2.1
Belanghebbende heeft een onderneming in de vorm van eenmanszaak onder de naam [D] (hierna: de eenmanszaak) gedreven. Volgens het uittreksel van de Kamer van Koophandel bestonden de activiteiten uit de verhuur van onroerend goed (niet van woonruimte), handel in eigen onroerend goed en verhuur van overige woonruimte. Op 14 juli 2011 is blijkens genoemd uittreksel geregistreerd dat de startdatum van de eenmanszaak 1 januari 2009 was. De eenmanszaak is per 31 december 2015 opgeheven.
2.2
Uit een uittreksel van de Kamer van Koophandel blijkt dat [E] (hierna: [E] ) op 1 april 2008 is gestart met de eenmanszaak [F] , met als activiteiten ‘Winkels in bovenkleding en mode-artikelen (algemeen assortiment)’ en ‘Industrieel ontwerp en vormgeving’. Deze eenmanszaak is per 31 maart 2011 opgeheven. Verder was [E] in de periode van 1 april 2008 tot 10 oktober 2008 vennoot in de vennootschap onder firma [G] .
2.5
Belanghebbende heeft een overeenkomst van geldlening overgelegd, waarvan de inhoud – voor zover van belang – als volgt luidt (hierna: de overeenkomst):
“1. [Hof: de eenmanszaak] (…) eigenaar [Hof: belanghebbende] (…) hierna te noemen schuldeiser
en
2. [ [F] ], rechtsgeldig vertegenwoordigd door [E] (…)
IN AANMERKING NEMENDE:
3. Dat schuldeiser geen geld heeft geleend om de lening te kunnen verstrekken;
4. Dat de lening wordt gesloten op basis van een achtergestelde lening welke voldoet aan alle voorwaarden welke gelden voor een Agaatlening;
5. Dat schuldenaar de lening gebruikt voor de financiering van bestanddelen die vallen onder het verplichte ondernemingsvermogen [F] .
VERKLAREN TE ZIJN OVEREENGEKOMEN ALS VOLGT:
1. De schuldeiser heeft op [01-05-2009] ter leen verstrekt aan de schuldenaar gelijk de schuldenaar ter leen heeft ontvangen van de schuldeiser de som van € 45.000 (…)
2. De schuldenaar is verplicht over de geleende hoofdsom (…) een rente te betalen gerekend tegen 2,10% per jaar. (…)
3. De schuldenaar is verplicht jaarlijks tegelijk met de rentebetaling op de hoofdsom een bedrag van € [7.500,--] af te lossen. Deze aflossing vindt voor het eerst plaats op [31-12-2009]. (…).
4. Als de schuldenaar stipt aan zijn verplichtingen tot betaling van rente en aflossingen op de verschijndag voldoet, zal de (restant-)hoofdsom in haar geheel niet opeisbaar zijn.
(…).
Deze Agaath leenovereenkomst is getekend te [Z] op [01-05-2009]”
2.7
Belanghebbende heeft vanaf zijn privé-bankrekening [00000] op 8 juli 2009 een bedrag van € 8.500 overgemaakt op een bankrekening van [G] met als omschrijving ‘lening voor zadenhof overwecht’. Op 31 augustus 2009 heeft een vergelijkbare overschrijving plaatsgevonden, maar dan voor een bedrag van € 12.500 en op 18 september 2009 voor een bedrag van € 3.000.