Naar het oordeel van het hof heeft SFT de teller van per week opgebouwde boetes dan ook volkomen terecht op enig moment gestopt. Wat dan gevorderd wordt, € 161.856,60, mag in de omstandigheden van dit geval niet tot een buitensporig en daarom onaanvaardbaar resultaat leiden.
Het hof acht van belang dat weliswaar sprake was van een reeks onzorgvuldigheden, zoals het niet terstond aanpassen van de franchise voor de berekening van afdrachten en onjuiste opgaven aan het pensioenfonds (zie onder meer overweging 6.8 van het tussenarrest), maar wat daarover is komen vast te staan roept niet het beeld op van een werkgever die bewust de cao ontduikt en apert oneerlijk concurreert op loonniveau. Het mag zo zijn dat de omvang van de correcties volgens SFT wordt gevormd door de bedragen, genoemd in randnummer 33 van haar pleitnotitie bij de door het hof gehouden comparitie, voor zover controleerbaar (gelet op voor SFT weinig inzichtelijke correcties). Die onzorgvuldigheden zijn in het algemeen uiteindelijk hersteld. SFT heeft bij akte van 14 december 2015 toegezegd het onderzoek inhoudelijk af te sluiten na ontvangst van aangepaste opgaven met betrekking tot de werknemers [Z] en [Q] over bepaalde maanden in 2011, waarbij het naar het oordeel van het hof gaat om geringe afwijkingen. Het hof zal de gewijzigde eis van SFT met betrekking tot de naleving van de cao's toewijzen, doch beperkt tot de thans nog gevorderde aangepaste opgaven.
In de loop van het onderzoek door SFT heeft [appellant] niet steeds snel en voldoende adequaat gereageerd op nadere verzoeken van SFT en daarvan maakt SFT haar terecht verwijten. Dat [appellant] haar administratie, ook na eerdere soortgelijke problemen, niet zodanig heeft ingericht dat de verlangde en controleerbare informatie snel voorhanden zou zijn, komt voor haar risico. Dit rechtvaardigt ook dat de boete aanmerkelijk hoger mag liggen dan de optelsom van de kosten van onderzoek en de immateriële schade, waarover het hof zich al heeft uitgelaten. Het gaat er immers ook om dat er een voldoende prikkel moet zijn tot nakoming van de verplichtingen en dat op het niet tijdig gebruik maken van de mogelijkheid fouten te herstellen een boete staat die afschrikwekkende werking heeft.
Het hof houdt er echter ook rekening mee dat de activiteiten van [appellant] , mede als gevolg van het niet afgesloten onderzoek van SFT, inmiddels zodanig zijn gekrompen dat haar personeelsbestand is gedaald van 100 man naar 30 (15 fte), zoals zij onweersproken ter comparitie heeft verklaard.