Uitspraken

Een deel van alle rechterlijke uitspraken wordt gepubliceerd op rechtspraak.nl. Dit gebeurt gepseudonimiseerd.

Deze uitspraak is gepseudonimiseerd volgens de pseudonimiseringsrichtlijn

ECLI:NL:GHARL:2019:5114

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
18-06-2019
15-07-2019
200.237.312
Eerste aanleg: ECLI:NL:RBOVE:2018:469
Civiel recht
Hoger beroep

Aansprakelijkheid werkgever voor onrechtmatige daad werknemer. Nadeel gelijk aan waardevermindering auto onafhankelijk van daadwerkelijk herstel.

Rechtspraak.nl

Uitspraak

GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN

locatie Arnhem

afdeling civiel recht, handel

zaaknummer gerechtshof 200.237.312

(zaaknummer rechtbank Overijssel, zittingsplaats Almelo 6287072)

arrest van 18 juni 2019

in de zaak van

[appellant],

wonende te [woonplaats],

appellant,

in eerste aanleg: eiser,

hierna: [appellant],

advocaat: mr. A.R. Vlieger,

tegen:

1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid [geïntimeerde 1] B.V.,

gevestigd te [vestigingsplaats],

2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid [geïntimeerde 2] B.V.,

gevestigd te [vestigingsplaats],

geïntimeerden

in eerste aanleg: gedaagden,

advocaat: mr. T. Geerdink.

Geïntimeerde sub 1 zal hierna [geïntimeerde 1], geïntimeerde sub 2 [geïntimeerde 2] en geïntimeerden gezamenlijk zullen [geïntimeerden] worden genoemd.

1 Het geding in eerste aanleg

Voor het geding in eerste aanleg verwijst het hof naar de inhoud van het vonnis van 30 januari 2018 dat de kantonrechter (rechtbank Overijssel, locatie Almelo) heeft gewezen.

2 Het geding in hoger beroep

2.1

Het verloop van de procedure blijkt uit:

- de dagvaarding in hoger beroep van 9 april 2018,

- de memorie van grieven (met producties), en

- de memorie van antwoord.

2.2

Vervolgens heeft het hof arrest bepaald.

3 De vaststaande feiten

3.1

Het hof gaat in hoger beroep uit van de feiten zoals beschreven in de rechtsoverwegingen 2.1 tot en met 2.7 van het bestreden vonnis, waartegen geen grief gericht is. Daaraan kan nog het volgende worden toegevoegd.

3.2

De verzekeraar van [appellant] heeft de schade aan de beschadigde auto van [eigenaresse beschadigde auto] vergoed. Deze schade wordt in hoger beroep niet meer gevorderd.

4 Het geschil en de beslissing in eerste aanleg

4.1

Het gaat in deze zaak om het volgende. De broer van [appellant] heeft de Volkswagen Golf van [appellant] (hierna: de Golf) voor een APK keuring naar [geïntimeerde 1] gebracht. Een zekere [medewerker autobedrijf] of [medewerker autobedrijf] (hierna: [medewerker autobedrijf]) heeft de Golf verplaatst, waarbij hij tegen de auto van [eigenaresse beschadigde auto] is aangereden. Beide voertuigen zijn daarbij beschadigd. [appellant] heeft vervolgens [geïntimeerden] hoofdelijk aansprakelijk gesteld voor zijn schade, onder andere omdat [medewerker autobedrijf] onrechtmatig heeft gehandeld en [geïntimeerden] voor [medewerker autobedrijf]’s handelen aansprakelijk is. [appellant] vordert daarom (samengevat) [geïntimeerden] hoofdelijk te veroordelen tot betaling van € 2.904,80, te vermeerderen met rente en kosten.

