3.1
De rechtbank heeft Deziweb op vordering van ESP veroordeeld de domeinnamen aan ESP over te dragen. Aan die veroordeling is geen dwangsom verbonden. Omdat de domeinnamen uiteindelijk zijn vrijgevallen en derden de rechten daarop hebben verworven, is deze vordering in hoger beroep gewijzigd. ESP vordert nu in het principaal hoger beroep kort gezegd dat Reviced (voorheen Deziweb) onder verbeurte van dwangsommen wordt veroordeeld tot het terugkopen van de oude domeinnamen of de aankoop van equivalenten daarvan en de kosteloze van die domeinnamen aan ESP, alsmede schadevergoeding. Het incidenteel hoger beroep heeft de strekking dat (ook) deze vorderingen moeten worden afgewezen, omdat daaraan geen deugdelijke juridische onderbouwing is gegeven.
4. De beoordeling van de grieven
De aanleiding voor het geschil is het volgende. De door Deziweb beheerde domeinnamen zijn door [A] voor SourceLogic geregistreerd. [A] kon vanaf dat moment inloggen in het Deziweb-account van SourceLogic met een code die was gekoppeld aan het e-mailadres [A] @chello.nl. Vanaf november 2013 was [A] daar niet langer als vertegenwoordiger van SourceLogic toe bevoegd, omdat de contacten met hem in verband met malversaties waren verbroken. SourceLogic heeft haar activiteiten in die periode beëindigd en stelt de rechten op de domeinnamen om niet aan ESP geleverd te hebben. [C] - naar eigen zeggen op dat moment gevolmachtigd bestuurder van IT Management, vertegenwoordiger van Source Logic en medeaandeelhouder van ESP - nam daarbij de taak op zich met Deziweb contact op te nemen om deze domeinen aan ESP over te dragen. Essentieel voor het verdere verloop is dat [C] daartoe zonder medewerking van Deziweb niet in staat was, omdat hij niet beschikte over de inlogcode van [A] , die deze informatie niet heeft willen delen, en omdat [A] bij de registratie een persoonlijk mailadres had gebruikt waar SourceLogic en ESP geen toegang toe hadden.
4.1
Ter uitvoering van tussen SourceLogic en ESP beweerdelijk gemaakte afspraken heeft [C] Deziweb in november 2013 meegedeeld dat IT Management de directie was van SourceLogic. De domeinregistratie werd door hem in november niet schriftelijk opgezegd. Hij verzocht wel de registratie van de zzp-sites en it-jobs.nl van SourceLogic over te zetten naar ESP.
4.2
In november is tussen [C] en [D] duidelijk geworden dat [A] bij de registratie de domeinen op naam van Deziweb had geregistreerd. Partijen zijn het er echter over eens dat dat niet afdoet aan het uitgangspunt dat SourceLogic van die domeinen de rechthebbende partij was en bleef. Uit de gevoerde correspondentie blijkt echter niet dat Deziweb ( [D] ) is meegedeeld dat - en waarom - [C] als opvolger van [A] bevoegd was namens SourceLogic te verzoeken de registratie van de domeinnamen te wijzigen en op naam van ESP te zetten.
4.3
Afgaande op de e-mailcorrespondentie is naar het oordeel van het hof dan ook goed te begrijpen dat Deziweb ( [D] ) in reactie op de verzoeken van [C] om de domeinen op naam van ESP te zetten bij herhaling een probleem heeft gemaakt van het feit dat deze verzoeken per mail aan Deziweb werden gericht; Deziweb wees op de fraudegevoeligheid van dergelijke verzoeken en verwees telkens naar de beschermde ICT-omgeving voor het doorvoeren van dergelijke wijzigingen, met gebruikmaking van de beschikbaar gestelde inlogtools. Op basis van deze correspondentie ziet het hof niet in dat Deziweb onjuist heeft gehandeld door [C] in november 2013 mee te delen dat haar contactpersoon tot dat moment, [A] , bevoegd en in staat was dergelijke handelingen voor SourceLogic te verrichten. Dat Deziweb er in die periode van op de hoogte was of kon zijn dat de bevoegdheden van [A] als vertegenwoordiger van SourceLogic waren komen te vervallen, blijkt uit het e-mailverkeer namelijk niet - laat staan dat Deziweb duidelijk was dat [C] als diens opvolger (indien hij al bevoegd was SourceLogic te vertegenwoordigen, wat ook niet uit de correspondentie blijkt) niet beschikte over de inloggegevens van Deziweb. Daarbij verdient opmerking dat [C] voortdurend gebruikmaakte van een privé-mailadres, en niet van een zakelijk mailadres van SourceLogic (of ESP of IT Management). Niet valt in te zien dat, en waarom, Deziweb onder dergelijke omstandigheden onderzoek had moeten doen naar de positie en bevoegdheden van [A] en/of [C] .
4.3.1
Kennelijk is het vervolgens enkele maanden stil geweest, totdat SourceLogic stopte met het betalen van facturen en opnieuw een e-maildiscussie op gang kwam tussen [C] en [D] . Ook uit de mededelingen die [C] op 13 april 2014 en later, op 26 november 2014, deed, kon Deziweb niet opmaken dat [C] bevoegd was namens SourceLogic verzoeken tot wijziging van de registratie aan Deziweb te richten, of dat [C] niet in staat was dergelijke mutaties zelf door te voeren. De enkele mededeling dat de volmacht van [A] was ingetrokken en dat facturen bij [A] zelf moesten worden geïncasseerd, volstaat in dat verband niet.
