Opbouw samenvatting onderzoeksverslag
(…)
Aansluitend wordt in hoofdstuk 3 een samenvatting gegeven van de bevindingen in het onderzoek aan de hand van de topics die vastgesteld zijn uit de meldersbrief. Achtereenvolgens zullen de thema's Vertrouwen, In, door-, uitstroom, Weerstand, Communicatie, Taakverdeling, Zorgen, Cultuur en Context aan bod komen.
(…)"
Bij de bespreking van de genoemde thema's wordt in het rapport telkens aandacht besteed aan de "Relatie met de meldersbrief".
Bij het thema "Vertrouwen" staat:
"Fragmenten uit de meldersbrief die hieronder vallen zijn: onveilige situatie, onveilig op het centraal bureau en elders, durven uit onveiligheid niet uit te spreken, geen vertrouwen in BSU."
Bij het thema "Weerstand" staat:
"Enkele fragmenten uit de meldersbrief die hieronder vallen zijn: Bewust het werken onmogelijk gemaakt, door bestuurder andere voorstelling van zaken, cancelen, te snel, te veel, te hard, tegenwerking Zorg, tegenwerking BC."
Bij het thema "Communicatie" staat:
"Enkele fragmenten uit de meldersbrief die hieronder vallen zijn: Meermaals bespreekbaar gemaakt, bemoei je er niet mee, halfjaar geen MT, dringend verzoek, BSU mag te allen tijde ingrijpen, niet geïnformeerd, niet gecommuniceerd."
Bij het thema "Cultuur" staat:
"Enkele fragmenten uit de meldersbrief die hieronder vallen zijn: Verdeel en heerscultuur"
Voorts is in het rapport vermeld:
"
2.2 Opzet onderzoek
Uitgangspunten
• De anonimiteit van de melders moest geborgd blijven omdat de angst en onveiligheidsgevoelens in deze groep zeer groot was. Er is in het onderzoek voor gekozen om geen fragmenten uit de meldersbrief aan niet-melders (artsen/psychologen en BSD) voor te leggen in verband met herleidbaarheid naar namen.
• In verband met sterke gevoelens van onveiligheid en angst zijn geen audio opnames gemaakt van de interviews in de meldersgroep.
(…)
Het onderzoek is niet representatief voor de hele organisatie van Zorg en BB omdat niet melders niet gehoord zijn. Dit geldt ook voor de 6 geïnterviewde artsen en psychologen. Zij komen uit de groep van 12 ondertekenaars van de brief van 01-11-2018 aan de RvT (hof: bedoeld zal zijn de brief van 30 oktober 2018, hiervoor onder 3.17 deels geciteerd). Dus niet-ondertekenaars van circa 60 medewerkers in het BC zijn niet gehoord.
(…)
"Een belangrijke conclusie is dat BSU goed in staat is geweest om de staf - behandelaren en
psychologen - medisch inhoudelijk te stimuleren en te ontwikkelen. Binnen het BC zijn er complimenten voor de Sterprojecten, de visie op de inhoudelijke ontwikkeling van het BC en medische zorg, het inspireren tot netwerken, bedrijfsvoering en het tempo waarin veranderingen op deze vlakken zijn ingezet. Ook binnen de meldersgroep zijn er complimenten voor de Sterprojecten, de inhoudelijke ontwikkeling en visie van BSU. Tegelijkertijd is de conclusie dat BSU vooralsnog niet in staat is geweest om de rest van de organisatie mee te krijgen en draagvlak te creëren voor de veranderingen in met name Zorg en BB. Deze afdelingen dragen wel 90% van de totale medewerkerspopulatie van de [verweerster] in zich. Binnen deze afdelingen is een situatie ontstaan waarin het subjectieve en objectieve vertrouwen in BSU ernstig beschadigd is en dat de samenwerkingsverhoudingen zodanig verstoord zijn geraakt dat ze niet te herstellen
zijn. De nuance bij deze conclusie is dat niet-melders binnen Zorg en BB en niet-schrijvers binnen BC niet gehoord zijn.
De conclusie is ook dat effectieve, gangbare communicatie in de werkverhouding met BSU gestagneerd is in termen van bespreekbaar maken, overleggen, feedback geven en ontvangen. De communicatie is zodanig onveilig en verstoord, dat een groep van 30 medewerkers een melding binnen de KLR nodig heeft gehad om hun punt te maken.
In de afgelopen anderhalf jaar is een verwijdering ontstaan tussen BC en Zorg en lijkt de organisatie te zijn verdeeld in twee delen, waarin medewerkers elkaar inhoudelijk en in de communicatie hebben verloren. Alle respondenten zien een enorme verwijdering tussen Zorg en het BC en hebben daar in de uitvoering van het werk, het nakomen van afspraken en de kwaliteit van zorg hinder van. Alle respondenten, inclusief BSU, wijzen op dit punt naar een machtsstrijd die het afgelopen jaar gaande is geweest in het MT. Uit het onderzoek blijkt niet wie er nu gelijk heeft in deze verwijdering en de ontstane machtsstrijd. Beide partijen gehoord hebbend, lijken ze elkaar de schuld te geven. De conclusie is dat dit zich onder eindverantwoordelijkheid van BSU zich heeft ontwikkeld tot wat het nu is en zij is er vooralsnog niet in geslaagd om de machtsstrijd op te lossen.
Als het gaat om in-, door en uitstroom zijn mensen aan de zijlijn gezet die nog op de loonlijst
staan. Aan een aantal respondenten is onvoldoende of te late personele zorg, ontwikkelgesprekken of verbetertraject geboden. Door alle veranderingen is de structuur, ordening en heldere communicatie weggevallen en wisten mensen niet waar ze aan toe waren. Respondenten geven aan dat het voor hen duidelijk was dat er patronen doorbroken moesten worden, maar niet op deze manier. Het resultaat is dat er nu chaos en onveiligheid is ontstaan en binnen Zorg en BB lijken een aantal mensen de weg kwijt te zijn. In de zoektocht naar houvast zoeken mensen elkaar op.
De organisatieverandering geeft een beeld waarin er "conceptueel" is veranderd en BSU een
eigen koers en pad voor ogen had. De verandering is doordacht, maar in de uitvoering en de
operationalisering komt het niet uit de verf. Het lijkt alsof er een nieuw organisatiesysteem in de beslaande organisatie is gebouwd. Daarin is de kennis, kunde, ontstaansgeschiedenis en de cultuur van de bestaande organisatie niet meegenomen en gebruikt, maar gedurende een langere periode van anderhalf jaar verworpen of overruled.
In de meldersgroep voelt 87% zich persoonlijk geïntimideerd. In het onderzoek worden tal van voorbeelden genoemd. Hieruit is de conclusie te trekken dat het niet om een incident gaat, maar om een patroon in het gedrag van BSU dat gedurende langere tijd ervaren en waargenomen is."