4.2

De kantonrechter heeft, na verweer van [geïntimeerden], in het bestreden vonnis, samengevat, geoordeeld dat de vordering van [appellant] tegen [geïntimeerde 2] niet ontvankelijk is, dat [medewerker autobedrijf] onrechtmatig heeft gehandeld door de schade te veroorzaken en dat [geïntimeerde 1] voor het handelen van [medewerker autobedrijf] aansprakelijk is. De kantonrechter heeft [geïntimeerde 1] veroordeeld tot betaling van € 143,- te vermeerderen met wettelijke rente vanaf de dag der dagvaarding tot de algehele dag der voldoening. De toegewezen schade bestaat uitsluitend uit de eigen bijdrage betaald aan [appellant]’s gemachtigde, die door [geïntimeerden] niet betwist was. De kantonrechter heeft de overige schadeposten als onvoldoende gesteld of onderbouwd afgewezen. [appellant] is veroordeeld in de kosten van het geding.

5 De motivering van de beslissing in hoger beroep

5.1

[appellant] komt tegen het vonnis van de kantonrechter op met twee grieven.

5.2

Grief I bestrijdt de niet-ontvankelijkheidsverklaring van de vordering tegen [geïntimeerde 2]. Volgens [appellant] dient naast [geïntimeerde 1] ook [geïntimeerde 2] veroordeeld te worden tot schadevergoeding. Ten eerste omdat [geïntimeerde 2] en [geïntimeerde 1] feitelijk op hetzelfde adres, in hetzelfde gebouw, gevestigd zijn en ook [geïntimeerde 2] op zijn website aangeeft APK keuringen te verrichten, zodat onduidelijk is met wie de overeenkomst tot het verrichten van een APK keuring tot stand gekomen is. Ten tweede omdat [medewerker autobedrijf], als veroorzaker van de schade, mogelijk voor [geïntimeerde 2] werkzaamheden verricht heeft, zodat ook [geïntimeerde 2] voor [medewerker autobedrijf], als zijn ondergeschikte, aansprakelijk is. Het hof is – met de kantonrechter – van oordeel dat uit het afgegeven APK certificaat voor de Golf afgeleid kan worden dat [geïntimeerde 1] de contractspartij van [appellant] is. De kantonrechter heeft geoordeeld dat de schade is veroorzaakt door een ondergeschikte, [medewerker autobedrijf], bij het tot uitvoering brengen van de overeenkomst om een APK keuring te laten verrichten en dat [geïntimeerde 1] daarvoor aansprakelijk is. Tegen dat oordeel heeft [geïntimeerde 1] geen incidenteel appel gericht en [appellant] geen grieven, zodat ook het hof daar vanuit gaat. Het hof is van oordeel dat [appellant] voorts onvoldoende heeft onderbouwd waarom [medewerker autobedrijf], in dit geval ook namens [geïntimeerde 2] zou hebben opgetreden. Het enkele feit dat [geïntimeerde 2] en [geïntimeerde 1] in hetzelfde gebouw gevestigd zijn en [medewerker autobedrijf] mogelijk ook ondergeschikte is van [geïntimeerde 2], is daarvoor onvoldoende. Dit leidt tot afwijzing van de vordering tegen [geïntimeerde 2], omdat die onvoldoende onderbouwd is. Grief I slaagt daarom niet.

5.3

Grief II richt zich blijkens de toelichting tegen de afwijzing door de kantonrechter van de volgende schadeposten:

Schade aan de auto van [appellant]

5.4

[appellant] vordert € 1.789 aan schade aan de Golf en heeft daartoe, onder andere, een schadecalculatie ingebracht van Autoschade Herstel Hacom Nijkerk. [geïntimeerde 1] wijst erop dat [appellant] de schade nooit daadwerkelijk heeft laten herstellen, maar de Golf heeft verkocht. In deze omstandigheden vindt [geïntimeerde 1] dat [appellant] niet de herstelkosten als schade kan vorderen, maar enkel het verschil tussen de dagwaarde van de Golf zonder schade en de dagwaarde van de Golf met schade.

