bestaat uit de gereisde kilometers naar – samengevat – medische instanties (totaal 1174 km), het politiebureau (totaal 36 km), het wegbrengen naar schoolexamen/bijles examen/rekentoets (totaal 229 km) en het opnemen van de Slachtofferverklaring bij het openbaar ministerie (totaal 11 km).
Daarnaast bestaat deze post uit de toekomstige schade van een extra bezoek aan Dronten van 70 km per keer en gemiddeld één keer per maand gedurende 2 jaar, komende op een totaal van (24 maanden x 70 km) 1.680 km.
Tot slot wordt de toekomstige schade van ‘onvoorziene kilometers’ van ongeveer 400 km gevraagd.
Voor de kilometervergoeding is een bedrag van € 0,24 gehanteerd.
2. Eigen bijdrage ziektekosten (acupunctuur) ad € 144,--
3. Eigen bijdrage 2013-2015 ad € 1.080,--
4. Overige medicatie ad € 7.65
Dit betreft de declaratie van de aanschaf van ‘VSM Kindival’.
5. Intake maatschap Koppen ad € 120,--
6. Studievertraging ad € 15.793,--
7. Kosten rechtsbijstand ad € 3.023,78
Immateriële schade ad € 35.000,--
Uit het onderzoek ter terechtzittingen is het hof voldoende gebleken dat de benadeelde partij als gevolg van het onder 1 en 2 bewezenverklaarde handelen van verdachte rechtstreeks schade heeft geleden tot een bedrag van € 15.678,48. Verdachte is tot vergoeding van die schade gehouden zodat de vordering tot dat bedrag zal worden toegewezen.
Voor het overige is onvoldoende gebleken dat de gestelde schade door het bewezenverklaarde handelen van verdachte is veroorzaakt, dan wel moet worden vastgesteld dat de behandeling van de vordering een onevenredige belasting van het strafgeding oplevert. De benadeelde partij kan daarom voor het overige in haar vordering niet worden ontvangen en kan zij deze slechts bij de burgerlijke rechter aanbrengen.
Het hof overweegt ter zake van de afzonderlijke kostenposten als volgt.
Reiskosten
De gereisde kilometers naar het politiebureau en het opnemen van de Slachtofferverklaring bij het openbaar ministerie zijn naar het oordeel van het hof aan te merken als rechtstreekse schade, dit is voldoende onderbouwd en komt voor vergoeding in aanmerking. De schade is door de verdediging niet, althans onvoldoende betwist.
Hetzelfde geldt voor de toekomstige extra bezoeken aan Dronten. Het hof begrijpt uit de onderbouwende stukken dat dit de Traumahulp betreft. Dit betreft toekomstige schade. Het hof kan toekomstige doorlopende schade schatten. Het door de benadeelde partij gevorderde aantal kilometers acht het hof niet onredelijk en dit onderdeel wordt daarop door het hof geschat. Ook deze gereisde kilometers komen derhalve voor vergoeding in aanmerking.
Het hof zal bij de berekening van de kilometervergoeding het in de vordering genoemde bedrag van € 0,24 hanteren. Deze kostenpost wordt daarmee gesteld op een totaal van (36 + 11 + 1.680 km x € 0,24 =) € 414,48.
Voor het overige is onvoldoende gebleken dat de gestelde schade door het bewezenverklaarde handelen van verdachte is veroorzaakt. De benadeelde partij kan daarom ten aanzien van deze kostenpost in zoverre in haar vordering niet worden ontvangen.
Eigen bijdrage ziektekosten (acupunctuur)
Ten aanzien van deze kostenpost is tevens voldoende vast komen te staan dat dit rechtstreekse schade betreft en dat deze voldoende onderbouwd is. De schade is door de verdediging niet, althans onvoldoende betwist. Deze komt volledig voor vergoeding in aanmerking. De kostenpost wordt gesteld op € 144,--.
Eigen bijdrage 2013-2015
Ook dit betreft toekomstige schade. Echter in dit geval is het maken van een schatting niet eenvoudig nu de kosten afhangen van teveel factoren, bijvoorbeeld de poliskeuze. Gelet hierop levert de behandeling van de vordering in zoverre een onevenredige belasting van het strafgeding op en kan de benadeelde partij daarom thans in haar vordering voor deze kostenpost niet worden ontvangen en kan zij deze slechts bij de burgerlijke rechter aanbrengen.
Overige medicatie
Onvoldoende gebleken is dat de in deze kostenpost gestelde schade door het bewezenverklaarde handelen van verdachte is veroorzaakt. De benadeelde partij kan daarom in zoverre in haar vordering niet worden ontvangen.
