3.9
Bij beschikking van 7 november 2011 heeft de kantonrechter op verzoek van [appellant] een voorlopig deskundigenbericht gelast met benoeming van W.H.J. Mutsaers, psychiater, tot deskundige.
De deskundige heeft op 2 juli 2012 zijn rapport uitgebracht. In dat rapport is onder meer het volgende vermeld:
“SAMENVATTING
Onderzochte is een 42-jarige voormalig vestigingsmanager bij Hecs BV. Hij heeft bij de rechtbank om een voorlopig psychiatrisch deskundigen bericht gevraagd. Hij meent dat er bij hem sprake is van een arbeidsgerelateerde psychiatrische aandoening, t.w. overspannenheid en een posttraumatische stress stoornis. Een en ander heeft te maken met het feit dat hij in zijn werk jarenlang onder grote psychische druk heeft gestaan, niet alleen omdat hij permanent voor het bedrijf beschikbaar moest zijn maar ook omdat hij in 2002 in zijn werk slachtoffer is geweest van een gewelddadige overval en in de periode 2006-2008 langdurig is afgeperst. Om de hierdoor bij hem opgeroepen angst te bestrijden is hij in toenemende mate alcohol gaan gebruiken c.q. misbruiken. Hij verwijt zijn werkgever dat deze in zijn zorgplicht ernstig tekort geschoten is, niet alleen omdat hij onvoldoende steun en medewerking van de directie kreeg bij de uitoefening van zijn werkzaamheden, maar ook omdat de bedrijfsleiding niets heeft gedaan om onderzochte te beveiligen en te beschermen. Er zijn in het onderzoek geen aanwijzingen gevonden voor de gedachte, dat onderzochte eerder lijdende is geweest aan een psychiatrische stoornis of een persoonlijkheidsstoornis.
(…)
DIAGNOSE (D.S.M-IV-R)
As 1: Posttraumatische stress stoornis met status na alcoholmisbruik (309.81, 305.00)
As 2: Geen diagnose
As 3: Geen diagnose
As 4: Problemen in en door het werk; afpersing en geweldsincident tijdens werk; ontbreken van steun en begeleiding in werk; werkoverbelasting; ontslag uit het werk
As 5: Gaf-score: 60
(…)
BEANTWOORDING VAN DE VRAGEN
de situatie mishandeling in 2002 en bedreigingen in 2006
(…)
a. Hoe luidt de anamnese voor wat betreft de aard en de ernst van het letsel, het verloop van de klachten, de toegepaste behandelingen en het resultaat van deze behandelingen?
Antwoord: hiervoor wordt verwezen naar de beschrijving van de voorgeschiedenis en de speciële anamnese van de anamnestische gegevens.
b. Wilt u bij antwoord op de vraag 1.a aangeven welke gegevens u ontleent aan het relaas van betrokkene en welke u ontleent aan onderzoek van de door u verkregen medische gegevens?
Antwoord: de onder 1.a genoemde gegevens zijn ontleend aan het relaas van betrokkene.
c. Wat zijn uw bevindingen bij psychiatrisch en eventueel hulponderzoek?
Antwoord: bij mijn psychiatrisch onderzoek constateerde ik de nodige verschijnselen van een posttraumatische stressstoornis.
d. Wat is de diagnose op uw vakgebied?
"Antwoord: verwezen wordt naar het onderdeel "Diagnose D.S.M. IV-R".
e Welke huidige mate van functieverlies (impairment) kunt u vaststellen op uw vakgebied? Wilt u dit uitdrukken in een percentage volgens de richtlijnen van de American Medical Association (AMA guide, laatste druk), aangevuld met eventuele richtlijnen van uw eigen beroepsvereniging?
Antwoord: conform de AMA-guide (zesde druk, 2009): M&D Impairment: 10 %.
f. Welke beperkingen ondervindt betrokkene naar uw oordeel in zijn huidige toestand in het dagelijks leven, bij de vrijetijdsbesteding, bij het verrichten van huishoudelijke werkzaamheden en bij het verrichten van loonvormende arbeid? Wilt u deze beperkingen zo uitgebreid mogelijk beschrijven en zo nodig toelichten ten behoeve van een eventueel in te schakelen arbeidsdeskundige?