5.5

Het hof volgt [geïntimeerde 1] daarin niet. [appellant] lijdt door de beschadiging van de Golf reeds voor en onafhankelijk van herstel daarvan in zijn vermogen een nadeel gelijk aan de waardevermindering die de auto heeft ondergaan. Indien herstel van de Golf mogelijk en verantwoord is, is het geldbedrag waarin deze waardevermindering kan worden uitgedrukt, in het algemeen gelijk aan de — naar objectieve maatstaven berekende — kosten, die met het herstel zullen zijn gemoeid (zie rov. 3.6 van HR 7 mei 2004, ECLI:NL:HR:2004:AO2786). Daarbij is niet noodzakelijk dat [appellant] daadwerkelijk tot herstel overgaat. Niet gesteld of gebleken is dat herstel van de Golf onmogelijk of onverantwoord was. De door [appellant] in hoger beroep overlegde gespecificeerde schadecalculatie (productie 24 bij de memorie van grieven) wordt door [geïntimeerde 1] in hoger beroep verder niet gemotiveerd betwist en onderbouwt de schade voldoende, zodat het hof € 1.789 als schadevergoeding voor de aan de Golf geleden schade zal toewijzen.

Kosten van de expertise vaststellen schade

5.6

[appellant] heeft € 110 gevorderd aan expertisekosten voor het vaststellen van zijn schade en legt een factuur over van Hacom Nijkerk van 20 juni 2017 voor dat bedrag. [geïntimeerde 1] betwist dat [appellant] deze kosten daadwerkelijk heeft betaald. Bovendien meent [geïntimeerde 1] dat onvoldoende is gebleken waarom expertisekosten gevorderd zijn naast de schade aan de auto, waarin volgens [geïntimeerde 1] ook € 12 voor begrotingskosten reparateur zijn inbegrepen. Het hof acht voldoende aannemelijk dat [appellant] Hacom Nijkerk heeft moeten betalen voor de schadecalculatie en vindt deze kosten met de overgelegde factuur voldoende onderbouwd. Het betreffen naar het oordeel van het hof concrete kosten ter vaststelling van de schade van [appellant], die op grond van artikel 6:96 lid 1 sub b Burgerlijk Wetboek (BW) voor vergoeding in aanmerking komen en die losstaan van genoemde post in de (abstracte) schadeberekening.

Premieterugval verzekering

5.7

[appellant] vordert ten slotte € 862,80 als vergoeding voor de premieterugval die hij lijdt, omdat zijn verzekering de schade van [eigenaresse beschadigde auto] heeft vergoed. [appellant] onderbouwt deze schadepost met twee verschillende berekeningen, één van de verzekeraar van [appellant] en een van AON Risk Solutions, waarbij voor de komende tien jaar de extra verzekeringsbetalingen zijn berekend. [appellant] heeft voorts een verzekeringsbewijs overlegd van zijn verzekering van zijn huidige auto, die hij na verkoop van de Golf heeft aangeschaft. Daarmee wil [appellant] kennelijk onderbouwen dat hij nog steeds een autoverzekering heeft en dus daadwerkelijk een premieterugval heeft ervaren. [geïntimeerde 1] betwist deze schadepost in zoverre dat hij stelt dat de premies te betalen voor een autoverzekering mede afhankelijk zijn van andere factoren, zoals de cataloguswaarde van de auto, of het een benzine- of dieselauto betreft en het aantal te rijden kilometers.

5.8

Het hof wijst deze schadepost af omdat [appellant] zijn vordering op dit punt beter had moeten onderbouwen. In de productie die [appellant]’s vordering moet onderbouwen (productie 25 bij de memorie van grieven) worden verschillende percentages voor de premieterugval genoemd, zonder dat deze verschillen worden toegelicht. Onduidelijk is welk percentage gehanteerd moet worden. Daarnaast blijkt uit de verklaring van [vriendin van appellant], de vriendin van [appellant] (productie 16 van bij de memorie van grieven), dat [appellant] al voor het ongeluk besloten had om naar [woonplaats] te verhuizen, teneinde minder te hoeven reizen, en dat hij om die reden al van plan was de Golf te verkopen en een andere auto te kopen. Reeds voor het ontstaan van de schade was dus duidelijk dat de verzekeringspremies van [appellant] waarschijnlijk aangepast zouden moeten worden. Het hof kan daarmee niet vaststellen of en in hoeverre de gestelde premieterugval een gevolg is van het onrechtmatig handelen van [geïntimeerde 1]. Grief II gaat in zoverre niet op.

