3.2
In grief 2 betogen [naam maatschap] c.s. dat de rechtbank onder 2.1 (eerste volzin) ten onrechte heeft vastgesteld dat Xando Nijmegen B.V. (hierna: Xando Nijmegen)van Jobatrust ‘winkelruimte’ heeft gehuurd. Dit terwijl, aldus [naam maatschap] c.s., sprake is van de verhuur van (casco-)‘bedrijfsruimte’ (artikel 1.1 huurovereenkomst). Dit onderscheid is, aldus [naam maatschap] c.s., van belang omdat daarmee op Xando Nijmegen als huurder de contractuele verplichting rustte het gehuurde te bestemmen tot (kort gezegd) winkelruimte voor de verkoop van Apple-producten (artikel 1.3 huurovereenkomst). Ingeval het verhuurde contractueel zou zijn ‘omschreven’ als winkelruimte, dan zou op [naam maatschap] als verhuurder de contractuele verplichting rusten het verhuurde geschikt te doen zijn als winkelruimte. Dat laatste is, aldus [naam maatschap] c.s., niet het geval.
3.3
Dit betoog faalt. [naam maatschap] c.s. zien eraan voorbij dat de rechtbank in de bestreden overweging niet vermeldt of in contractuele zin sprake is van bestemming dan wel omschrijving als winkelruimte. Zij stelt slechts vast dat het door [naam maatschap] c.s. verhuurde bij Xando Nijmegen in gebruik was als winkelruimte. Een verdergaande juridische kwalificatie met de daarin volgens [naam maatschap] c.s. besloten juridische consequenties heeft de rechtbank in de bestreden overweging niet genoemd en zij ligt in de bestreden overweging ook niet besloten. Om [naam maatschap] c.s. tegemoet te komen zal het hof in het onderstaande bij de weergave van de vaststaande feiten de bestreden overweging in laatst genoemde zin verduidelijken.
3.4
Voorts klagen [naam maatschap] c.s. erover dat onder 2.2 van het bestreden vonnis meer specifiek verwezen zou moeten worden naar ‘Algemene bepalingen huurovereenkomst winkelruimte’. Het hof zal dat bij zijn vaststelling van de feiten in het onderstaande meer specifiek doen, zodat [naam maatschap] c.s. bij een afzonderlijke behandeling van dit deel van de grief geen belang hebben.
3.5
De grieven 1 en 2 falen. Daarmee dient in hoger beroep, samen met hetgeen verder is komen vast te staan, te worden uitgegaan van de volgende feiten en omstandigheden.
3.5.1
[geïntimeerde1] is enig bestuurder tevens enig aandeelhouder van RIS . RIS is enig bestuurder en enig aandeelhouder van twee besloten vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid, te weten: Xando Trade B.V. (hierna: Xando Trade) en Xando . Xando op haar beurt is enig aandeelhouder van drie besloten vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid (van welke drie vennootschappen RIS bestuurder is), te weten: Xando Enschede B.V. (hierna: Xando Enschede), Xando Zwolle B.V. (hierna: Xando Zwolle) en Xando Nijmegen .
3.5.2
Xando is opgericht bij akte van 28 november 2005, Xando Nijmegen bij akte van 24 december 2008, Xando Trade bij akte van 14 mei 2012 Bij akte van 22 maart 2013 is de naam van Xando Nijmegen gewijzigd in Retail OG Nijmegen en op 26 april 2013 is Retail OG Nijmegen op haar eigen verzoek in staat van faillissement verklaard.
3.5.3
Xando Nijmegen heeft ingaande 1 januari 2009 van de besloten vennootschap Jobatrust B.V. (hierna: Jobatrust) een pand gehuurd dat zij in gebruik heeft genomen als winkelruimte en dat is gelegen aan de [adres] . In de huurovereenkomst is onder meer het volgende bepaald:
“1.3 Het gehuurde zal door of vanwege huurder uitsluitend worden bestemd om te worden gebruikt als winkelruimte conform artikel 7:290 BW ten behoeve van de verkoop van Appleproducten en aanverwante artikelen, conform de Internationaal gevoerde Apple-formule.
(...)
3.1 Deze overeenkomst is aangegaan voor de duur van 10 jaar, ingaande op 1 januari 2009 en lopende tot en met 31 december 2018.
3.2 Na het verstrijken van de in 3.1 genoemde periode wordt deze overeenkomst voortgezet voor een aansluitende periode van telkens 5 jaar.
(...)
4.1 De aanvangshuurprijs van het gehuurde bedraagt op jaarbasis € 115.000,00 zegge honderdvijftienduizend euro.
(...)
12. Het moederconcern van huurder, Xando B.V. (...) is bereid een concerngarantie af te geven van één jaar huur, te vermeerderen met de geldende BTW. Indien na ommekomst van drie huurjaren blijkt dat huurder onberispelijk betalingsgedrag heeft vertoond, dan wordt deze concerngarantie geretourneerd aan Xando B.V. en is deze concerngarantie dus niet meer geldig.”
