1 Ontstaan en loop van het geding
1.1
Aan belanghebbende zijn met dagtekening 27 december 2013 de volgende naheffingsaanslagen in de belasting zware motorrijtuigen (hierna: BZM) en de daarbij vastgestelde verzuimboeten opgelegd:
- in verband met het voertuig met kenteken [00-YYY-0] met betrekking tot controledatum 25 oktober 2013: een bedrag aan naheffing van € 8 en een verzuimboete van € 246;
- in verband met het voertuig met kenteken [00-YYY-0] met betrekking tot controledatum 28 oktober 2013: een bedrag aan naheffing van € 8 en een verzuimboete van € 246;
- in verband met het voertuig met kenteken [00-YYY-0] met betrekking tot controledatum 29 oktober 2013: een bedrag aan naheffing van € 8 en een verzuimboete van € 246;
- in verband met het voertuig met kenteken [01-YYY-1] met betrekking tot controledatum 25 oktober 2013: een bedrag aan naheffing van € 8 en een verzuimboete van € 246;
- in verband met het voertuig met kenteken [01-YYY-1] met betrekking tot controledatum 28 oktober 2013: een bedrag aan naheffing van € 8 en een verzuimboete van € 246;
- in verband met het voertuig met kenteken [01-YYY-1] met betrekking tot controledatum 29 oktober 2013: een bedrag aan naheffing van € 8 en een verzuimboete van € 246;
- in verband met het voertuig met kenteken [01-YYY-1] met betrekking tot controledatum 30 oktober 2013: een bedrag aan naheffing van € 8 en een verzuimboete van € 246;
- in verband met het voertuig met kenteken [01-YYY-1] met betrekking tot controledatum 31 oktober 2013: een bedrag aan naheffing van € 8 en een verzuimboete van € 246;
- in verband met het voertuig met kenteken [02-YYY-2] met betrekking tot controledatum 25 oktober 2013: een bedrag aan naheffing van € 8 en een verzuimboete van € 246;
- in verband met het voertuig met kenteken [02-YYY-2] met betrekking tot controledatum 29 oktober 2013: een bedrag aan naheffing van € 8 en een verzuimboete van € 246;
- in verband met het voertuig met kenteken [02-YYY-2] met betrekking tot controledatum 30 oktober 2013: een bedrag aan naheffing van € 8 en een verzuimboete van € 246;
1.2
Aan belanghebbende zijn met dagtekening 29 januari 2014 de volgende naheffingsaanslagen in de BZM en de daarbij vastgestelde verzuimboeten opgelegd:
- in verband met het voertuig met kenteken [02-YYY-2] met betrekking tot controledatum 11 november 2013: een bedrag aan naheffing van € 8 en een verzuimboete van € 246;
- in verband met het voertuig met kenteken [02-YYY-2] met betrekking tot controledatum 13 november 2013: een bedrag aan naheffing van € 8 en een verzuimboete van € 246;
- in verband met het voertuig met kenteken [02-YYY-2] met betrekking tot controledatum 14 november 2013: een bedrag aan naheffing van € 8 en een verzuimboete van € 246;
- in verband met het voertuig met kenteken [02-YYY-2] met betrekking tot controledatum 19 november 2013: een bedrag aan naheffing van € 8 en een verzuimboete van € 246;
- in verband met het voertuig met kenteken [02-YYY-2] met betrekking tot controledatum 18 november 2013: een bedrag aan naheffing van € 8 en een verzuimboete van € 246;
- in verband met het voertuig met kenteken [02-YYY-2] met betrekking tot controledatum 20 november 2013: een bedrag aan naheffing van € 8 en een verzuimboete van € 246;
- in verband met het voertuig met kenteken [02-YYY-2] met betrekking tot controledatum 29 november 2013: een bedrag aan naheffing van € 8 en een verzuimboete van € 246;
- in verband met het voertuig met kenteken [02-YYY-2] met betrekking tot controledatum 27 november 2013: een bedrag aan naheffing van € 8 en een verzuimboete van € 246;
- in verband met het voertuig met kenteken [01-YYY-1] met betrekking tot controledatum 7 november 2013: een bedrag aan naheffing van € 8 en een verzuimboete van € 246;
- in verband met het voertuig met kenteken [01-YYY-1] met betrekking tot controledatum 20 november 2013: een bedrag aan naheffing van € 8 en een verzuimboete van € 246;
- in verband met het voertuig met kenteken [01-YYY-1] met betrekking tot controledatum 22 november 2013: een bedrag aan naheffing van € 8 en een verzuimboete van € 246;
- in verband met het voertuig met kenteken [01-YYY-1] met betrekking tot controledatum 26 november 2013: een bedrag aan naheffing van € 8 en een verzuimboete van € 246;
- in verband met het voertuig met kenteken [00-YYY-0] met betrekking tot controledatum 19 november 2013: een bedrag aan naheffing van € 8 en een verzuimboete van € 246;
- in verband met het voertuig met kenteken [00-YYY-0] met betrekking tot controledatum 13 november 2013: een bedrag aan naheffing van € 8 en een verzuimboete van € 246;
- in verband met het voertuig met kenteken [00-YYY-0] met betrekking tot controledatum 29 november 2013: een bedrag aan naheffing van € 8 en een verzuimboete van € 246;
- in verband met het voertuig met kenteken [00-YYY-0] met betrekking tot controledatum 27 november 2013: een bedrag aan naheffing van € 8 en een verzuimboete van € 246;
- in verband met het voertuig met kenteken [00-YYY-0] met betrekking tot controledatum 28 november 2013: een bedrag aan naheffing van € 8 en een verzuimboete van € 246.
