3.4
Op de arbeidsovereenkomst is de CAO voor het Voortgezet Onderwijs (hierna: de cao)
van toepassing, welke met betrekking tot de navolgende bepalingen een minimum karakter heeft:
“9.a. Dienstverband bijzonder onderwijs
9.a.1. Dienstverband
1. Bij zijn indiensttreding ontvangt de werknemer een akte van benoeming volgens het in de bijlage 1.a of 1.b opgenomen model.
2. Behoudens het bepaalde in artikel 9.a.2, 9.a.4, 9.a.5 en 9.a.6 wordt het dienstverband aangegaan voor onbepaalde tijd.
9.a.2. Dienstverband voor bepaalde tijd
1. Een dienstverband voor bepaalde tijd kan worden overeengekomen bij wijze van proef, met uitzicht op een dienstverband voor onbepaalde tijd. De duur van dit dienstverband bedraagt ten hoogste twaalf maanden. In bijzondere gevallen kan deze periode worden verlengd met ten hoogste twaalf maanden.
2. Ten minste twee maanden voor de einddatum van het dienstverband voor bepaalde tijd, als bedoeld in lid 1, welk dienstverband een tijdsduur had van ten minste twaalf maanden en waarbij door de werkgever schriftelijk uitzicht is gegeven op een dienstverband voor onbepaalde tijd, beslist de werkgever of hij de werknemer met ingang van bedoelde einddatum:
a. een dienstverband voor onbepaalde tijd zal geven;
b. dan wel nog eenmaal een nieuw (verlengd) dienstverband voor bepaalde tijd zal geven;
c. dan wel geen nieuw dienstverband zal geven, en stelt de werknemer hiervan onmiddellijk schriftelijk in kennis.
Toelichting
Met een dienstverband van twaalf maanden zoals bedoeld in de eerste volzin, wordt gelijkgesteld:
- een dienstverband dat start op de eerste dag na de zomervakantie en eindigt op de eerste dag voorafgaand aan de zomervakantie van het jaar daarop;
- elkaar opvolgende dienstverbanden voor bepaalde tijd waarvan de totale duur twaalf maanden bedraagt.
3. Indien de werkgever nalaat de in lid 2 bedoelde beslissing tijdig te nemen, wordt de werknemer met ingang van bedoelde einddatum geacht te zijn benoemd in een verlengd dienstverband voor bepaalde tijd onder dezelfde voorwaarden als het voorgaande dienstverband.
4. Een dienstverband voor bepaalde tijd kan voorts worden overeengekomen:
a. bij vervanging van een tijdelijk afwezige werknemer telkens voor ten hoogste één jaar;
b. als voorziening in een tijdelijke vacature voor ten hoogste één jaar;
c. indien de werknemer uitsluitend belast is met werkzaamheden in het kader van contractactiviteiten, of uitsluitend een dergelijke werknemer vervangt, een en ander voor ten hoogste twee jaar;
d. indien de werknemer uitsluitend is belast met werkzaamheden in het kader van projecten waarvoor additionele gelden ter beschikking zijn gesteld, of uitsluitend een dergelijke werknemer vervangt, een en ander voor ten hoogste twee jaar;
e. indien een werknemer de AOW-gerechtigde leeftijd heeft bereikt, telkens voor de duur van maximaal één schooljaar.
5. De totale duur van elkaar opvolgende dienstverbanden voor bepaalde tijd genoemd in de leden 1, 3 en 4 a tot en met d bedraagt ten hoogste twee jaar en het aantal is gemaximeerd tot drie contracten. Wordt het dienstverband nadien voortgezet, dan geschiedt dit voor onbepaalde tijd.
6. De totale duur van elkaar opvolgende dienstverbanden voor bepaalde tijd genoemd in lid 4 onder e bedraagt ten hoogste vier jaar en het aantal is gemaximeerd tot zes contracten. Wordt het dienstverband nadien voortgezet, dan geschiedt dit voor onbepaalde tijd.
7. Dienstverbanden met een onderbreking van zes maanden of minder worden als opeenvolgend beschouwd.
8. Bij een eerste indiensttreding direct voor onbepaalde tijd kan schriftelijk een proeftijd van maximaal twee maanden worden overeengekomen als bedoeld in artikel 7: 652 van het Burgerlijk Wetboek. Tijdens deze proeftijd kan het dienstverband door zowel werkgever als werknemer conform het bepaalde in artikel 7: 676 van het BW zonder opzeggingstermijn worden opgezegd."