5.1
[appellant] heeft in eerste aanleg - naast de vorderingen tegen de v.o.f. en haar vennoten - het volgende gevorderd:
1. [geïntimeerde] te veroordelen zich gedurende de termijn van het concurrentiebeding te onthouden van de in het concurrentiebeding verboden activiteiten, waarbij [geïntimeerde] in geval van overtreding van het concurrentiebeding een dwangsom zal verbeuren ten bedrage van
€ 2.000,- per dag dat de overtreding voortduurt, of een andere dwangsom die het hof juist acht;
2. [geïntimeerde] te veroordelen wegens het handelen in strijd met het concurrentiebeding over de periode van 1 juli 2014 tot en met 13 oktober 2014 (75 werkdagen) om aan [appellant] het bedrag van € 112.500,- (75 x € 1.500,-) te voldoen wegens verbeurde boetes, of een ander bedrag dat het hof juist acht, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de dag der dagvaarding tot die der complete voldoening, te betalen binnen tien dagen na het ten deze te wijzen arrest, en vermeerderd met de verschuldigde boetebedragen over de periode van
13 oktober 2014 tot en met het einde van de looptijd van het concurrentiebeding, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de dag der dagvaarding tot die der complete voldoening te betalen binnen tien dagen na het ten deze te wijzen arrest, voor zover in de onderhavige procedure komt vast te staan dat hij (enig deel van) zijn concurrerende activiteiten als omschreven in de dagvaarding heeft voortgezet;
3. gedaagden hoofdelijk te veroordelen tot betaling van een bedrag van € 875,-, exclusief omzetbelasting, netto verschuldigd aan buitengerechtelijke incassokosten, te vermeerderen met de wettelijke rente ingaande de datum van deze dagvaarding;
4. gedaagden hoofdelijk te veroordelen in de kosten van deze procedure, waaronder begrepen het salaris van de gemachtigde alsmede de ambtelijke deurwaarderskosten, exclusief omzetbelasting.