1.3
Met dagtekening 28 februari 2014 zijn de volgende naheffingsaanslagen in de BZM en daarbij vastgestelde verzuimboeten opgelegd:
- in verband met het voertuig met kenteken [02-YYY-2] met betrekking tot controledatum 19 december 2013: een bedrag aan naheffing van € 8 en een verzuimboete van € 246;
- in verband met het voertuig met kenteken [02-YYY-2] met betrekking tot controledatum 20 december 2013: een bedrag aan naheffing van € 8 en een verzuimboete van € 246;
- in verband met het voertuig met kenteken [02-YYY-2] met betrekking tot controledatum 23 december 2013: een bedrag aan naheffing van € 8 en een verzuimboete van € 246;
- in verband met het voertuig met kenteken [02-YYY-2] met betrekking tot controledatum 27 december 2013: een bedrag aan naheffing van € 8 en een verzuimboete van € 246;
- in verband met het voertuig met kenteken [01-YYY-1] met betrekking tot controledatum 20 december 2013: een bedrag aan naheffing van € 8 en een verzuimboete van € 246;
- in verband met het voertuig met kenteken [01-YYY-1] met betrekking tot controledatum 23 december 2013: een bedrag aan naheffing van € 8 en een verzuimboete van € 246;
- in verband met het voertuig met kenteken [01-YYY-1] met betrekking tot controledatum 24 december 2013: een bedrag aan naheffing van € 8 en een verzuimboete van € 246;
- in verband met het voertuig met kenteken [01-YYY-1] met betrekking tot controledatum 27 december 2013: een bedrag aan naheffing van € 8 en een verzuimboete van € 246;
- in verband met het voertuig met kenteken [00-YYY-0] met betrekking tot controledatum 20 december 2013: een bedrag aan naheffing van € 8 en een verzuimboete van € 246
- in verband met het voertuig met kenteken [00-YYY-0] met betrekking tot controledatum 23 december 2013: een bedrag aan naheffing van € 8 en een verzuimboete van € 246;
- in verband met het voertuig met kenteken [00-YYY-0] met betrekking tot controledatum 27 december 2013: een bedrag aan naheffing van € 8 en een verzuimboete van € 246.
1.4
Op het bezwaarschrift van belanghebbende heeft de Inspecteur bij uitspraken op bezwaar van respectievelijk 4 april 2014, 22 april 2014 en 24 juni 2014 de bezwaren van belanghebbende ongegrond verklaard.
1.5
Belanghebbende is tegen die uitspraken in beroep gekomen bij de rechtbank Noord-Nederland (hierna: de Rechtbank). De Rechtbank heeft het beroep bij uitspraak van 19 februari 2015 ongegrond verklaard.
1.6
Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld. De Inspecteur heeft een verweerschrift ingediend.
1.7
Tot de stukken van het geding behoren, naast de hiervoor vermelde stukken, het van de Rechtbank ontvangen dossier dat op deze zaak betrekking heeft alsmede alle stukken die nadien, al dan niet met bijlagen, door partijen in hoger beroep zijn overgelegd.
1.8
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 10 november 2015 te Leeuwarden. Daarbij is namens de Inspecteur verschenen en gehoord mr. [A] . Belanghebbende is voor de mondelinge behandeling bij aangetekende brief van 22 september 2015 uitgenodigd. Hoewel hij de ontvangst van de uitnodiging op 23 september 2015 heeft bevestigd, is hij, zonder enig bericht van verhindering, niet verschenen.
1.9
Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt, dat aan deze uitspraak is gehecht.
4 Beoordeling van het geschil
4.1
Ingevolge artikel 13, eerste lid, van de Wet BZM, in de voor 2013 geldende tekst, kan de inspecteur, indien wordt geconstateerd dat de verschuldigde belasting niet, niet tijdig of niet geheel is betaald, in afwijking van de artikelen 67b, 67c en 67f van de Algemene wet inzake rijksbelastingen een bestuurlijke boete van ten hoogste € 4.920 opleggen aan de houder.
