Uitspraken

Een deel van alle rechterlijke uitspraken wordt gepubliceerd op rechtspraak.nl. Dit gebeurt gepseudonimiseerd.

Deze uitspraak is gepseudonimiseerd volgens de pseudonimiseringsrichtlijn

ECLI:NL:GHARL:2017:3021

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
11-04-2017
21-04-2017
16/00482
Belastingrecht
Hoger beroep

IB/PVV. Alleenstaande-ouderkorting. Co-ouder. Geen inschrijving op adres.

Rechtspraak.nl
V-N 2017/30.17.26
V-N Vandaag 2017/939
NLF 2017/0951 met annotatie van

Uitspraak

GERECHTSHOF ARNHEM - LEEUWARDEN

Belastingkamer

Locatie Arnhem

Nummer 16/00482

uitspraakdatum: 11 april 2017

Uitspraak van de derde meervoudige belastingkamer

op het hoger beroep van

[X] te [Z] (hierna: belanghebbende)

tegen de uitspraak van de rechtbank Gelderland van 15 maart 2016, nummer AWB 15/5857, in het geding tussen belanghebbende en

de inspecteur van de Belastingdienst/Kantoor Den Haag (hierna: de Inspecteur)

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1.

Aan belanghebbende is voor het jaar 2012 een aanslag in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen opgelegd. Bij beschikking is belastingrente berekend.

1.2.

De Inspecteur heeft bij in één geschrift vervatte uitspraken op bezwaar de aanslag en de beschikking gehandhaafd.

1.3.

Belanghebbende is tegen die uitspraken op bezwaar in beroep gekomen bij de rechtbank Gelderland (hierna: de Rechtbank). De Rechtbank heeft de beroepen ongegrond verklaard.

1.4.

Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld.

1.5.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 22 maart 2017. Van de zitting is een proces-verbaal opgemaakt, dat aan deze uitspraak is gehecht.

2 De vaststaande feiten

Belanghebbende is in 2008 gescheiden. Zij en haar voormalige echtgenoot zijn de co-ouders van hun twee kinderen. De kinderen verblijven bij beide ouders evenveel. De kinderen zijn in de basisadministratie persoonsgegevens ingeschreven op het adres van de voormalige echtgenoot van belanghebbende.

3 Het geschil

In geschil is of belanghebbende recht heeft op de alleenstaande-ouderkorting.

4 Beoordeling van het geschil

4.1.

Artikel 8.15 van de Wet inkomstenbelasting 2001 (tekst 2012; hierna: de Wet IB 2001) bepaalt dat een van de voorwaarden voor de alleenstaande-ouderkorting is dat de belastingplichtige een huishouding voert met een kind dat op hetzelfde woonadres als de belastingplichtige staat ingeschreven in de basisadministratie persoonsgegevens.

4.2.

Belanghebbende voldoet niet aan de hiervoor vermelde voorwaarde. Zij stelt zich op het standpunt dat zij niettemin in aanmerking komt voor de alleenstaande-ouderkorting.

4.3.

Belanghebbende wijst erop dat co-ouders in aanmerking komen voor de toepassing van de inkomensafhankelijke combinatiekorting, ook als de kinderen niet op hetzelfde adres staan ingeschreven in de basisadministratie persoonsgegevens (artikel 8:14a van de Wet IB 2001 en artikel 44b van de Uitvoeringsregeling inkomstenbelasting 2001). Blijkens de toelichting op die bepalingen beoogt die regeling een tegemoetkoming te bieden aan co-ouders in dezelfde situatie als belanghebbende. Belanghebbende betoogt dat deze tegemoetkoming ook voor de alleenstaande-ouderkorting zou moeten gelden.

4.4.

Belanghebbende voldoet niet aan de in de Wet IB 2001 opgenomen voorwaarden voor de toepassing van de alleenstaande-ouderkorting. Belanghebbende komt daarom niet in aanmerking voor deze korting. Dat voor een andere wettelijke regeling (de inkomensafhankelijke combinatiekorting) in het geval van co-ouderschap andere voorwaarden gelden, doet daar niet aan af.

4.5.

Het staat de rechter niet vrij af te wijken van de wet en de rechter mag niet de innerlijke waarde of billijkheid van de wet beoordelen (artikel 11 van de Wet algemeene bepalingen). Dat is slechts anders als de wet in strijd zou zijn met een ieder verbindende bepalingen van verdragen of van besluiten van volkenrechtelijke organisaties (artikel 94 van de Grondwet). Van een dergelijke strijd is naar het oordeel van het Hof echter geen sprake.

4.6.

De Rechtbank heeft terecht geoordeeld dat belanghebbende geen recht heeft op de alleenstaande-ouderkorting.

4.7.

Het hoger beroep wordt geacht mede betrekking te hebben op het verzamelinkomen en de belastingrente. Belanghebbende heeft hiertegen geen zelfstandige grieven aangevoerd. Het hoger beroep is ook in zoverre ongegrond.

Slotsom

Op grond van het vorenstaande is het hoger beroep ongegrond.

5 Griffierecht en proceskosten

Het Hof ziet geen aanleiding voor vergoeding van het griffierecht of een veroordeling in de proceskosten.

6 Beslissing

Het Hof bevestigt de uitspraak van de Rechtbank.

Deze uitspraak is gedaan door mr. J. van de Merwe, voorzitter, mr. A.J.H. van Suilen en mr. G.B.A. Brummer, in tegenwoordigheid van mr. J.L.M. Egberts als griffier.

De beslissing is op 11 april 2017 in het openbaar uitgesproken.

De griffier,

De voorzitter,

(J.L.M. Egberts)

(J. van de Merwe)

Afschriften zijn aangetekend per post verzonden op 11 april 2017

Tegen deze uitspraak kunnen beide partijen binnen zes weken na de verzenddatum beroep in cassatie instellen bij

de Hoge Raad der Nederlanden (belastingkamer),

Postbus 20303,

2500 EH Den Haag.

Daarbij moet het volgende in acht worden genomen:

1. bij het beroepschrift wordt een afschrift van deze uitspraak overgelegd;

2 - het beroepschrift moet ondertekend zijn en ten minste het volgende vermelden:

a. de naam en het adres van de indiener;

b. de dagtekening;

c. een omschrijving van de uitspraak waartegen het beroep in cassatie is gericht;

d. de gronden van het beroep in cassatie.

Voor het instellen van beroep in cassatie is griffierecht verschuldigd. Na het instellen van beroep in cassatie ontvangt de indiener een nota griffierecht van de griffier van de Hoge Raad. In het cassatieberoepschrift kan de Hoge Raad verzocht worden om de wederpartij te veroordelen in de proceskosten.

De gegevens worden opgehaald

Hulp bij zoeken

Er is een uitgebreide handleiding beschikbaar voor het zoeken naar uitspraken, met onder andere uitleg over:

Selectiecriteria

De Rechtspraak, Hoge Raad der Nederlanden en Raad van State publiceren uitspraken op basis van selectiecriteria:

  • Uitspraken zaken meervoudige kamers
  • Uitspraken Hoge Raad en appelcolleges
  • Uitspraken met media-aandacht
  • Uitspraken in strafzaken
  • Europees recht
  • Richtinggevende uitspraken
  • Wraking

Weekoverzicht

Selecteer een week en bekijk welke uitspraken er in die week aan het uitsprakenregister zijn toegevoegd.