4.1
FNV heeft in eerste aanleg gevorderd dat
1. voor recht wordt verklaard dat:
a. de door Synergon voor het jaar 2015 vastgestelde regeling omtrent betaalde koffie- en pauzetijden niet in strijd is met het standaardkarakter van de cao Sociale Werkvoorziening alsmede dat de werktijdenregeling Synergon 2015 op het punt van de werktijd en op het punt van de pauzetijden niet nietig is en derhalve alsnog moet worden toegepast;
b. het Synergon niet was toegestaan om de werktijdenregeling 2015 voor de sector Industrie-Metaal met onmiddellijke ingang af te schaffen, nu daarmee sprake was van een eenzijdige wijziging die in strijd komt met het goed werkgeverschap;
c. de werktijdenregeling voor de sector Industrie-Metaal op het punt van de doorbetaalde pauzetijden ook voor het jaar 2016 ongewijzigd moet worden toegepast nu de regeling voor de andere sectoren in 2016 ook heeft gegolden;
2. Synergon wordt veroordeeld:
primair
a. om aan haar werknemers en ex-werknemers van de sector Industrie-Metaal die op of na 15 september 2015 bij haar in dienst zijn, dan wel bij haar in dienst zijn geweest, correcte en inzichtelijke berekeningen te verstrekken van de sinds die datum ten onrechte extra gewerkte uren;
b. om over te gaan tot betaling aan genoemde werknemers en ex-werknemers vanaf 14 september 2015 het loon over de ten onrechte niet genoten pauzes à 28 minuten per gewerkte dag, vermeerderd met de wettelijke verhoging ex artikel 7:625 BW, gesteld op 50%, en vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de vervaldata tot aan de datum der voldoening, waarbij de betaling aan hen dient te geschieden met gelijktijdige verstrekking van een bruto/netto specificatie en een specificatie van de wettelijke rente;
c. een en ander op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 100,- per werknemer voor elke dag dat Synergon vanaf twee maanden na betekening van het te wijzen vonnis jegens enige werknemer in gebreke blijft om aan deze veroordeling te voldoen, waarbij de te verbeuren dwangsommen worden gemaximeerd op € 10.000,- per werknemer;
subsidiair
d. om aan haar werknemers en ex-werknemers van de sector Industrie-Metaal die op of na 15 september 2015 bij haar in dienst zijn, dan wel bij haar in dienst zijn geweest, correcte en inzichtelijke berekeningen te verstrekken van de sinds die datum ten onrechte extra gewerkte uren;
e. om - in overleg - over te gaan tot compensatie in tijd van deze extra gewerkte uren aan genoemde werknemers en ex-werknemers;
f. een en ander op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 100,- per werknemer voor elke dag dat Synergon vanaf twee maanden na betekening van het te wijzen vonnis jegens enige werknemer in gebreke blijft om aan deze veroordeling te voldoen, waarbij de te verbeuren dwangsommen worden gemaximeerd op € 10.000,- per werknemer;
primair en subsidiair
g. om aan FNV te betalen een bedrag van € 2.775,- aan buitengerechtelijke incassokosten, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de dag van betekening van de dagvaarding;
h. een en ander met veroordeling van Synergon in de proceskosten.