4.2
Paragraaf 36, derde lid, van het Besluit Bestuurlijke Boeten Belastingdienst eveneens in de voor 2013 geldende tekst, bepaalt dat, indien wordt geconstateerd dat de verschuldigde belasting inzake de Wet BZM niet, gedeeltelijk niet of niet binnen de termijn is betaald, dit een verzuim vormt ter zake waarvan de inspecteur een verzuimboete kan opleggen van 5 procent van het wettelijk maximum van artikel 13 van de Wet BZM (€ 246).
4.3
Anders dan belanghebbende meent, is voor het opleggen van de verzuimboeten niet vereist dat sprake is van opzet of grove schuld. De enkele constatering van het verzuim van niet (tijdige) aangifte en voldoening van de verschuldigde belasting, is voldoende.
4.4
Bij overtreding van een voorschrift dat wordt bestraft met een verzuimboete kan een belastingplichtige met vrucht een beroep doen op afwezigheid van alle schuld, indien hij feiten stelt en bij betwisting daarvan aannemelijk maakt die meebrengen dat hij alle in de gegeven omstandigheden van hem in redelijkheid te vergen zorg heeft betracht om het verweten feit, op grond waarvan te weinig belasting zou zijn geheven, te voorkomen (vgl. onder meer Hoge Raad 10 april 2015, ECLI:NL:HR:2015:HR:844 en Hoge Raad 15 juni 2007, ECLI:NL:HR:2007:BA7184, nr. 42687, BNB 2007/251). Belanghebbende stelt dat fouten zijn gemaakt zowel door [B] v.o.f. als door een personeelslid van belanghebbende. Naar het oordeel van het Hof is belanghebbende verantwoordelijk voor de gedragingen die hebben geleid tot die fouten. De gedragingen zijn aan te merken als gedragingen van belanghebbende. Feiten die toerekening van fouten aan belanghebbende in de weg staan, zijn gesteld noch overigens aannemelijk geworden. De omstandigheid dat er opnieuw - na drie eerdere reeksen van naheffingsaanslagen en verzuimboeten, zie 2.4 - naheffingsaanslagen en verzuimboeten zijn opgelegd, duidt er veeleer op dat belanghebbende, die als transportondernemer bekend mag worden verondersteld met het systeem van heffen van BZM, niet de van haar in redelijkheid te vergen zorg heeft betracht om de verweten feiten, op grond waarvan opnieuw te weinig belasting is geheven, te voorkomen.
4.5
Het Hof zal moeten beoordelen of de opgelegde verzuimboeten passend en geboden zijn en of sprake is van omstandigheden die nopen tot matiging van de verzuimboeten. Belanghebbende komt niet in aanmerking voor de van de zijde van de Inspecteur bestaande beleidsmatige matiging van de verzuimboeten, omdat aan haar eerder naheffingsaanslagen en verzuimboeten zijn opgelegd. Ook het Hof ziet in die eerdere reeksen van naheffingsaanslagen en verzuimboeten aanleiding om niet tot matiging van de onderhavige verzuimboeten over te gaan. Ook anderszins acht het Hof geen omstandigheden aanwezig de verzuimboeten te matigen. Het Hof is van oordeel dat een boete van € 246 per beschikking, in totaal € 9.594, in het onderhavige geval passend en geboden is.
Slotsom
Op grond van het vorenstaande is het hoger beroep ongegrond.
6 Beslissing
Het Hof bevestigt de uitspraak van de Rechtbank.
Deze uitspraak is gedaan door mr. B. van Walderveen, voorzitter, mr. J.W. baron van Knobelsdorff en mr. G.J. van Muijen, in tegenwoordigheid van mr. K. de Jong-Braaksma als griffier.
De beslissing is op 12 januari 2016 in het openbaar uitgesproken.
De griffier, De voorzitter,
(K. de Jong-Braaksma)
|
(B. van Walderveen)
|
Afschriften zijn aangetekend per post verzonden op 13 januari 2016
Tegen deze uitspraak kunnen beide partijen binnen zes weken na de verzenddatum beroep in cassatie instellen bij
de Hoge Raad der Nederlanden (belastingkamer),
Postbus 20303,
2500 EH Den Haag.
Daarbij moet het volgende in acht worden genomen:
1. bij het beroepschrift wordt een afschrift van deze uitspraak overgelegd;
2 - het beroepschrift moet ondertekend zijn en ten minste het volgende vermelden:
a. de naam en het adres van de indiener;
b. de dagtekening;
c. een omschrijving van de uitspraak waartegen het beroep in cassatie is gericht;
d. de gronden van het beroep in cassatie.
Voor het instellen van beroep in cassatie is griffierecht verschuldigd. Na het instellen van beroep in cassatie ontvangt de indiener een nota griffierecht van de griffier van de Hoge Raad. In het cassatieberoepschrift kan de Hoge Raad verzocht worden om de wederpartij te veroordelen in de proceskosten.