Bij ongedateerde brief hebben [appellanten] c.s. aan [geïntimeerden] c.s. het volgende bericht, voor zover van belang:
"(…)
Op het moment dat bleek dat wij de financiering niet rond kregen heeft mijn adviseur de
heer [C] contact gezocht met uw makelaar de heer [D] . Op dat moment was
het financieringsvoorbehoud nog niet verstreken, maar we hadden nog slechts 1 afwijzing
ontvangen. Uit artikel 16.3 blijkt dat het inroepen van de ontbinding "goed
gedocumenteerd" dient te geschieden. In de tekst wordt door de bewoording "in elke
geval "de suggestie gewekt dat er afgeweken kan worden van de eis van 2 afwijzingen. Om
hier duidelijkheid over te krijgen is door mijn adviseur contact gezocht met uw makelaar.
Tijdens een telefonisch overleg met de heer [D] bleek dat u als verkoper vast hield
aan de eis, uit de koopakte, dat er twee afwijzingen aangeleverd dienden te worden. Hierop
heeft mijn adviseur aangegeven dat daar extra tijd voor nodig was. Op basis van dat
gesprek is er naar onze mening uitstel verleend om de tweede aanvraag te doen om zo een
tweede afwijzing te ontvangen. Ik ben dus van mening dat er uitstel is verleend voor de
financiering en dat er tijdig een tweede financiering aan u ter hand is gesteld.
Daarnaast blijkt uit artikel 10 van de koopakte dat indien een der partijen nalatig blijkt deze
in gebreke gesteld dient te worden. Deze ingebrekestelling ontvang ik van u op het moment
dat er inmiddels aan de verplichting is voldaan. Ik als koper ben dus niet meer nalatig en
heb aan de eis uit de koopakte voldaan.