Op 21 augustus 2013 heeft er een gesprek plaatsgevonden tussen [Y] en [verzoeker] . Het zijdens Domesta opgestelde gespreksverslag vermeldt, voor zover van belang, het volgende:
" [verzoeker] loopt bij [Y] binnen om te sparren over iets en terloops komt het op het inschakelen van een huismeester bij geluidsoverlast.
De Huismeester moet, als hij op complex A werkzaam is, acuut zijn werk neerleggen en naar complex B rijden om geluidsoverlast te constateren. Dat zou 3-4 keer per jaar voorkomen. Ik vind dat [verzoeker] zelf dan moet gaan constateren en dat je een huismeester daar niet voor moet inzetten. Als de huismeester daar al aanwezig is kan het natuurlijk wel. [verzoeker] is van mening dat hij zijn dure uren daar niet voor moet inzetten.
Vervolgens krijgen we hier een vervolggesprek over. Dat kan want er staat een bila gepland. Een pittige discussie volgt. Ik ben van mening dat de [functie] een huismeester en een wijkconcierge best zaken mag vragen maar ik wil niet dat deze door hem worden gestuurd. Iedereen is gelijk met een andere functie-inhoud. (…)
Dan komt de discussie op de taakinhoud. Ik hamer er al tijden op dat preventie voor mij heel belangrijk is en dat leefbaarheid bevorderende projectjes zouden moeten worden opgestart met inzet van talenten uit de wijken en eventueel in samenwerking met partners in de wijk. [verzoeker] vindt dat dat extra zou moeten zonder tijd in te leveren op het werk zoals het nu wordt gedaan.
Ik zie dat [verzoeker] zijn taakopvatting niet verandert en zijn werkzaamheden ongewijzigd blijft oppakken. Dit is een terugkerend iets in de beoordelingen en ook in het laatste voortgangsgesprek heb ik gezegd dat ik zo graag zie dat hij op de kar komt en dat ik zie dat hij regelmatig erachter hangt. Dat blijft zo en daar baal ik enorm van.
Ik vraag [verzoeker] om na te denken over hoe hij op de kar kan komen. [verzoeker] vindt zelf dat hij er wel op zit bijvoorbeeld door zijn bemoeienissen met het project Schuldhulpmaatje.
Hij geeft aan geen tijd te hebben voor andere zaken en vindt zijn manier van werken het best, ook ten opzichte van de andere wijkconsulenten. Ik moet dan maar aangeven wat hij niet meer moet/mag doen.
Ik meld dat wij een ondernemingsplan hebben en dat dat leidend is. [verzoeker] zegt dat hij dat doet en dat nergens staat dat wij leefbaarheidsprojecten moeten oppakken. Overigens is hij ook van mening dat het in [plaats] bijna onmogelijk is door de werking binnen de gemeente en door de historische taakverdeling tussen hem en [Z] .
Ik vond het een lastig gesprek en heb de indruk dat ik niet doordring tot [verzoeker] .
Ik vind dat hij alle zaken oppakt en vastlegt alsof het een juridische procedure wordt.(…)
Ik heb aangegeven dat als hij niet laat zien op de kar te klimmen hij echt een probleem heeft."