De vordering van [appellant] in hoger beroep luidt als volgt:
bij arrest, te vernietigen het vonnis d.d. 20 april 2016 van de Rechtbank Noord-Nederland locatie Assen, afdeling privaatrecht, gewezen onder zaak-/rolnummer C/19/110143 / HA ZA 15-95 en
opnieuw rechtdoende alsnog bij arrest:
I te verklaren voor recht dat het verzet zowel in deze als in vorige instantie gegrond was en is;
II te verklaren voor recht dat [appellant] ten aanzien van de ten processe bedoelde aanslag IB/PVV 2007 (met aanslagcode H 77) niet in verzuim was en dat de dwanginvordering ten onrechte is gestart;
III te verklaren voor recht dat hef recht van de Ontvanger tot dwanginvordering van de ten processe bedoelde aanslag IB/PVV 2007 (met aanslagcode H.77) is verjaard en de Ontvanger met onmiddellijke ingang te verbieden verdere invorderingshandelingen te verrichten alsmede de
Ontvanger te gebieden binnen vierentwintig uur na betekening van het ten dezen te wijzen eindarrest reeds verrichtte invorderingshandelingen te staken alsmede te redresseren, op straffe van een dwangsom van € 10.000 per keer dat de Ontvanger niettemin invorderingsmaatregelen treft en
€ 10.000 per dag of dagdeel, dat de Ontvanger in strijd met dit gebod en/of verbod handelt dan wel nalaat aan het gebod te voldoen, althans in goede justitie te bepalen bedragen en /of termijnen, en steeds te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de dag der verbeurte;
IV A. Primair:
te bepalen dat de ten processe bedoelde aanslagen IB/PVV 2007 (met aanslagcode H.77) en IB/PVV2008 (met aanslagcode H.86) materieel niet verschuldigd zijn en de Ontvanger met onmiddellijke ingang te verbieden verdere invorderingshandelingen te verrichten alsmede de Ontvanger te gebieden binnen vierentwintig uur na betekening van het ten dezen te wijzen eindarrest reeds verrichtte invorderingshandelingen te staken alsmede te redresseren, op straffe van een dwangsom van € 10.000 per keer dat de Ontvanger niettemin invorderingsmaatregelen treft en
€ 10.000 per dag of dagdeel, dat de Ontvanger in strijd met dit gebod en/of verbod handelt dan wel nalaat aan het gebod te voldoen, althans in goede justitie te bepalen bedragen en/of termijnen, en steeds te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de dag der verbeurte;
B. Subsidiair:
indien en voor zover het Gerechtshof mocht oordelen dat het hiervoor primair gevorderde onder A. van onderdeel IV van het petitum dezes niet zonder meer (integraal) toewijsbaar mocht zijn voordat de materiele juistheid van de ten processe bedoelde aanslag IB/PVV over het jaar 2007
(met aanslagcode H.77) en/of de ten processe bedoelde aanslag IB/PVV over het jaar 2008 (met aanslagcode H.86) nader wordt beoordeeld:
eerst:
te bepalen bij tussenarrest, alvorens verder te beslissen ten aanzien van (het primair onder A. gevorderde in) onderdeel IV van het petitum dezes, dat op kosten van de Ontvanger een gerechtelijk deskundige wordt aangesteld, althans een door het Gerechtshof nader te bepalen deskundige, die
gespecialiseerd is in het fiscaal recht, en die in de plaats van de Ontvanger toetst of de ten processe bedoelde aanslag IB/PW over het jaar 2007 (met aanslagcode H.77) en /of de ten processe bedoelde aanslag IB/PW over het jaar 2008 (met aanslagcode H.86) materieel is / zijn verschuldigd en
daarover gelijktijdig en gelijkluidend verslag uitbrengt aan het Gerechtshof, aan [appellant] en aan de Ontvanger;
en vervolgens:
bij eindarrest te beslissen zoals hiervoor primair onder A. van onderdeel IV van het petitum dezes is gevorderd;
V de Ontvanger te veroordelen tot terugbetaling aan [appellant] van al hetgeen [appellant] heeft voldaan ter voldoening aan het te vernietigen vonnis alsmede van al hetgeen [appellant] heeft voldaan ter voldoening van de aanslagen welke onderwerp van onderhavig verzet zijn (dan wel welke onderwerp waren van
de uitvoerbaar bij voorraad verklaarde ongegrondverklaring van onderhavig verzet in prima), alles te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de dag der voldoening door [appellant] , dan wel vanaf de dag der dagvaarding in eerste aanleg, althans vanaf de dag der dagvaarding in hoger beroep;
VI de Ontvanger te veroordelen in dc kosten van het geding in beide instanties, te vermeerderen met het nasalaris ad € 131,00 zonder betekening en € 199,00 in geval van betekening, alles voorts te vermeerderen met wettelijke rente ex artikel 6:119 BW (over zowel de proceskosten als het
nasalaris) in zoverre betaling binnen veertien dagen na betekening van het ten dezen te wijzen eindarrest uitblijft;
VII alsmede / althans zodanige beslissingen te geven als het Gerechtshof in goede justitie vermeent te behoren;
VIII het te wijzen arrest op alle onderdelen voor zoveel mogelijk wettelijk uitvoerbaar bij voorraad te verklaren.