Intake maatschap Koppen
Voldoende vast is komen te staan dat dit rechtstreekse schade betreft en dat dit voldoende onderbouwd is. De schade is door de verdediging niet, althans onvoldoende betwist. Dit komt volledig voor vergoeding in aanmerking en wordt gesteld op € 120,--.
Studievertraging
Behandeling van de vordering ten aanzien van deze kostenpost levert naar het oordeel van het hof een onevenredige belasting van het strafgeding op. In zoverre kan de benadeelde partij daarom thans niet voor deze kostenpost in haar vordering worden ontvangen en kan zij deze slechts bij de burgerlijke rechter aanbrengen.
Immateriële schade
Het hof stelt deze kostenpost vast op een bedrag van € 15.000,--. Het gevraagde bedrag is gematigd nu deze schade tevens ziet op de onder 3 en 4 ten laste gelegde feiten en het hof verdachte daarvan heeft vrijgesproken. De benadeelde partij kan voor het overige in haar vordering niet worden ontvangen.
Kosten rechtsbijstand
Deze kosten komen niet als onderdeel van de vordering benadeelde partij voor vergoeding in aanmerking, maar als kosten van het geding. Verdachte wordt verwezen in deze door de benadeelde partij gemaakte en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten, tot aan de datum van deze uitspraak begroot op € 3.023,78.
De verdediging heeft deze kosten betwist. Volgens haar betreft het onderbouwende stuk slechts een pro forma-declaratie en bevat deze niet de daadwerkelijke in rekening gebrachte kosten, is er dubbel gedeclareerd en betreffen het geen noodzakelijke kosten nu rechtsbijstand niet verplicht is.
Het hof overweegt hieromtrent dat volgens vaste jurisprudentie de vaststelling van proceskosten geen motivering behoeft. Om deze reden behoeft hetgeen de verdediging heeft aangevoerd geen nadere bespreking.
Om te bevorderen dat de schade door verdachte wordt vergoed, zal het hof de maatregel van artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht opleggen op de hierna te noemen wijze.
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij2]
De benadeelde partij heeft zich in eerste aanleg in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding. Deze bedraagt € 38.269,68. De vordering is bij het vonnis waarvan beroep toegewezen tot een bedrag van € 11.008,--. De benadeelde partij heeft zich in hoger beroep opnieuw gevoegd voor het bedrag van haar oorspronkelijke vordering.
De vordering bestaat uit de navolgende kostenposten:
1. Reiskosten ad € 2.000,--
De post bestaat uit de gereisde kilometers naar – samengevat – medische instanties (totaal 248 km), het verhoor in Nijverdal, het verhoor van [naam] en het verhoor van beide ouders (totaal 83 km), het opnemen van de Slachtofferverklaring bij het openbaar ministerie (totaal 11 km) en het bezoeken van de advocaat (totaal 64 km).
Daarnaast bestaat deze post uit de (deels) toekomstige schade van de gereisde kilometers naar Traumahulp Dronten ad 77 km waar [benadeelde partij2] naar verwachting voor 96 sessies naartoe zou moeten (totaal 7392 km).
Tot slot wordt de toekomstige schade van ‘onvoorziene kilometers’ van 500 km gevraagd.
Voor de kilometervergoeding is een bedrag van € 0,24 gehanteerd.
2. Eigen bijdrage traumahulp ad € 6.144,--
3. Telefoon/portokosten ouders ad € 75,--
4. Tweede auto (verzekering en wegenbelasting, voorstel 5 jaar) ad € 2.881,40
5. Kosten rechtsbijstand ad € 2.169,28
Immateriële schade ad € 25.000,--
Uit het onderzoek ter terechtzitting is het hof voldoende gebleken dat de benadeelde partij als gevolg van het onder 5 primair en 6 bewezenverklaarde handelen van verdachte rechtstreeks schade heeft geleden tot een bedrag van € 22.956,--. Verdachte is tot vergoeding van die schade gehouden zodat de vordering tot dat bedrag zal worden toegewezen.
Voor het overige is onvoldoende gebleken dat de gestelde schade door het bewezenverklaarde handelen van verdachte is veroorzaakt. De benadeelde partij kan daarom voor het overige in haar vordering niet worden ontvangen.
Het hof overweegt ter zake van de afzonderlijke kostenposten als volgt.
Reiskosten
De gereisde kilometers naar het verhoor in Nijverdal, het verhoor van [naam] , het verhoor van de ouders, het opnemen van de Slachtofferverklaring bij het openbaar ministerie en de bezoeken aan de advocaat zijn naar het oordeel van het hof aan te merken als rechtstreekse schade, dit is voldoende onderbouwd en komt voor vergoeding in aanmerking. Deze onderdelen van de kostenpost zijn door de verdediging niet, althans onvoldoende betwist.