4.5
Niet, althans onvoldoende gemotiveerd is bestreden dat Deziweb de bevoegdheid toekwam de domeinnamen door de registrerende autoriteit (SIDN) 'in quarantaine' te laten plaatsen indien de opdrachtgever (SourceLogic) in verzuim was komen te verkeren met betrekking tot de periodiek te betalen bijdrage. ESP heeft aangevoerd dat van verzuim geen sprake is geweest, omdat de overeenkomst met Deziweb was opgezegd, en de verschuldigde termijnen tot aan de opzegging waren voldaan. De stukken bieden aan dat standpunt echter onvoldoende steun. Ook hier geldt dat er geen bewijs van is aangeboden en dat het hof evenmin ambtshalve bewijslevering zal toelaten. Ter toelichting merkt het hof daar nog dit over op: op 13 april 2014 schreef [C] aan Deziweb dat SourceLogic haar activiteiten had gestopt, dat de sites elders waren ondergebracht en dat de accounts bij Deziweb waren opgezegd. Dat zou zijn bevestigd. Het hof leest een dergelijke bevestiging nergens. Opzegging van de accounts van SourceLogic was bovendien in de lezing van [C] onverbrekelijk verbonden met het overzetten van de domeinen op naam van ESP. Daarvan is nooit sprake geweest, zodat begrijpelijk is dat Deziweb niet van een opzegging door SourceLogic is uitgegaan. Ook anderszins is aan die opzegging geen handen en voeten gegeven. Onverenigbaar daarmee is het feit dat [C] nog in een laat stadium, op
26 november 2014, kennelijk namens SourceLogic, aan Deziweb heeft verzocht de eigendomsrechten en de hosting aan ESP over te dragen. Ten slotte: voor zover ESP heeft bedoeld te verwijzen naar de herhaalde toevoeging ‘opgezegd‘ in de mail van Deziweb van 19 december 2014, is dat ten onrechte. Ter zitting is van de zijde van Reviced (Deziweb) namelijk onbestreden opgemerkt dat daarmee niet op de overeenkomst met SourceLogic is gedoeld, maar op het in quarantaine plaatsen (en later vrijgeven) van de domeinnamen.
4.6
Al het voorgaande kan tot geen andere conclusie leiden dan dat de vorderingen van ESP bij gebrek aan een deugdelijke onderbouwing moeten stranden. Dat betekent dat de grieven van Reviced (Deziweb) in het incidenteel hoger beroep doel treffen. De grieven van ESP in het principaal hoger beroep bevatten geen aanknopingspunten voor een ander oordeel en kunnen om die reden verder onbesproken blijven. Het hof is evenmin gebleken van stellingen of verweren die in het kader van de devolutieve werking nog zouden moeten worden besproken.
4.7
Het bestreden vonnis zal worden vernietigd, onder afwijzing van het gevorderde. ESP zal in beide instanties - in hoger beroep zowel in principaal als in incidenteel hoger beroep - tot betaling van de proceskosten van Reviced worden veroordeeld.
4.8
De kosten voor de procedure in eerste aanleg aan de zijde van Reviced zullen worden vastgesteld op:
- explootkosten €
- griffierecht € nihil
subtotaal verschotten €
- salaris advocaat € 904,- (2 punten x tarief II)
Totaal € 904,-
De kosten voor de procedure in hoger beroep aan de zijde van Reviced zullen in het principaal appel worden vastgesteld op:
- explootkosten €
- griffierecht € 1.957,-
subtotaal verschotten €
- salaris advocaat € 3.272,- (2 punten x tarief IV)
Totaal € 5.229,-
De kosten voor de procedure in hoger beroep aan de zijde van Reviced zullen in het incidenteel appel worden vastgesteld op:
- explootkosten €
- griffierecht € nihil
subtotaal verschotten €
- salaris advocaat € 816,50 (0,5 punten x tarief IV)
Totaal € 816,50
Het hof, recht doende in hoger beroep:
In het principaal en het incidenteel appel
vernietigt het vonnis van de rechtbank Noord-Nederland van 1 maart 2016 en doet opnieuw recht;
wijst de vorderingen van ESP af;
veroordeelt ESP in de kosten van beide instanties, tot aan de bestreden uitspraak aan de zijde van Reviced wat betreft de eerste aanleg vastgesteld op nihil voor verschotten en op € 904,- voor salaris overeenkomstig het liquidatietarief en tot aan deze uitspraak wat betreft het hoger beroep (in principaal en incidenteel appel tezamen) vastgesteld op € 5.229,- voor verschotten en op € 4.088,50 voor salaris overeenkomstig het liquidatietarief;
verklaart dit arrest voor zover het de hierin vermelde proceskostenveroordeling betreft uitvoerbaar bij voorraad.
Dit arrest is gewezen door mr. M.W. Zandbergen, mr. W. Breemhaar en mr. B.J.H. Hofstee en is door de rolraadsheer in tegenwoordigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken op dinsdag 30 januari 2018.