Meerdere oud-collega's van [appellant] hebben schriftelijke verklaringen afgelegd omtrent de arbeidsomstandigheden bij De Graaf. Oud-voorman [Oud-voorman] heeft onder meer geschreven dat hij van 1995 tot 2006 als voorman in dienst is geweest bij De Graaf en dat [appellant] in zijn ploeg zat. Over de werkzaamheden heeft hij verklaard:
"Als eerste werden de schepen schoongemaakt met thinner om te ontvetten. We deden dit meestal met meerdere tegelijk. Dit deden we met een doek of een kwast. We namen thinner mee het schip in. Tijdens het schoonmaken werden leren / katoenen werkhandschoenen gedragen. Hier dringt alles doorheen. Er werd geen masker gedragen tijdens het schoonmaakwerk.
Er werden alleen oplosmiddelhoudende verven gebruikt. (…)
Na het schoonmaakwerk werden de moeilijk te spuiten hoeken en gaten voorgestreken met meerdere lagen verf, dit moest zowel binnen als buiten gebeuren.
Na het schilderwerk spoten we de lasnaden vol. Ook dat gebeurde met meerdere tegelijkertijd, alles moest zo snel mogelijk gebeurd zijn. En daarna begon het spuiten van de grote oppervlakten. We waren meestal een aantal dagen achter elkaar aan het spuiten.
Tijdens het spuit- en schilderwerk moest in krappe ruimtes gewerkt worden zoals dubbele bodems en wanden en in de voorpiek. Deze bodems en wanden waren ongeveer 60 cm hoog. Je moest door mangaten waar je net met je schouder doorheen kon. Op bepaalde plekken, zoals in de voorpiek, was er maar 1 mangat. Er was dus geen enkele ventilatie. Officieel mag je niet eens zo werken. Er werd gedreigd met ontslag als je er iets over zei.
Bij plekken waar er meerdere mangaten waren was er enigszins maar nog steeds zeer
minimaal sprake van ventilatie.
Er waren afzuigslagen aanwezig, bedoeld voor het afzuigen van lasrook. Deze slangen waren ook nog erg onpraktisch gezien de mangaten waar ze doorheen zouden moeten. In de praktijk kwam het erop neer dat het gebruik van de afzuigslangen niet mogelijk was.
Het werk was fysiek erg zwaar werk. De te spuiten ruimtes waren erg krap, met name de
dubbele wanden en bodems zoals gezegd. Je moest daarin kruipen met de spuit die vast zit
aan een looplamp. Je moest dan op je zij liggen en kruipen door de ruimte heen. In de
machinekamer zaten allerlei leidingen en buizen in de weg waar je omheen of onderdoor
moest spuiten. Dan stond je in heel vervelende houdingen. Ik zweette zoveel tijdens het werk
dat ik er zo een aantal kilo 's van afviel. Je moest zowel mentaal als fysiek erg sterk zijn om
dit werk vol te houden.
Bij het binnenspuitwerk gebruikten we een volgelaatmasker met koolstoffilters. De filters
waren niet altijd in voorraad. Het voorschrift was om in geval van binnenspuitwerk een
volgelaatsmasker met filtertype A/P2 of verseluchtmasker te gebruiken. In de praktijk blijkt
het gebruik van een verseluchtmasker niet mogelijk. Hierbij moet naast het snoer en de
spuitslang nog een luchtslang mee worden genomen in de ruimte. In een liggende houding in
kleine ruimtes wordt het masker telkens verschoven. Niemand gebruikte dus deze verse
luchtmaskers. Ik had na het spuitwerk buiten vaak brandende ogen.
We hadden een katoenen werkoveral. Tijdens het spuiten deden we een witte spuitoveral over
de katoenen overal aan. Onder de katoenen overal had je overigens nog eigen kleren aan.
De spuitoveral was erg dun en scheurde snel en vaak kapot. De verf trok door de overal heen. Het trok de huid in, je kreeg er een rood verbrande huid van.
We maakten de handen schoon met thinner. Door het verschuiven van het volgelaatsmasker
werd het gezicht vies van verf. Dit werd dan door een collega schoongemaakt met thinner.
De buitenkant van het schip schilderden en spoten we ook zoals eerder verteld. Vooral
antifauling was een erg smerige verf. Na het spuiten van deze verf brandden mijn ogen.
Aan het einde van de werkdag maakten we de kwasten en spuiten schoon. Dit deden we in de
container. We maakten de kwasten en pistolen schoon met thinner. De spuiten werden
doorgespoten met thinner. Als het goed weer was deden we dit buiten en anders in de
container, de thinner werd dan in een bak gespoten. Het pistool maakten we schoon met een
kwast met thinner. Zowel de verfkwasten als het pistool werden in een open bak thinner
gezet. In de container stonden dan ook altijd meerdere open bakken thinner. We droegen
geen mondmasker tijdens het werk in de container.
In dezelfde container werd de verf gemengd. De verf, ver harder en/ of verdunner werden met de hand gemengd in open blikken met behulp van een mixer. In de container was geen afzuig- en/ of ventilatiesysteem aanwezig. Je viel bij binnenkomst van deze container bijna om van de dampen. (...)
We verspoten 450-500 liter verf per dag, dat is gemiddeld zo’n 10 blikken. Als er geschilderd werd dan gebruikten we 20 tot 40 liter verf per dag, op z’n minst.
De pauzes werden in een aparte keet gehouden. Hierin werden geen verfproducten bewaard.
We hielden de werkkleding aan tijdens de pauze. De werkkleding en de laarzen waren bijna
altijd nat met verf de dampen bleven er aan hangen. Maar wij waren gewend om in de
verflucht te zitten.
Wij hebben geen voorlichting gekregen bij De Graaf over de gevaren van de oplosmiddelen
en OPS. Ik hoorde er zelf pas later van, via de krant en informatie van de vakbond.
We zongen wel eens tijdens het werk zonder dat we het door hadden. Dan voelden we ons
dronken zonder dat we gedronken hadden maar door het werken met de oplosmiddelen.
Ik had zelf last van de oplosmiddelen en collega 's ook. Ik heb collega 's wel eens zien
overgeven door de dampen van de oplosmiddelen. Ze werden dan spierwit. Soms zei ik dan
dat ze een luchtje moesten gaan scheppen. Maar zoiets kon ik niet te vaak doen want als de
baas werknemers buiten zag zitten werd hij boos, dat mocht niet. Terwijl het erg harde
werkers waren. Veel mensen die bij De Graaf gewerkt hebben, hebben gezondheidsproblemen gekregen.
Niemand durfde wat te zeggen over de slechte arbeidsomstandigheden omdat je dan bang
was voor ontslag. Wij hebben ooit wel de Arbeidsinspectie gebeld omdat de werkgever niets
aan de arbeidsomstandigheden deed zoals aanvoer van verse lucht. Er veranderde helaas
niets aan de arbeidsomstandigheden".