3.5.4
Op de huurovereenkomst zijn de algemene bepalingen huurovereenkomst winkelruimte en andere bedrijfsruimte in de zin van artikel 7:290 BW van toepassing. In de algemene bepalingen is opgenomen:
“6.1 Huurder zal het gehuurde - gedurende de gehele duur van de overeenkomst - daadwerkelijk, geheel, behoorlijk en zelf gebruiken uitsluitend overeenkomstig de in de huurovereenkomst aangegeven bestemming.
(...)
7. Indien de huurder zich, na door verhuurder behoorlijk in gebreke te zijn gesteld, niet houdt aan de in de huurovereenkomst en de in deze algemene bepalingen opgenomen voorschriften, verbeurt huurder aan verhuurder, voor zover geen specifieke boete is overeengekomen, een direct opeisbare boete van € 250,00 per dag voor elke dag dat huurder in verzuim is. Het vorenstaande laat onverlet het recht van verhuurder op volledige schadevergoeding, voor zover de geleden schade de verbeurde boete overtreft.
(...)
8.1 Behoudens voorafgaande schriftelijke toestemming van verhuurder is het huurder niet toegestaan het gehuurde geheel of gedeeltelijk aan derden in huur, onderhuur of gebruik af te staan, dan wel de huurrechten geheel of gedeeltelijk aan derden over te dragen of in te brengen in een personenvennootschap of rechtspersoon.
8.2 Ingeval huurder handelt in strijd met bovenstaande bepaling, verbeurt huurder aan verhuurder per kalenderdag dat de overtreding voortduurt een direct opeisbare boete, gelijk aan tweemaal de op dat moment voor huurder geldende huurprijs per dag, onverminderd het recht van verhuurder om nakoming dan wel ontbinding van de huurovereenkomst, alsmede schadevergoeding te vorderen.”
3.5.5
Op 10 september 2009 hebben [appellant2] en [appellant3] (gezamenlijk handelend onder de naam [naam maatschap] ) het gehuurde gekocht van Jobatrust en zijn de rechten en verplichtingen die voortvloeiden uit de huurovereenkomst op [naam maatschap] overgegaan. Ten tijde van de overname werd door Xando onder de naam 'Xando' een Apple Premium Reseller winkel (hierna: APR-winkel) geëxploiteerd in het winkelpand.
3.5.6
Per 30 juni 2012 is de APR-winkel verhuisd naar een andere locatie in [vestigingsplaats] . [naam maatschap] heeft Xando Nijmegen in gebreke gesteld voor wat betreft de exploitatie van het gehuurde. Tevens heeft zij aanspraak gemaakt op een boete op grond van de algemene bepalingen. Na enige tijd heeft Xando een andere winkel, genaamd 'Xale' in het gehuurde geëxploiteerd.
3.5.7
In een brief van 12 februari 2013 van de advocaat van [naam maatschap] aan Xando staat onder meer het volgende vermeld:
“Hoewel Xando B.V. de huur tot en met de maand december 2012 correct heeft betaald, zijn betalingen nadien uitgebleven. Huurder schiet daardoor tekort in zijn verplichting ex art 4.10 van de huurovereenkomst om de uit hoofde van de huurovereenkomst verschuldigde bedragen vóór of op de eerste van de dag van de periode waarop de betaling betrekking heeft, stipt te voldoen.
[naam maatschap] maakt daarom tevens aanspraak op de contractuele boete ex art. 18.2 ab van € 300,00 per kalendermaand, waarbij iedere ingetreden kalendermaand als een volle maand geldt”
3.5.8
Bij brief van 12 maart 2013 hebben Xando Nijmegen en Xando aan [naam maatschap] medegedeeld dat zij de exploitatie van Xale in het gehuurde om bedrijfseconomische redenen niet kunnen voortzetten. Tevens hebben zij gemeld dat Xando Nijmegen vanaf 1 maart 2013 niet langer in staat is aan haar betalingsverplichtingen jegens [naam maatschap] te voldoen.
3.5.9
Na faillietverklaring van Xando Nijmegen heeft de curator heeft de huurovereenkomst met [naam maatschap] opgezegd tegen 31 juli 2013.
3.5.10
In het eindverslag van de curator van 17 april 2014 staat onder meer vermeld:
“De curator heeft de situatie met betrekking tot de bedrijfsruimte in Nijmegen onderzocht. De conclusie luidt dat sprake is (geweest) van een vorm van onderhuurconstructie. De onderneming die feitelijk gebruik maakte van de winkelruimte en namens curanda de huur heeft voldaan tot het moment dat zij de exploitatie heeft gestaakt, is door de curator tot betaling van huur aangesproken.
(...) De aangeschreven onderneming heeft bij monde van haar raadsman de vordering gemotiveerd betwist. Gesteld wordt dat geen sprake zou zijn van een onderhuurovereenkomst, maar van een exploitatieovereenkomst in concernverband, zódat iedere grond voor betaling zou ontbreken. (...)
Verdere maatregelen zijn niet in het belang van de boedel geoordeeld (...)
De oorzaak van het faillissement is gelegen in staken exploitatie van de winkel door Xando BV. (...)
Paulianeus handelen (...)
De curator heeft zijn onderzoek afgerond en zal geen verdere actie ondernemen.”