6.2
Standpunt verdediging
Aan verdachte is ten laste gelegd dat zij de chalets voor de [naam locatie] 13, kavels 9 tot en met 13
heeft aangeschaft met geld dat afkomstig is van enig misdrijf. Deze chalets zijn echter aangeschaft voor € 92.500,- en niet voor € 130.000,-. Tevens zijn in die zes chalets niet voor
€ 51.000,-, maar voor maximaal € 6.000,- verbeteringen aangebracht.
Het geld waarmee dit bekostigd is, is afkomstig de handel in auto’s. Dat medeverdachte [medeverdachte] beschikte over een ‘zwart potje’ wil nog niet zeggen dat de chalets zijn aangeschaft met geld, afkomstig uit enig misdrijf. Tevens valt niet te bewijzen dat verdachte wetenschap had van de illegale herkomst van het geld dan wel dat er door de verdachte handelingen zijn gepleegd die gericht zijn geweest op het daadwerkelijk verbergen of verhullen van de criminele herkomst van de gelden.
6.4
De rechtbank heeft het volgende in het vonnis overwogen:
"Inleidende opmerkingen bij de bewezenverklaring
1:
Medeverdachte [medeverdachte] (hierna aangeduid als [medeverdachte] ) heeft over de periode over de ten laste gelegde periode verklaard dat hij en verdachte (hierna aan te duiden als [verdachte] ) toen samen een handel bedreven in de verhuur en in- en verkoop van tweedehands auto’s. Eerst in de onderneming [bedrijf 1] en later in de onderneming [bedrijf 2] . [bedrijf 2] is in mei 2004 overgegaan in de eenmanszaak [bedrijf 3] . Binnen [bedrijf 3] hebben [medeverdachte] en [verdachte] de handel in auto’s voortgezet, maar in mindere mate dan in de jaren daarvoor. De focus kwam meer te liggen in de handel in chalets.
Op 9 februari 2004 sloten [medeverdachte] en [verdachte] met [betrokkene 1] , eigenaar van [naam camping] (verder: de camping), een overeenkomst waarin zij, [medeverdachte] en [verdachte] , overeen kwamen dat ze privévermogen zouden investeren in chalets voor de verhuur aan particulieren op de camping in
Lathum.
2
Hiermee startten [medeverdachte] en [verdachte] hun privéhandel in chalets.
Het financiële onderzoek van verbalisanten heeft geresulteerd in een kasopstelling. Volgens die kasopstelling was er een negatief kassaldo op 1 januari 2004, de aanvang van de ten laste gelegde periode, van - € 16.493,-.
3
Stelling van de officier van justitie is aldus dat [medeverdachte] en [verdachte] niet over de benodigde legale middelen beschikten om met de handel in chalets aan te vangen.
Feiten
Op grond van de bewijsmiddelen wordt het volgende, dat verder ook niet ter discussie staat, vastgesteld.
In 2004 werden vanuit de contante kas van [medeverdachte] en [verdachte] de volgende transacties gedaan:
- op 15 mei 2004 een contante betaling van € 17.500,- voor het chalet van [betrokkene 2] , de vrouw van [betrokkene 3] , op [naam locatie] 11, kavel 4 op de camping te Lathum;4
- op 3 juni 2004 een contante betaling van € 12.500,- voor een steenstripchalet zalm op [naam locatie] 8, kavel 100 op de camping in Lathum;5
- op 4 juni 2004 en 2 augustus 2008 tweemaal een contante betaling van € 45.000,- voor het boerderijchalet, te plaatsen op [naam locatie] 11, kavel 3 op de camping te Lathum;6
- -
op 11 juni 2004 een eerste contante aanbetaling van € 5.000,- en op 14 december 2004 een tweede contante aanbetaling van € 5.000,- voor een steenstripchalet van [betrokkene 4] , geplaatst op [naam locatie] 13, kavel 8 op de camping te Lathum;
- -
op 25 augustus 2004 een eerste aanbetaling van € 77.500,-, voor vijf chalets, bedoeld voor [naam locatie] 13, kavels 8 tot en met 13 op de camping in Lathum, verrekend met de ontvangst van contant geld uit de verkoop van het boerderijchalet aan [betrokkene 5] ;
- -
op 4 september 2004 een tweede contante aanbetaling van € 15.000,- voor vijf chalets, bedoeld voor [naam locatie] 13, kavels 8 tot en met 13 op de camping te Lathum.