6 De slotsom

6.1

Grief II slaagt deels. Het bestreden vonnis zal, omwille van de leesbaarheid van het dictum, geheel vernietigd worden. [geïntimeerde 1] zal veroordeeld worden tot het betalen aan [appellant] van de volgende bedragen:

- voor de eigen bijdrage voor rechtsbijstand: € 143,-, vermeerderd met wettelijke rente vanaf 28 augustus 2017 (de dag van dagvaarding);

- voor schade aan de Golf: € 1.789, vermeerderd met wettelijke rente vanaf 13 april 2017; en

- voor expertisekosten: € 110 vermeerderd met wettelijke rente vanaf 28 augustus 2017.

6.2

Als de (overwegend) in het ongelijk te stellen partij zal het hof [geïntimeerde 1] in de kosten van beide instanties veroordelen.

De kosten voor de procedure in eerste aanleg aan de zijde van [appellant] zullen worden vastgesteld op:

- explootkosten € 97,31

- griffierecht € 78,-

totaal verschotten € 175,31

- salaris advocaat € 350 (2 punten x kantontarief ad € 175,- per punt)

De kosten voor de procedure in hoger beroep aan de zijde van [appellant] zullen worden vastgesteld op:

- explootkosten € 98,01

- griffierecht € 318,-

totaal verschotten € 416,01

- salaris advocaat € 1.518 (2 punten x appeltarief I ad € 759 per punt)

6.3

Als niet weersproken zal het hof ook de gevorderde wettelijke rente over de proceskosten toewijzen, zoals hierna vermeld.

7 De beslissing

Het hof, recht doende in hoger beroep:

vernietigt het vonnis van de kantonrechter te Almelo van 30 januari 2018, en doet opnieuw recht;

veroordeelt [geïntimeerde 1] om aan [appellant] te betalen de volgende bedragen:

- € 143, vermeerderd met wettelijke rente vanaf 28 augustus 2017 tot de dag der algehele voldoening;

- € 1.789, vermeerderd met wettelijke rente vanaf 13 april 2017 tot de dag der algehele voldoening;

- € 110, vermeerderd met wettelijke rente vanaf 28 augustus 2017 tot de dag der algehele voldoening;

veroordeelt [geïntimeerde 1] in de kosten van beide instanties, tot aan de bestreden uitspraak aan de zijde van [appellant] wat betreft de eerste aanleg vastgesteld op € 175,31 voor verschotten en op € 350 voor salaris overeenkomstig het liquidatietarief en tot aan deze uitspraak wat betreft het hoger beroep vastgesteld op € 416,01 voor verschotten en op

€ 1.518 voor salaris overeenkomstig het liquidatietarief, te voldoen binnen veertien dagen na dagtekening van dit arrest, en – voor het geval voldoening binnen bedoelde termijn niet plaatsvindt – te vermeerderen met de wettelijke rente te rekenen vanaf bedoelde termijn voor voldoening.

veroordeelt [geïntimeerde 1] in de nakosten, begroot op € 157 met bepaling dat dit bedrag zal worden verhoogd met € 82 in geval [geïntimeerde 1] niet binnen veertien dagen na aanschrijving aan deze uitspraak heeft voldaan én betekening heeft plaatsgevonden;

verklaart dit arrest ten aanzien van de daarin vervatte veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad;

wijst het meer of anders gevorderde af.

Dit arrest is gewezen door mrs. C.G. ter Veer, M.H.F. van Vugt, en M.S.A. van Dam en is in tegenwoordigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken op 18 juni 2019.

De gegevens worden opgehaald

Hulp bij zoeken

Er is een uitgebreide handleiding beschikbaar voor het zoeken naar uitspraken, met onder andere uitleg over:

Selectiecriteria

De Rechtspraak, Hoge Raad der Nederlanden en Raad van State publiceren uitspraken op basis van selectiecriteria:

  • Uitspraken zaken meervoudige kamers
  • Uitspraken Hoge Raad en appelcolleges
  • Uitspraken met media-aandacht
  • Uitspraken in strafzaken
  • Europees recht
  • Richtinggevende uitspraken
  • Wraking

Weekoverzicht

Selecteer een week en bekijk welke uitspraken er in die week aan het uitsprakenregister zijn toegevoegd.