Hago heeft gemotiveerd betwist dat, nadat zij de opdracht verwierf, alleen een wijziging optrad in degene die het salaris van [appellant] betaalde. Vanaf de eerste dag wordt bij een nieuw project gewerkt met Hago-bedrijfsmiddelen. Zij wijst er nadrukkelijk op dat de curator in het faillissement van Facility ook geen activa heeft aangetroffen.
Ter zitting heeft [appellant] weliswaar verklaard dat hij nog enige weken heeft doorgewerkt in kleding met opdruk "Vehicle" en met materiaal van zijn oude werkgever, maar dat verdraagt zich niet met de bevindingen van de curator, die, naar het hof mag verwachten gelet op de taak van de curator, gericht heeft gezocht naar bedrijfsmiddelen die mogelijk tot het vermogen van de failliete onderneming zouden behoren.
Hago heeft voorts bij gebrek aan wetenschap betwist dat zij al het personeel in dienst heeft genomen dat voorheen ook al via een ander op het project Veolia werkte en zij heeft staande gehouden dat aan indienstneming een sollicitatieprocedure vooraf is gegaan. De curator beschikte niet over personeelsdossiers.
Naar het oordeel van het hof mag Hago zich in dit geval ook beroepen op gebrek aan wetenschap, nu zij er, onbetwist, steeds van is uitgegaan dat het failliete Facility haar voorganger was bij uitvoering van de opdracht van Veolia en alle werknemers op het project door de curator waren ontslagen. Gesteld noch gebleken is dat Hago er op bedacht moest zijn dat zij het project na heraanbesteding overnam van een vennootschap met daarin nog werkzame werknemers.
Naar het oordeel van het hof rust op [appellant] de bewijslast van feiten en omstandigheden die meebrengen dat, zoals hij stelt, Hago als opvolgend werkgever beschouwd moet worden. Een concreet bewijsaanbod ontbreekt. Bovendien heeft [appellant] niet gesteld dat Hago zodanige banden had met Services en/of Facility dat het inzicht van Services en/of Facility in de hoedanigheden en geschiktheid van [appellant] toegerekend moet worden aan Hago, waarmee in dit geval ook aan dat uitgangspunt voor het aannemen van opvolgend werkgeverschap niet wordt voldaan.
Het primaire onderdeel van grief I faalt.