Antwoord: als gevolg van de terugkerende schrik- en angstreacties, de verhoogde prikkelbaarheid en overmatige waakzaamheid met het daarmee gepaard gaande vermijdingsgedrag kan onderzochte zich minder goed dan voorheen concentreren, kan hij ook minder goed de aandacht houden bij hetgeen hij doet en is hij sneller afleidbaar. Hij neemt weinig initiatieven, hij vermijdt veel sociale situaties en hij geniet onvoldoende van zijn activiteiten. In meer algemene zin kan men zeggen dat zijn plezier in de dingen en de souplesse is afgenomen.
g. Acht u de huidige toestand van betrokkene zodanig dat een beoordeling van de blijvende gevolgen van het ongeval mogelijk is, of verwacht u in de toekomst nog een belangrijke verbetering of verslechtering van het op uw vakgebied geconstateerde letsel?
Antwoord: onderzochtes huidige toestand en resterende klachten en psychopathologische verschijnselen zullen op den duur kunnen verbeteren c.q. minder nadrukkelijk aanwezig zijn. Echter, voordat het proces van herstel van de met de post traumatische stressstoornis gepaard gaande klachten en verschijnselen in gang gezet kan worden, zal onderzochte in de gelegenheid gesteld moeten worden met zijn voormalig werkgever serieus in gesprek te komen over hetgeen hem is overkomen in zijn werk en over de wijze waarop de directie tegenover hem tekort is geschoten in haar zorgplicht.
h. Zo ja, welke verbetering of verslechtering verwacht u?
Antwoord: zie bij g
i. Kunt u aangeven op welke termijn en in welke mate u die verbetering dan wel verslechtering verwacht?
Antwoord: zie bij g.
j. Kunt u aangeven welke gevolgen deze verbetering dan wel verslechtering zal hebben voor de mate van functieverlies (als bedoeld in vraag 1.e) en de beperkingen (als bedoeld in vraag 1.f)?
Antwoord: ik verwacht dat onderzochtes klachten en psychopathologische verschijnselen op den duur grotendeels zullen verdwijnen.
De hypothetische situatie zonder mishandeling in 2002 en bedreigingen in 2006
a. Zijn er op uw vakgebied klachten en afwijkingen die er ook zouden zijn geweest, of op enig moment ook hadden kunnen ontstaan, indien de genoemde gebeurtenissen betrokkene niet waren overkomen?
Antwoord: [appellant] heeft geen psychiatrische voorgeschiedenis en heeft ook voor de genoemde gebeurtenissen nooit psychiatrische of psychologische hulp nodig gehad. Ik heb in zijn verhaal noch in mijn onderzoeksobservaties en de bestudeerde informatie aanwijzingen gevonden voor zogenoemde premorbide problematiek c.q. klachten of verschijnselen.
b. Voorzover u de vorige vraag bevestigend beantwoord (dus zonder gebeurtenissen ook klachten), kunt u dan een indicatie geven met welke mate van waarschijnlijkheid, op welke termijn en in welke omvang de klachten en afwijkingen dan hadden kunnen ontstaan?
Antwoord: n.v.t.
c. Kunt u aangeven welke mate van functieverlies (als bedoeld in vraag 1 e) en welke beperkingen (als bedoeld in vraag 1.f) uit deze klachten hadden zouden zijn voortgevloeid?
Antwoord: n.v.t.
d. Kunt u aangeven of er andere werkgerelateerde factoren aanwezig zijn geweest, die het huidig klachtenbeeld van betrokkenen (mede), direct of indirect hebben veroorzaakt?
Antwoord: onderzochtes werkbelasting was groot. Die was mede het gevolg van het feit dat hij permanent beschikbaar moest zijn voor het bedrijf. Het compliceerde de context waarin de afpersing plaatsvond en in die zin kan men zeggen, dat deze indirect bijgedragen heeft aan het ontstaan van zijn p.t.s.s. Bovendien ontbrak het aan een noodzakelijke steun en begeleiding in zijn door de afpersing ontstane moeilijke werksituatie. Dat heeft de p.t.s.s. en het alcoholmisbruik doen verergeren."