[geïntimeerde] heeft geen getuigen voorgebracht, maar heeft schriftelijk bewijs geleverd door het overleggen van producties (aangeduid als U tot en met Z en AA tot en met FF). In zijn akte stelt [geïntimeerde] dat er al vanaf het begin verwarring is geweest over de jaartallen waarin de in deze zaak relevante gebeurtenissen zich hebben voorgedaan. [geïntimeerde] ging er steeds vanuit (achteraf redenerend) dat bij hem in 1992 of 1993 Parkinson werd geconstateerd en dat hij vanaf 1995 Permax voorgeschreven kreeg. Dat is ook de reden dat die jaartallen zijn vermeld in zijn brief aan [appellanten] van 26 januari 2006 (productie CC en in de eerste aansprakelijkstelling (van 25 april 2007 van de advocaat van [geïntimeerde] aan [appellanten]; productie DD). Uit de medische gegevens (die zijn overgelegd als bijlage U tot en met Z en AA en BB) blijkt volgens [geïntimeerde] duidelijk dat pas in 1996 Parkinson werd geconstateerd en dat [geïntimeerde] vanaf 1997 Permax slikte.
Dat de gokproblemen zijn begonnen nadat [geïntimeerde] Permax voorgeschreven kreeg en gebruikte blijkt volgens [geïntimeerde] uit de als productie EE overgelegde stukken, te weten (mail)berichten van hemzelf aan zijn advocaat, concept-brieven aan de advocaat van [appellanten] en aan het Nederlands Bijwerkingen Centrum Lareb en een verklaring van [geïntimeerde] afgelegd in een uitzending van EenVandaag van 25 februari 2008.
Tenslotte heeft [geïntimeerde] nog een mailbericht van 14 januari 2016 van zijn zoon [naam zoon] aan de advocaat van [geïntimeerde] overgelegd als productie FF. Dit bericht luidt als volgt:
“(…) Naar ik begrijp is tijdens de procedure bij het Hof onduidelijkheid ontstaan over het begin van de dwangmatige gokverslaving van mijn vader, [geïntimeerde].
In mijn eerdere verklaring van 9 maart 2015 heb ik het jaar 1995 genoemd. Echter ik kan eigenlijk hierover niets met zekerheid zeggen. Ik ben geboren in 1965 en ik ben in 1986 voor studie naar Utrecht verhuisd. Ik was dus in de jaren 1995 tot 1999 reeds lang het huis uit.
Ik heb door eigen ervaring geen enkele exacte wetenschap van het moment waarop mijn vader op abnormale wijze is begonnen te gokken.
Ik trek daarom mijn eerdere verklaring, betreffende de datum waarop die gokverslaving zou zijn ontstaan, bij deze in (…)”.