Ook de (deels) toekomstige gereisde/te reizen kilometers naar de sessies van de Traumahulp te Dronten zijn aan te merken als rechtstreekse schade. Dit is voldoende onderbouwd en komt naar het oordeel van het hof voor vergoeding in aanmerking. Dit betreft toekomstige schade. Het hof kan toekomstige doorlopende schade schatten. Het door de benadeelde partij gevorderde aantal kilometers acht het hof niet onredelijk en dit onderdeel wordt daarop door het hof geschat.
De verdediging heeft dit onderdeel van de vordering betwist. Aangevoerd is dat er op kortere afstand hulp gezocht had kunnen worden en dat daardoor lagere kosten gemaakt zouden zijn/worden, het voorschot is mee berekend terwijl dat geen schade betreft en er zijn geen bonnen van de brandstof overgelegd.
Het hof overweegt hieromtrent dat het voor toewijzing van een vordering tot schadevergoeding voldoende is dat feiten worden gesteld en komen vast te staan waaruit in het algemeen het geleden zijn van schade kan worden afgeleid. Alsdan staat het de rechter vrij om, mede in aanmerking genomen de aard van de schade, zonder nader bewijs aannemelijk te achten dat schade is geleden en de omvang hiervan vervolgens te schatten. Gelet hierop behoeft hetgeen is aangevoerd geen nadere bespreking.
Het hof zal bij de berekening van de kilometervergoeding het in de vordering genoemde bedrag van € 0,24 hanteren. Deze kostenpost wordt daarmee gesteld op (83 + 11 + 64 + 7392 km x € 0,24 =) € 1.812,--.
Voor het overige is onvoldoende gebleken dat de gestelde schade door het bewezenverklaarde handelen van verdachte is veroorzaakt. De benadeelde partij kan daarom ten aanzien van deze kostenpost in zoverre in haar vordering niet worden ontvangen.
Eigen bijdrage traumahulp
Ten aanzien van deze kostenpost is tevens voldoende vast komen te staan dat dit rechtstreekse schade betreft en dat dit voldoende onderbouwd is. Dit komt volledig voor vergoeding in aanmerking. De kostenpost wordt gesteld op € 6.144,--.
De verdediging heeft deze kosten betwist. Aangevoerd is dat het niet zeker is dat er 96 sessies voor [benadeelde partij2] zullen volgen, het betreft derhalve geen daadwerkelijke schade.
Ook hier geldt, zoals het hof reeds overwogen heeft, dat het hof (deels) toekomstige doorlopende schade kan schatten. Het door de benadeelde partij gevorderde bedrag acht het hof niet onredelijk en de schade wordt daarom daarop door het hof geschat.
Telefoon/portokosten ouders
Deze kostenpost acht het hof onvoldoende onderbouwd waardoor onvoldoende is gebleken dat de gestelde schade door het bewezenverklaarde handelen van verdachte is veroorzaakt. De benadeelde partij kan daarom ten aanzien van deze kostenpost in haar vordering niet worden ontvangen.
Tweede auto (verzekering en wegenbelasting, voorstel 5 jaar)
Onvoldoende gebleken is dat de gestelde schade door het bewezenverklaarde handelen van verdachte is veroorzaakt. De benadeelde partij kan daarom ten aanzien van deze kostenpost in haar vordering niet worden ontvangen.
Immateriële schade
Anders dan de verdediging heeft gesteld acht het hof het mogelijk een schatting van dit bedrag te maken. Het hof schat deze kostenpost op een bedrag van € 15.000,--. Voor het overige kan de benadeelde partij in haar vordering niet worden ontvangen.
Kosten rechtsbijstand
Deze kosten komen niet als onderdeel van de vordering benadeelde partij voor vergoeding in aanmerking, maar als kosten van het geding. Verdachte wordt verwezen in deze door de benadeelde partij gemaakte en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten, tot aan de datum van deze uitspraak begroot op € 2.169,28.
De verdediging heeft deze kosten betwist. Volgens hen betreft het onderbouwende stuk slechts een pro forma-declaratie en bevat deze niet de daadwerkelijke in rekening gebrachte kosten, is er dubbel gedeclareerd en betreffen het geen noodzakelijke kosten nu rechtsbijstand niet verplicht is.
Het hof overweegt hieromtrent dat volgens vaste jurisprudentie de vaststelling van proceskosten geen motivering behoeft. Om deze reden behoeft hetgeen de verdediging heeft aangevoerd geen nadere bespreking.
Om te bevorderen dat de schade door verdachte wordt vergoed, zal het hof de maatregel van artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht opleggen op de hierna te noemen wijze.