Kort weergegeven gaat het in deze zaak om het volgende. [A.], geboren op
[geboortedatum] 1931, is van 27 september 1954 tot en met 6 september 1964 in dienst geweest van de N.V. Nederlandse Spoorwegen. Na beëindiging van dit dienstverband heeft [A.] van 1964 tot 1991 voor Scania gewerkt.
In juni 2008 heeft de behandelend longarts van [A.] bij hem de diagnose maligne mesothelioom gesteld. Op 9 juni 2008 heeft [A.] zich tot het Instituut Asbestslachtoffers (IAS) gewend. Bij brief van 17 juni 2008 (productie 4 bij inleidende dagvaarding) heeft [A.] de Nederlandse Spoorwegen aansprakelijk gesteld voor de door blootstelling aan asbest ontstane materiële en immateriële schade. [A.] schrijft hierin onder meer:
“In juni 2008 is bij mij de diagnose maligne mesothelioom gesteld. Deze ziekte is veroorzaakt door blootstelling aan asbest. Gelet op het feit dat ik bij mijn werkzaamheden bij Nederlandse Spoorwegen met asbest in contact heb kunnen komen, stel ik Nederlandse Spoorwegen hierbij formeel aansprakelijk voor de door mij als gevolg van deze ziekte geleden en te lijden materiële en immateriële schade.”
Op 20 juni 2008 heeft het IAS de bemiddeling tussen de Nederlandse Spoorwegen en [A.] gestart. Het IAS heeft vervolgens een onderzoek uitgevoerd naar onder meer de arbeidsgerelateerde asbestblootstelling. Op basis van dit onderzoek is IAS tot de conclusie gekomen dat de Nederlandse Spoorwegen tekortgeschoten is jegens [A.] in haar verplichting om al die veiligheidsmaatregelen te treffen die waren vereist met het oog op de haar bekende gevaren van het werken met asbest (bijlage 2 bij productie 7 bij inleidende dagvaarding). Bij brief van 14 augustus 2008 (bijlage 1 bij productie 7 bij inleidende dagvaarding) heeft het IAS zijn bevindingen aan de Nederlandse Spoorwegen meegedeeld en verzocht de schade van [A.], op basis van de gehanteerde normbedragen begroot op
€ 55.163,- (te weten € 49.643,- aan immateriële schade, € 2.760,- aan materiële schade voor nabestaanden en € 2.760,- aan overige materiële schade), te vergoeden. Op grond van de Regeling tegemoetkoming asbestslachtoffers (Regeling TAS) heeft SVB aan [A.] een voorschot op een van de Nederlandse Spoorwegen te ontvangen schadevergoeding betaald van € 17.050,-.
Eind april 2009 heeft [A.] zijn vordering op de Nederlandse Spoorwegen om niet aan SVB gecedeerd (zie akte van cessie ter incasso van 27/29 april 2009, productie 1 bij inleidende dagvaarding). Op 14 mei 2009 is [A.] overleden. Op 15 oktober 2009 heeft SVB NS c.s. doen dagvaarden.