In totaal is in 2004 een bedrag van € 145.000,- voor de aanschaf van chalets uit de kas gevloeid. Op 2 juni 2004 is een contant bedrag van € 15.000,- in de kas gestort, zijnde de eerste aanbetaling door [betrokkene 5] voor het chalet, bestemd voor [naam locatie] 11, kavel 3. [medeverdachte] en [verdachte] hebben aldus € 130.000,- contant betaald voor de aanschaf van chalets voor in ieder geval de ten laste gelegde kavels [naam locatie] 11, kavel 3 en kavel 4 en [naam locatie] 13, kavels 8 tot en met 13.
Op 17 april 2008 kocht [betrokkene 1] voor een prijs van € 537.500 van [medeverdachte] de chalets op [naam locatie] 13, kavels 8 tot en met 13 en een ander chalet.
7
(…)
Beoordeling rechtbank
De rechtbank volgt de officier van justitie en de verdediging en zal een compensatie toepassen van € 45.000,- aan teveel gerekend aan inrichtingskosten en € 27.500,- teveel berekend voor de aanschaf van het chalet van [betrokkene 2] .
De feiten laten zien dat [medeverdachte] en [verdachte] over 2004 een bedrag van € 130.000,- +
€ 6.000,- contant hebben uitgegeven aan de aanschaf van chalets en de verbetering ervan. In het licht van het negatieve kassaldo op 1 januari 2004 kan een dergelijke uitgave niet worden verklaard.
Naar het oordeel van de rechtbank had [verdachte] redelijkerwijs moeten vermoeden dat de
€ 130.000,- en € 6.000,- van enig misdrijf afkomstig waren. [verdachte] heeft hieromtrent
verklaard dat de aanschaf van chalets op [naam locatie] 13 is begonnen met de inruil van auto’s en vanuit daar is uitgebreid naar acht chalets.
8
Van [naam locatie] 13 wist [verdachte] alles af omdat zij daar alles regelde.
9
Tevens heeft [verdachte] verklaard dat [bedrijf 2] weinig waard was en dat het allemaal
oude rotzooi was.
10
Zij deed aan het einde van het kwartaal de boekhouding.
11
"
6.6
De rechtbank heeft voorts overwogen:
"De overeenkomst met [betrokkene 1] van 9 februari 2004 is gesloten door [medeverdachte] en [verdachte] samen
13
Ook heeft [betrokkene 6] verklaard dat de post van 62.000,- op de aangifte inkomstenbelasting over 2004 van [verdachte] bestond uit twee chalets van € 18.500,- en twee van € 12.500,.
14
Uit deze omstandigheden leidt de rechtbank af dat [verdachte] wist wat de financiële toestand van
[bedrijf 3] was ten tijde van de aanschaf van de chalets en wat de chalets
hebben gekost. Zodoende had zij redelijkerwijs moeten vermoeden dat de chalets zijn
aangeschaft met geld waarover [medeverdachte] en [verdachte] niet legaal konden beschikken.
Gezien de bovenstaande omstandigheden, waaruit blijkt van een nauwe en volledige
samenwerking, is de rechtbank tevens van oordeel dat [medeverdachte] en [verdachte] de chalets
tezamen en in vereniging hebben aangeschaft en dat er aldus sprake is van medeplegen. Dat
[verdachte] bij de betaling van de chalets geen uitvoeringshandelingen heeft verricht, doet aan dat
oordeel niet af.
Het negatieve kassaldo brengt een vermoeden van witwassen van € 130.000,- en € 6.000,- met
zich. [medeverdachte] heeft de herkomst van het geld verklaard met zijn verklaring dat er een positief
kassaldo van 255.000,- NLG was, maar de rechtbank heeft onder het kopje ‘startkapitaal’
overwogen dat die verklaring onvoldoende steun vindt in het dossier. [verdachte] heeft de
herkomst van het geld gelinkt aan de autohandel. Hiervan heeft de rechtbank ook overwogen dat deze verklaring, gelet op haar betrokkenheid bij en inzicht in de autohandel, niet aannemelijk is geworden, althans niet als het gaat om legale inkomsten uit de autohandel.
Dat maakt dat naar het oordeel van de rechtbank het niet anders kan zijn dan dat het geld
- middellijk of onmiddellijk - onder de gegeven omstandigheden uit enig misdrijf afkomstig is."