[appellanten] hebben het saldo van de niet-genoten vakantiedagen, waarvan zij vergoeding vorderen, bij akte verminderd met het oog op art. 7:635 lid 4 BW zoals dat luidde tot 1 januari 2012.
Zij waren ziek van januari 2007 tot en met september 2007 en hebben, gelet op voormeld wetsartikel, in dat jaar over 9 maanden vakantie opgebouwd. Teen Challenge heeft niet betwist dat de jaarlijkse vakantieaanspraak 28 dagen bedroeg. Over 2007 hadden [appellanten] daarom recht op 21 respectievelijk 10,5 vakantiedagen, waarvan er drie zijn genoten, zodat een saldo van 18 respectievelijk 7,5 dagen uit 2007 resteerde. Het hof acht deze berekening over 2007 juist.
Over 2008 vorderen zij vergoeding voor ieder 5 niet genoten vakantiedagen. Teen Challenge mocht tegenbewijs leveren tegen dit aantal, maar heeft dat over 2008 niet specifiek gedaan.
Tegen het aantal openstaande vakantiedagen over 2009 en 2010 heeft zij bij akte ingebracht dat [appellant] zich op 20 oktober 2009 ziek heeft gemeld en [appellante] op 29 oktober 2009, waarna zij vervolgens tot 1 mei 2010, de datum waarop hun arbeidsovereenkomsten zijn ontbonden, arbeidsongeschikt zijn gebleven. Over deze gehele periode hebben zij daarom volgens Teen Challenge geen vakantiedagen opgebouwd.
Het hof wijst erop dat die stelling niet geheel juist is; er werden onder art. 7:635 lid 4 oud BW immers wel vakantiedagen opgebouwd gedurende de laatste 6 maanden, derhalve weer vanaf 1 november 2009 tot einde dienstverband.
Dat betekent dat er voor [appellante] geen "gat" van betekenis was, waarin geen vakantiedagen werden opgebouwd. Voor [appellant] is dat "gat" er wel, hetgeen naar het oordeel van het hof meebrengt dat er 1 dag in 2009 minder vakantie is opgebouwd dan waarvan [appellant] is uitgegaan.
Daarmee komt de claim van [appellant] over de periode 2007 tot 1 mei 2010 uit op 18+5+12+9,5 is totaal 44,5 niet-genoten vakantiedagen, en voor [appellante] op 7,5+5+6+7,5, in totaal 26 niet-genoten vakantiedagen.